Boerenbedrog in de EU: geld rolt waar het niet gaan mag
Eén op de twintig euro die de Europese Unie uitgeeft, wordt voor iets anders gebruikt dan waarvoor het geld is bedoeld. Zo verdwijnt bijvoorbeeld bijna drie miljard aan steun in de zakken van boeren die er iets anders mee doen dan ze beloofden.
De term ‘schokkend nieuws’ heb ik al in een vorig stuk weggegeven. Om niet de indruk te wekken dat ik in een permanente toestand van opwinding verkeer over hoe het er in Brussel aan toegaat, zal ik eenvoudigweg de feiten opsommen.
In 2012 is 6,65 miljard euro Europees geld besteed aan zaken waarvoor het niet was bedoeld. Dat is bijna vijf procent van het totale budget van de Europese Unie.
Een voorbeeld. Een boer in Spanje toucheerde 1,4 miljoen euro Brussels geld uit de pot voor milieumaatregelen in de landbouw om een irrigatiesysteem te moderniseren. Een van de voorwaarden: het waterverbruik van drieduizend kuub per hectare per jaar moest gelijk blijven of verminderen. Het nam juist toe tot achtduizend kuub, maar het geld stroomde toch bij de boer binnen.
Deze feiten en cijfers bracht de Europese Rekenkamer afgelopen woensdag in haar jaarverslag naar buiten. De Rekenkamer waarschuwt al jaren dat de Unie de controle op haar uitgaven niet op orde heeft. Maar beter is het er bepaald niet op geworden. Het foutenpercentage van geld dat niet ging naar waar het voor bedoeld was, steeg van 3,9 procent in 2011 naar 4,8 procent in 2012.
Nu is een klein deel van die stijging (0,3 procent) toe te schrijven aan een nieuwe meetmethode. Maar dat neemt niet weg dat het foutenpercentage al sinds 2009 elk jaar echt oploopt. Ook constateert de Rekenkamer dat de EU niet voldoende kijkt of de ingezette middelen wel meerwaarde opleveren. De Unie is vooral ‘uitgavengericht’. Niet echt een compliment in tijden dat iedereen op de centen moet letten.
Nu is het verleidelijk Brussel de schuld te geven. Zitten die jongens en meisjes daar ons tot grote zuinigheid aan te manen, maken ze er zelf een potje van. Maar dat is veel te simpel. Want al gaat het om Europees geld, het zijn de landen zelf die moeten toezien op de besteding ervan.
‘Lidstaten zijn niet geïnteresseerd in de resultaten van Europese investeringen,’ verzuchtte Europarlementariër Gerben-Jan Gerbrandy in reactie op de bevindingen van de Rekenkamer. ‘Hun enige doel is zoveel mogelijk geld naar eigen land te krijgen,’ stelde de D66’er in een persbericht. Om daar wat aan te doen, hebben we volgens hem een Europees Openbaar Ministerie nodig dat op kan treden in het geval van misbruik van Europees geld. Maar daar hebben veel nationale regeringen, de Nederlandse inbegrepen, weer geen trek in. Want meer bevoegdheden naar Brussel is wel het laatste waar ze in eurosceptische tijden op zitten te wachten.
Grootste slokop: landbouw
Bijna de helft van de dik zes miljard niet juist besteed geld ging naar landbouw en plattelandsontwikkeling. Samen slokten deze kostenposten in 2012 in totaal 58 miljard op, 42 procent van de totale EU-begroting. Het is een bekend cijfer, maar het blijft toch ongelooflijk dat landbouw zo’n enorme hap uit het Europese budget neemt. Er gaat bijvoorbeeld vier keer minder naar werkgelegenheid en sociale zaken, in tijden van crisis toch ook niet onbelangrijk.
Een behoorlijk deel van dat geld wordt dus uitgegeven aan zaken waar het volgens de Rekenkamer helemaal niet voor bedoeld was. Maar stel dat het daar wél naartoe zou gaan, waren deze tientallen miljarden dan wel nuttig besteed? Aan die vraag zijn de Europese rekenmeesters nog niet toegekomen.
Europarlementariër Thijs Berman weet het antwoord wel. ‘Het gemeenschappelijke Europese Landbouwbeleid stoelt op volstrekt niet bewezen aannames,’ zegt de huidige delegatieleider van de PvdA op zijn werkkamer. ‘Neem de aanname dat het essentieel is om te zorgen dat we voldoende voedsel hebben in Europa en we er dus mee door moeten gaan. Dat is een leugen. Alterra, een onderzoeksbureau van de Universiteit Wageningen, heeft onderzocht onder welke rampscenario’s de voedselzekerheid in Europa in gevaar zou komen. Watersnood, droogte, plantenziektes, politieke explosies. Geen van die scenario’s levert in de verste verte ook maar iets op dat de schappen in Europa leeg doet worden.’
Berman pleitte er bij de PvdA-campagne voor de Europese verkiezingen van 2009 al voor om de inkomenssteun voor boeren af te bouwen. In de toekomst moesten ze alleen nog geld krijgen voor het milieu- en natuurvriendelijk beheren van het platteland. Vier jaar later, op 26 juni 2013, heeft Europa een akkoord bereikt over de jarenlang aangekondigde grote hervorming van het Gemeenschappelijke landbeleid (GLB).
Maar Bermans dromen zijn bepaald niet uitgekomen. Van de grote plannen voor de vergroening van het landbouwbeleid is weinig overgebleven. En de geldstroom richting de boeren is maar een klein beetje ingedamd. De boerenlobby wist verdergaande maatregelen te verijdelen.
De PvdA stemde in het Europarlement tegen het hervormingspakket. In de ogen van de Nederlandse sociaal-democraten in Brussel ging het lang niet ver genoeg. Maar de overgrote meerderheid van hun collega’s uit de Progressieve Alliantie van Socialisten en Democraten ging wel akkoord. En ook hun eigen partijgenoot Sharon Dijksma, staatssecretaris van Economische Zaken met landbouw in haar portefeuille, was in haar nopjes. Ze schreef de Tweede Kamer dat ze ‘zeer tevreden’ was over de onderhandelingsresultaten ‘omdat er grote stappen zijn gezet naar een groener en doelgerichter GLB’.
‘Gaan we nou kritische vragen stellen over Sharon, wat flauw van je. Ben je soms een journalist of zo?’ reageert Berman lachend op de vraag naar het verschil tussen de opstelling van de PvdA in Brussel en in Den Haag. ‘Ik ben heel blij dat Sharon zich als een van de weinigen sterk maakt voor een sterke landbouw in Nederland en Europa,’ vervolgt hij. ‘Lange tijd is gedacht: landbouw doet er bij ons niet meer toe. Maar boeren doen er wel toe. Niet alleen voor voedsel. We hebben ze nodig voor vervangers van fossiele brandstoffen en als leverancier van natuurlijke grondstoffen voor allerlei producten, van cosmetica tot isolatiemateriaal. Ook Sharon staat voor verdere hervorming van het gemeenschappelijke landbouwbeleid. Maar ze zegt: we hebben net een nieuwe hervorming achter de rug, laat die eerst maar eens bezinken. Ik ga wat verder. Ik vind dat je wel heel grote vraagtekens kunt zetten bij de effectiviteit van de inkomenssubsidies.’
l’Histoire se répète. Net als Thijs Berman in 2009, presenteert Bernard Naron zich nu in de verkiezingscampagne van de PvdA als tegenstander van het Europese landbouwbeleid.
Naron is de assistent van Berman die zich heeft opgeworpen om zijn baas op te volgen. Bij een debat in een Leids zaaltje tussen de vier kandidaten van de PvdA voor het lijsttrekkerschap bij de Europese verkiezingen in mei 2014 zei hij afgelopen dinsdag: ‘Weg met de oude landbouwsubsidies, investeer dat geld in de groene economie’.
Stevige taal die weinig gewicht in de schaal zal leggen. Want de PvdA heeft binnen het Europarlement en zelfs binnen de fractie van Europese sociaal-democraten een minderheidsstandpunt. Bovendien liggen de hoofdlijnen van het Europese landbouwbeleid na het akkoord van 26 juni weer stevig vast tot 2020. En de controle op de uitgave van die vele, vele miljarden? De Rekenkamer mag blijven waarschuwen, vooralsnog hebben de lidstaten weinig aandrang zich door Europa meer op de vingers te laten kijken.