Haar vingers, die witte banen achterlaten waar ze over haar nek naar beneden glijden, zeggen het. Woorden zijn er niet; haar lippen openen zich, maar iets achter in haar mond is week geworden.

Haar vriendin lukt het wel. ‘Teringlekker.’

Hij hangt al vijftig seconden aan de stang, zij nam al vijftig seconden geen trek van haar peuk. De askegel doet wat haar onderlip doet: hangen en gloeien tot ze zichzelf weer opmerkt.

De kans is klein dat hij de vereiste twee minuten volmaakt, en het moment waarop zijn voeten de grond weer raken hem honderd euro oplevert. Zijn gebeeldhouwde schouders en armen, glinsterend van zweet of regen, ten spijt. De stang is te breed, waardoor zijn handen er niet lekker omheen passen.

Zijn bovenarmen beginnen te trillen. Haar benen ook. Zevenenvijftig seconden. Zelfs die kleine spieren, die pas iets gaan doen wanneer je hoofd het overneemt, kloppen nu. Er verschijnen er steeds meer. Rond zijn elleboog, aan de binnenkant van zijn onderarm. Zijn spieren de aders, de tijd de contrastvloeistof.

Onder het spoorviaduct in Tilburg, de enige plek op de kermis waar het licht niet flitst en de regen niet deert, vind je twee stangen voor een felgekleurd bord, een digitale klok met wegtikkende rode cijfers erboven. ‘Hang je rijk.’

Aan weerszijden van het viaduct slingeren machines mensen de lucht in tijdens allerlaatste rondjes, komen basketballen naast disproportioneel kleine netten terecht en wordt poedersuiker van oliebollen af geproest. De stortbui lijkt het geluid van de wereld buiten het viaduct te dempen, plaatst de vriendelijke regenbooglichten van de attracties onder een stroboscoop.

De spanning onder de spoorbrug wekt de illusie van warmte: jassen worden uitgedaan, maar kippenvel komt op. Het zwakke oranje licht van de lantaarns stuurt onbewust als een stoplicht; je zou door kunnen lopen, maar de meeste mensen blijven staan en wachten tot dat niet meer gepast lijkt.

Een minuut en twee seconden. De ene vriendin bijt op haar pink, de ander grijpt nogmaals naar haar nek. In haar andere hand likt de rode rand van haar askegel aan het filter

Een vrouw met een wandelwagen voor honden wil tussen de stanghanger en zijn toeschouwers doorlopen en roept: ‘Tuut tuut.’ Geen tactisch woord om mee op te vallen op een kermis. Ze loopt achteruit terug en rijdt de wagen half onder het viaduct vandaan, zodat ze zelf droog kan staan en naast de hond niet ook haar permanent nat hoeft te worden. Haar legging zit zo strak dat haar linkerbil onder de rechter is gaan schuilen.

Een minuut en twee seconden. De ene vriendin bijt op haar pink, de ander grijpt nogmaals naar haar nek. In haar andere hand likt de rode rand van haar askegel aan het filter. Hij trilt en valt. Haar peuk valt ook. Zijn vrienden joelen, de entourage van de volgende die het gaat proberen overstemt dat gejoel door een spreekkoor te maken van de naam van hun vriend, overstaanbaar behalve de ‘tjuuh’ op het einde.

Hij die net hing veegt zijn armen droog, wrijft in zijn handen, lacht verontschuldigend naar zijn vrienden en baant zich een weg door de mannen die vooraan zijn gaan staan om binnenkort te hangen. Een man met een pluchen chihuahua in zijn nek, een jongen met een nektasje waarop ‘Prada’ verkeerd gespeld is, en ‘Tjuuh’, die onzeker zijn eigen naam meezingt en twijfelend op de schouders van zijn vrienden mept.

De witte banen in haar nek kleuren bij, druppels op haar voorhoofd lichten op als ze een nieuwe peuk aansteekt. Hij die net hing staat schuin voor haar en tilt zijn kin op. Zij knijpt haar vriendin, slikt het weke gevoel weg. ‘Hey.’

Waarom de kermis protesteert tegen een maatregel die voorlopig niet doorgaat Gisteren protesteerden kermisexploitanten en circusartiesten op het Malieveld en bij het Binnenhof tegen de geplande btw-verhogingen. Hoewel de btw-verhogingen waarschijnlijk niet doorgaan, hebben ze genoeg reden te demonstreren. Lees hier dit verhaal over de kermis Kermiskinderen hebben nooit zomervakantie, maar wel een school die met ze meereist Van april tot oktober trekt de kermiskaravaan door Nederland. Elke week een andere stad, elke week een ander thuis. En het is crisis, gemeenten wijzen soms geen plaats voor woonwagens toe, en de brandstofprijzen voor de attracties stijgen zienderogen. Wie ook met de kermis mee reist: de Rijdende School, waar kermiskinderen van vier tot twaalf jaar onderwijs volgen. Een verslag vanuit de schoolwagen in Heerlen. Lees hier dit verhaal over de kermis In het leven van de kermismens is het zelden feest Achter de vrolijke lichtjes schuilt een zwaar bestaan: het gaat slecht met de kermis. Zo slecht dat Jan van de frietkraam de spaarrekeningen van zijn kinderen moest leegtrekken. Met de nog somberdere vooruitzichten staat de kermismens voor twee uitdagingen: het redden van zijn bedrijf en het voortzetten van zijn tradities. Hoe is het zover gekomen? Lees hier dit verhaal over de kermis