Door deze tien stappen gaat er straks echt niets boven Groningen
Ik zocht de afgelopen weken op De Correspondent naar perspectief voor Groningen. Hoe kan deze provincie, zo getroffen door krimp en bevingen, weer verder? Aan het eind van mijn zoektocht trek ik tien stevige conclusies. Van nog meer bestuurders en commissies moet de provincie het niet hebben, maar dat betekent niet dat er geen alternatieven zijn.
Terwijl ik de afgelopen maanden door de provincie trok, kwam het bericht dat Hans Alders was benoemd tot Nationaal Coördinator voor Groningen. Waarna er een nieuwe beving door de provincie en ook door mij ging.
Nee, ik ga niet zeuren over zijn 21 banen (hoewel iemand met zoveel functies wel een beetje gestoord moet zijn).
Ik ga ook niet flauw doen over het vele geld dat hij verdient (hoewel iemand die zoveel verdient natuurlijk wel een beetje buiten de werkelijkheid is geraakt).
Ik ga ook niet suggereren dat Hans Alders medeverantwoordelijk is voor de ondergang van de Partij van de Arbeid en de sociaaldemocratie (hoewel daar wel aanwijzingen voor zijn).
Nee, veel ernstiger lijkt mij dat politici en bestuurders in Nederland bij dit soort belangrijke benoemingen altijd op politici en bestuurders uitkomen. In dit geval ook nog op een karikatuur van een bestuurder, iemand die in de loop der decennia zo’n gigantisch netwerk heeft opgebouwd dat hij niet onafhankelijk lijkt te kunnen opereren.
Waarom niet iemand benoemd die wel onafhankelijk is, die autonoom kan opereren, iemand die een visie heeft op de problematiek waar Groningen mee worstelt? Iemand van buiten de baantjescarrousel?
Vóór de Nationaal Coördinator was er de zogeheten Dialoogtafel, een instituut waar allerlei betrokkenen bij de bevingsproblematiek met elkaar aan tafel gingen om te praten. Kosten: 620.000 euro per jaar, waarvan twee keer 35.000 euro voor voorzitters Jacques Wallage en Jan Kamminga, inderdaad ook weer bestuurders. Bovendien bestuurders zonder al te veel gevoel voor verhoudingen.
Want wanneer je je hele leven (Wallage) en bijna je hele leven (Kamminga) betaald bent door de gemeenschap, kun je op gevorderde leeftijd, waarop je bovendien geniet van allerlei pensioenregelingen, toch weleens iets terug doen voor die gemeenschap? Maar nee, voor wat inlezen en vergaderen ontvingen ze graag het salaris waar bijvoorbeeld een politieagent anderhalf jaar voor moet werken.
Die Dialoogtafel houdt op nu er een Nationaal Coördinator is. Die veel meer gaat verdienen dan Kamminga en Wallage. Vooral omdat hij een aantal van zijn eenentwintig functies heeft opgezegd. Het salaris bevindt zich in de buurt van de oude Balkenendenorm (178.000 euro). Inclusief onkosten.
Het belangrijkste nieuwsmedium van de provincie Groningen, het Dagblad van het Noorden, was een heel andere mening toegedaan. ‘Alders is geknipt voor opbouwklus,’ kopte de krant de dag na zijn benoeming. Hij was dan wel een ‘banenstapelaar’ en ‘zo hier en daar klinkt enige reserve door,’ maar in de tijd dat hij commissaris van de Koningin was geweest, ‘was Groningen oprecht verknocht geraakt aan de gedreven bestuurder. Er was bewondering voor zijn tomeloze inzet.’ En de krant citeerde met instemming een ondernemer: ‘Je ziet bij hem een enorme drive, die je normaal alleen in het bedrijfsleven tegenkomt, niet bij de overheid.’
De toon was gezet. Die Alders was de juiste man op de juiste plaats. Maar, is dat zo? Groningen moet het naar mijn idee niet van nog meer bestuurders hebben.
Wat zou er dan moeten gebeuren? Nu, in 2015? En verder? Ik heb daar na mijn reis door de gasrepubliek en mijn gesprekken met betrokkenen wel enige ideeën over. Die zet ik hier ter afsluiting van mijn onderzoek op een rijtje.
1. Groningen is geen wingewest
Bestuurders en politici die Groningen lange tijd als een wingewest hebben behandeld, dienen terug te komen op dat idee en daar, met het boetekleed aan, naar te handelen. Ze zijn al door de Onderzoeksraad voor Veiligheid gewezen op hun geldzucht, hun amateurisme, hun overschilligheid, hun tunnelvisie en hun leugenachtigheid. Ze dienen de consequenties daaruit te trekken. Door op te stappen of door hun leven te beteren. Dat laatste kan alleen wanneer de Groningers het idee hebben dat de overheid de problemen ook werkelijk serieus neemt. En wanneer de Groningers zien dat er ook werkelijk iets gebeurt.
2. Groningen moet zo snel mogelijk over op duurzame energie
De gaswinning moet snel minder worden en binnen niet te lange tijd worden afgebouwd. Er moet haast gemaakt worden met de overgang naar duurzame energie. Bij voorkeur in samenhang met wat commissaris van de Koning Max van den Berg ‘dorpsvernieuwing’ noemt.
3. De overheid zou de NAM kunnen nationaliseren
De overheid zou kunnen overwegen de Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM) te nationaliseren. Behalve in het maken van winst, heeft die maatschappij immers in alle opzichten gefaald.
Door zogenaamd niet te weten van het verband tussen de winning en de bevingen. Door geen geld te reserveren voor de schade die door de winning zou kunnen ontstaan. Door de schade die na de beving van Huizinge in 2012 in toenemende mate ontstond op amateuristische, ongeloofwaardige en ronduit beledigende manier af te handelen. Door bovendien na alle commotie gewoon door te gaan met het experimenteren met nieuwe methodes, zoals fracking, om het allerlaatste gas uit de grond te kunnen halen. En alweer geen grondig onderzoek te hebben gedaan naar de gevolgen van die methodes.
4. Maak een ander ministerie medeverantwoordelijk
In Den Haag zou niet alleen Economische Zaken over de gaswinning en de gevolgen moeten gaan. Omdat een royale behandeling van de slachtoffers van de bevingen een vereiste is om ooit nog door de Groningers serieus te worden genomen, moet dat niet worden overgelaten aan een ministerie dat per definitie zuinig is.
5. Laat de schade door een andere partij dan de NAM afhandelen
De schadeafhandeling dient door een niet van de NAM afhankelijke partij te worden gedaan. Ook moet de zogeheten omgekeerde bewijslast worden toegepast. Dat de NAM dus moet bewijzen dat de schade niet door de gaswinning is ontstaan.
6. Zorg voor een goede compensatie voor vertrekkers…
Bezitters van beschadigde huizen die Groningen wensen te verlaten, dienen ruim gecompenseerd te worden. Dat wil zeggen: het huis dient (door de Staat of de NAM) aangekocht te worden tegen de nieuwbouwwaarde (en niet tegen de WOZ-waarde, wat door de NAM al voorgesteld is) plus een redelijk bedrag extra, waarin verhuiskosten en gederfde woonlusten zijn verwerkt.
7. …maar zorg ook voor hen die willen blijven
Met huizenbezitters die willen blijven (de meeste gelukkig) dient even ruimhartig te worden omgegaan. Het liefst niet op individuele basis. Er lijkt mij een aanpak nodig in het kader van wat je ‘dorpsvernieuwing’ zou kunnen noemen. Met de bestaande en nog uit te vinden technieken zouden huizen en gebouwen die monumentaal zijn of onontbeerlijk voor het dorpsgezicht hersteld moeten worden en indien mogelijk aardbevingsbestendig gemaakt.
Huizen die ook voor de bevingen al niet van goede kwaliteit waren (veel rijtjeshuizen uit de jaren vijftig en zestig bijvoorbeeld) en eerder vloeken met het dorpsgezicht dan ermee in harmonie zijn, kunnen worden gesloopt. In Loppersum is dat met 43 huizen al gebeurd. Ze moeten worden vervangen door bevingsbestendige huizen. Ontwerpen daarvoor zouden moeten worden gemaakt door een team van architecten en planologen. De dorpen van Groningen krijgen op die manier architectonisch en planologisch bijzondere huizen, straten en wijken.
8. Betaal zolang er bevingen zijn de huizenbelasting
Zolang de bevingen duren, dient de Staat of/en de NAM de onroerendezaakbelasting van alle huizen in het uitgebreide bevingsgebied te betalen aan de gemeenten in dat gebied. Die huizen zijn immers niets waard op de huidige markt.
9. Begin een denktank voor de toekomst van Groningen
Wellicht onder leiding van de commissaris van de Koning zou een kleine denktank kunnen worden ingesteld, die de vrijheid krijgt flink out of the box te denken. Het team zou kunnen bestaan uit een architect, een boer, een ondernemer, een kunstenaar, een deskundige op het gebied van duurzame energie, een planoloog en een journalist. Die zouden zich voor een groot deel tijdelijk vrij moeten kunnen maken van hun normale werkzaamheden en dus betaald moeten worden.
Een belangrijk onderdeel van hun taak: het nadenken over de mogelijkheden die de krimp biedt. In het gebied waar ik woon (het noordwesten van het Hogeland) ken ik al een groot aantal mensen dat naar Groningen is verhuisd vanwege de ruimte, de stilte, de schoonheid, de rust, de betaalbare woningen. Vaak mensen die of artistieke of toegepaste artistieke bezigheden hebben. Om nog meer van dit soort mensen aan te trekken, zou Groningen bijvoorbeeld geavanceerde faciliteiten kunnen bieden als een uitgebreid glasvezelnetwerk, volledige 4G (of misschien al 5G)-dekking en meer van die zaken die nieuwe bewoners over de streep kunnen trekken om naar Groningen te verhuizen. De ervaring leert dat de al over de streep getrokken nieuwe bewoners zeer betrokken zijn bij het wel en wee van de streek.
10. De rest van Nederland zal moeten gaan betalen
Omdat een en ander heel erg veel geld gaat kosten, moeten Nederlanders ervan overtuigd worden dat het rechtvaardig is dat het ze in de portemonnee gaat raken. Immers: de welvaart van heel Nederland is dankzij de baten van het gas vanaf de jaren zeventig enorm gestegen. Groningen is letterlijk uitgezogen en heeft daar al die jaren weinig voor teruggekregen.
Nu er in Groningen veel geld nodig is om de slachtoffers van de gaswinning te compenseren en vooral weer perspectief te bieden (zie de negen punten hierboven) dient de rest van Nederland flink in te leveren. Omdat individuele bewoners van Sliedrecht, Gulpen, Heerhugowaard en elders waarschijnlijk niet meteen een boodschap hebben aan een soort van solidariteit, zal de Nederlandse regering al die bewoners ervan dienen te overtuigen dat rechtvaardigheid in dit geval boven financieel gewin moet gaan.
Dit artikel is het tiende en laatste deel van een journalistieke zoektocht in tien etappes en tien emoties.