Eerder deze week schreef ik een aanbeveling voor het boek Black Code: Inside the Battle for Cyberspace van de Canadese politicoloog Ron Deibert. Daarin stelde ik onder meer dat Rusland voor veel landen een voorbeeld is van hoe je internet kunt censureren Ik heb dit verder niet uitgewerkt in de boekbespreking. Lezer Eltjo Bazen vroeg dat  toch nog even te doen. Bij dezen.

Bij internetcensuur wordt vaak gedacht aan digitale muren die het nationale internet grotendeels scheiden van de rest van het web, aan de massale inzet van filters die content met bepaalde steekwoorden blokkeren en aan machtige geheime diensten die alle e-mails, chats en documenten besnuffelen. Dit is deels hoe China het web controleert.

Het is niet de meest efficiënte methode. De blijkt te omzeilen met behulp van en andere privacytools. Filters leiden vooral tot een spel van kat en muis tussen het censuurapparaat en internetgebruikers. Toen de naam werd gefilterd, gingen alle Chinese twitteraars gewoon de hashtag ‘belangrijk nieuws’ gebruiken. Probeer dat maar eens te filteren. De Chinese methode is al met al behoorlijk opzichtig en arbeidsintensief.

De Russische overheid pakt dat anders aan. Hier geen digitale muren. Het Russische internet staat vooralsnog gewoon in verbinding met de buitenwereld. Hier geen filters, behalve om (homoseksuele) porno te weren. Het Kremlin gebruikt liever een combinatie van zachte en harde methoden, van niet al te subtiele propaganda tot intimidatie en bureaucratisch spierballenvertoon.

Barbra Streisand

In 2003 kwam zangeres Barbara Streisand uitgebreid in het nieuws vanwege een rechtszaak die ze had aangespannen tegen een fotograaf. Die had in het kader van een project over kusterosie foto’s gemaakt van onder meer de kustlijn bij Malibu, Californië. Op een paar foto’s (van enkele tienduizenden) stond de enorme villa van Streisand. Ze vond dat haar privacy was geschonden en eiste vijftig miljoen dollar schadevergoeding. Dit genereerde veel negatieve aandacht en Streisand bereikte met haar actie het tegendeel van wat ze beoogde. De praktisch onvindbare foto’s op een obscure geologie-site werden nationaal nieuws. 

Autoritaire regimes zijn zich zeer bewust van dit fenomeen, zegt technologiedenker in zijn uitstekende boek The Net Delusion: The Dark Side of Internet Freedom. Soms kun je onwelgevallige informatie maar beter negeren. Of nog beter: begraven. Morozov besteedt in zijn boek uitgebreid aandacht aan wat hij Spinternet noemt. Spinternet is het internet met nauwelijks censuur, maar des te veel propaganda. En volgens Morozov heeft Rusland een ronkend Spinternet.  

Let them watch tits

Morozov vertelt onder andere over Konstatin Rykov, een hippe internetondernemer die de lieveling van het Kremlin is. Hij onderhoudt een groot online mediumconglomeraat met populaire sites. Ook voert hij internetcampagnes voor Vladimir Poetin. Op zijn online tv-kanaal russia.ru smeedt hij propaganda en vermaak aaneen. Immens populair is de Tits Show, de tietenshow. Zonder problemen switcht het kanaal tussen naakt en zeer gekleurde web-documentaires over bedreigingen tegen het moederland. Populair is ook de nationalistische blogger Maria Sergeyeva, volgens Morozov een kruising van en Zij is zeer populair en pro-Poetin. Het Kremlin zet daarnaast actief pro-overheid blogs op, die dissidenten geluiden naar de marge verdrukken.

De verstrengeling tussen bloggers, whizzkids en de staat komt aan de oppervlakte in spannende tijden, rond verkiezingen of bij internationale conflicten. Tijdens de mini-oorlog met Georgië in 2008, werd het Georgisch internet platgelegd door massale Ook de Baltische staten hebben dat mogen ervaren. Het Citizen Lab van Ron Deibert reconstrueerde deze aanvallen en ontdekte dat ze waarschijnlijk niet door de Russische overheid zijn uitgevoerd, maar door cybercriminelen. De gebruikte computers werden namelijk ook ingezet voor afpersing en andere criminele activiteiten.

Bureaucratische druk

Als dissidente bloggers en online media toch lastig worden, dan is er altijd nog de sterke arm van het Kremlin. Die sterke arm zit vaak in voor media nadelige wetgeving verpakt. Zo heeft Rusland een strenge smaad- en lasterwetgeving. Media zijn verantwoordelijk voor alle content die op hun site staat, dus bijvoorbeeld ook reacties. Als daar smadelijke of lasterlijke reacties tussen staan, kunnen media hoge boetes krijgen en verantwoordelijke redacteuren soms flinke gevangenisstraf. 

Online media hebben, in tegenstelling tot reguliere media, geen vergunning nodig. Ze worden echter wel aangemoedigd zich vrijwillig in een register te laten opnemen. Alleen geregistreerde media worden uitgenodigd voor persconferenties. En alleen geregistreerde media mogen de overheid bellen met persvragen. De vergunningen kunnen echter makkelijk worden ingetrokken. 

Tot slot zijn de meeste internetproviders (deels) in staatshanden. De geheime dienst FSB heeft toegang tot al het verkeer, al mag ze niet zomaar inhoudelijk naar berichten kijken, daarvoor is gerechtelijke toestemming nodig. De FSB is echter aan niemand verantwoording schuldig. Er is geen onafhankelijke toezichthouder. Russische dissidenten moeten er dus vanuit gaan dat hun internetverkeer wel degelijk wordt afgetapt.

Open Net Initiative Het Open Net Initiative (ONI) is een samenwerkingsverband tussen het Citizen Lab en Harvard’s Berkman Center for Internet and Society. ONI onderzoekt verschillende vormen van filtering en censuur. Lees hier ONI’s rapport over Rusland