Hoe Groningen alsnog op de wereldkaart kan worden gezet
In de provincie Groningen ging ik op zoek naar perspectief en viel van de ene emotie in de andere. Dit is aflevering 5 van een drama in tien bedrijven en tien emoties. Vandaag: hoop. Want, wat ooit door mensen is opgebouwd, kan ook door mensen weer worden omgebouwd - tot een museum, bijvoorbeeld.
Nadat NAM en de overheid hadden toegegeven dat ze verantwoordelijk waren voor de schade in Groningen, stuurden ze experts om te helpen. Maar die hadden weinig bij te dragen aan een oplossing. In deel 5 van deze serie: zijn de Groningse problemen misschien ook te zien als een kans? Om Groningen bekend te maken in de rest van Nederland, de wereld?
Een bevriende Amsterdamse projectontwikkelaar, Ton van Namen, zei in een gesprek dat ik met hem had een paar dagen voor mijn bezoek aan Huizinge dat hij wel kansen zag voor Groningen. Hij begon met een doemscenario: ‘Het probleem van de bevingen zal nog lang blijven bestaan. Er wordt gedaan alsof minder gas tot minder bevingen zou leiden, maar dat is niet zo.
Bovendien is onze welvaart sinds de jaren zeventig gefundeerd op dat gas. We zijn eraan verslaafd geraakt. In 2013 is er voor 13 miljard euro uit de grond gehaald, waarvan 11.7 miljard naar de staat is gegaan. En afgezien daarvan, er is nooit een aardbevingsbestendig gebouw te maken met baksteen. Je kunt die huizen en gebouwen dus wel repareren, maar bij een volgende beving ontstaat er weer schade. Je moet dus niemand wijsmaken dat die huizen, die boerderijen, die kerken bevingsbestendig kunnen worden gemaakt.
Geef ze de mogelijkheid te verhuizen en doe dan niet moeilijk over geld. Een bedenk een andere manier van bouwen
Als mensen zich niet veilig voelen, moet je de problemen wegnemen. Geef ze de mogelijkheid te verhuizen en doe dan niet moeilijk over geld. Een bedenk een andere manier van bouwen: houtskeletbouw is bijvoorbeeld aardbevingsbestendig. Of laat een stuk van de provincie onder water lopen en bouw daar een soort drijvende huizen. Water dempt de beving.
Zie dus de problemen als een kans. En het gas is niet het enige probleem daar, er is ook ontvolking. Ga het land anders gebruiken, zou ik zeggen. Zet er windmolens op of panelen ter opwekking van zonne-energie. Probeer het geld dat de staat aan Groningen verschaft ook in duurzame projecten te steken.’
Een cultuurlandschap verandert continu
Als ik Van Namen, die nooit verder dan de stad Groningen is geweest, vertel dat het cultuurlandschap van het Groninger Hogeland uniek is en dat er – wat niemand in de rest van Nederland lijkt te weten, ook Van Namen niet – tweeduizend Rijksmonumenten staan, waarvan zo’n honderd prachtige middeleeuwse kerken, reageert hij als de projectontwikkelaar die graag ‘out of the box’ denkt: ‘Dat cultuurlandschap is door mensen gemaakt. Er zal weer door mensen moeten worden ingegrepen bij de problemen van nu. En probeer niet te behouden wat niet behouden kan worden. Een kenmerk van een cultuurlandschap is toch dat het continu aan verandering onderhevig is door menselijk ingrijpen?’
Een spectaculair project waardoor de rest van Nederland en de wereld misschien eindelijk weet krijgt van die middeleeuwse kerkjes
En die kerken, en die wierdedorpen, die belangrijk cultureel erfgoed zijn? ‘Kies de beste dorpen en de belangrijkste kerken uit en probeer die te behouden door op zoek te gaan naar innovatieve methoden. Desnoods door de kerken steen voor steen af te breken en ze op een bevingsbestendige ondergrond te plaatsen. Een spectaculair project waardoor de rest van Nederland en de wereld misschien eindelijk weet krijgt van die middeleeuwse kerkjes. Dan maak je dus tien, of liever vijf van die dorpjes en daar komen dan veel mensen op af. Museale dorpen dus. Daar is niks mis mee en dat brengt in ieder geval geld in het laatje.’
Ik bedenk dat ik hem toch maar eens mee naar het Hogeland moet nemen om hem weer ‘in the box’ te krijgen. Wel kan ik meegaan in zijn suggestie aan de provincie om de problematiek op de voorpagina van de kranten te houden door met intelligente voorstellen en oplossingen te komen: ‘Onder leiding van bijvoorbeeld de commissaris van de Koning zou een groep slimme mensen bij elkaar kunnen worden gebracht – architecten, geologen, economen, kunstenaars, boeren, projectontwikkelaars – die geregeld de koppen bij elkaar steken om oplossingen te bedenken.’
‘U leeft in een goddelijk landschap’
Reint Wobbes neemt het out of the box-denken van Van Namen niet echt serieus. En wat die ontvolking betreft, denkt hij met plezier terug aan een symposium in Warffum met vier hoogleraren die zich met de leegloop in Europa bemoeien. Een Schotse professor had tegen hem gezegd: ‘Ik was hier nooit geweest, ik had er ook nog nooit van gehoord, maar ik heb nu rondgekeken en ik kan zeggen: U leeft in een goddelijk landschap. Dat is uw grootste kapitaal. Maakt u zich maar geen zorgen.’ Een een professor uit Amsterdam had tegen hem gezegd: ‘Moeten we altijd blijven groeien? Dat kan toch niet? Leegloop is niet veel anders dan verandering.’
Ook over het museumplan van Van Namen doet Wobbes wat lacherig: ‘Het kan ons eigenlijk niet zo veel schelen dat die Hollanders niet naar onze kerken komen kijken. En als die toeristen inderdaad op onze kerken afkomen, kunnen we dat prettige sleutelsysteem ook niet meer handhaven. Trouwens, toerisme is slecht voor elk gebied. Kijk maar eens in Friesland. Mooie plaatsen als Woudsend worden verpest door al die gigantische witte botenloodsen. In die zin verschillen we flink van de Friezen, die veel nationalistischer zijn. Trots op hun land enzo. Ik zal het nooit uit mijn strot kunnen krijgen dat ik er trots op ben een Groninger te zijn. Wat kan ik daar nou aan doen? Redelijk tevreden ben ik ermee. En ik woon hier ook goed.’
Dit artikel is het vijfde deel van een journalistieke zoektocht in tien etappes en tien emoties. Maandag verschijnt deel 6, waarin een beving van andere aard door Groningen gaat. Hierin wordt de impact beschreven van het rapport van de Onderzoeksraad Voor Veiligheid.