Hoe de commissaris van de Koning in Groningen de moed erin houdt
Ik trok de provincie Groningen door, op zoek naar perspectief. Ik viel van de ene emotie in de andere. Dit is aflevering 9 van een drama in tien bedrijven en tien emoties. Vandaag: zowaar, het begin van een visie. ‘Ik zie een gebied voor me dat absoluut onafhankelijk is van het gas, waar de energie door dorpscentrales wordt opgewekt.’
Voor een iets ruimer perspectief, en misschien wel voor een visie, ga ik op bezoek bij de commissaris van de Koning, Max van den Berg, in het Groninger Provinciehuis. Hij heeft zich geregeld kritisch uitgelaten over de manier waarop de NAM en de Nederlandse Staat de aardbevingsslachtoffers behandelen.
Aanvankelijk spreken we over hoe onbegrijpelijk het is dat professionals in de afgelopen veertig jaar niet hebben geweten van het causale verband tussen de gaswinning en de bevingen. Dat het lijkt alsof die technocraten nog steeds in een tunnel zitten. Maar al gauw begint hij aan wat op een privécollege begint te lijken.
‘Ik vind dat Groningers recht hebben op een droom. Ik kom uit de stadsvernieuwing en toen vonden we de jarenzestigvisie op de oude wijken achterhaald. Tegen de vlakte was toen het idee. Nieuwbouw erop, snelle wegen erdoor en klaar. Mijn generatie bedacht, met steun van de mensen uit de oude wijken, iets anders. Die mensen vonden dat ze daar eigenlijk heel mooi woonden en met die woonculturele waarden gingen we aan de gang. We probeerden te renoveren - ook scholen, kerken, de openbare ruimte, al die dingen. Dat was de omslag, de nieuwe manier. Toen zijn die woningen terugverkocht aan de bewoners en zo ontstond er een nieuwe visie op waar een woning aan moest voldoen.’
‘Die omslag van technocratie naar sociaal-cultureel denken moeten we opnieuw meemaken in dit gebied. Nu wordt er nog te simpel gedacht. Namelijk dat die woningen in een soort bunkers moeten veranderen omdat ze anders niet te behouden zijn. Wat een flauwekul! Je kunt een landschap toch niet zo sterk veranderen op die manier. Dan is alle woonbeleving weg, de kwaliteit waarom je hier woont is weg, de waarde is weg, het heeft geen toekomst. Er zijn heel veel goede monumentenarchitecten die veel ervaring hebben met hoe je ingrepen kunt doen die dichter bij de woningen blijven en ook minder individueel zijn. We moeten met de mensen in de dorpen toe naar dorpsvernieuwing. En dan zullen er mensen zijn die dat allemaal veel te ingewikkeld vinden en weg willen. Die moet je uitkopen en dat moet op een royale manier gedaan worden.’
Er wordt gedacht dat die woningen in een soort bunkers moeten veranderen omdat ze anders niet te behouden zijn. Wat een flauwekul!
‘Ook de schadeafhandeling moet niet meer individueel gedaan worden, maar langs een compleet ander netwerk lopen: een geprogrammeerde aanpak per dorp. En dan betekent dorpsvernieuwing ook dat je de nieuwste technieken gebruikt. Er is al veel meer aan techniek dan iedereen beweert, er is veel meer kennis over hoe je de ondergrond versterkt. Voor een deel bouw je die kennis ook op.’
‘De organisatie van de dorpsvernieuwing hoeft niet ingewikkeld te zijn. In de Oosterpoort, in de stad Groningen, hebben we ooit een wijkraad opgezet. Een hele structuur met een projectgroep waarin bewoners, architecten, opbouwwerkers, sociale werkers en mensen uit de scholen zaten; straat voor straat werden er plannen gemaakt en werd het allemaal ontwikkeld. Er is geen enkele reden te bedenken waarom dat hier niet op dezelfde manier zou kunnen. Die stadsvernieuwing hebben we moeten uitvinden, en hier moeten we datzelfde doen met de dorpsvernieuwing.’
Een droom over een droom
‘Mijn droom is dat Groningers een droom hebben waardoor ze niet alleen in angst wachten op de volgende klap, maar waarin ze de kans krijgen vooruit te kijken. Ikzelf zie een gebied voor me dat absoluut onafhankelijk is van het gas, waar de energie door dorpscentrales wordt opgewekt. Niet op een houtje-touwtjemanier, maar op een moderne manier. Met een combinatie van wind uit zee en dorpscentrales die energie produceren op zon, mest en groen gas. En dan zie ik dat wij Groningers het voorbeeld geven aan Nederland, dat wij laten zien hoe wij straks een energiesysteem krijgen dat duurzaam is. Dat veel minder gerelateerd is aan het fossiel, iets wat je hooguit af en toe nog inzet als je in de problemen zit. Het betekent ook nieuwe uitvindingen, nieuw werk, nieuwe investeringen, en daar zijn we al druk mee bezig.’
‘Je kunt niemand vragen vandaag te vergeten. Wat je wel kunt doen, is een toekomstperspectief bieden, en dat ben ik aan het doen. De mensen moeten vandaag geholpen worden, ze zitten vandaag in de shit, en als ze zich niet betrokken voelen bij een toekomstverhaal en mede de baas zijn over dat verhaal, dan komt er niks in beweging, dan zakt het in elkaar. Als je dat wil voorkomen, heb je die droom nodig. Ik gaf net die droom op energiegebied, maar je kunt veel verder gaan. Laat kunstenaars (en daar hebben we er veel van op het Hogeland) ook maar meedromen. Dat zijn creatieve mensen, die altijd al een visie hebben gehad op de kwaliteit van het landschap, op het erfgoed. Datzelfde geldt voor jonge ondernemers. Waarom zou je nu niet vooruitdenken en dingen mogelijk maken? We hebben nu de centen, dus laten we dat geld gebruiken voor de toekomst van dit gebied.’
‘Ondertussen speelt de overheid een rare rol. Ze zou in ieder geval veel royaler moeten zijn. En dat is dus niks voor Economische Zaken. We hebben een ministerie van Bouwen nodig, zoals vroeger met Jan Schaeffer. En op de eerste plaats moeten we vanuit het belang van de mensen denken, niet vanuit de overheid of de Nederlandse Aardolie Maatschappij. We moeten de belangen van de bewoners verdedigen en ieder die niet in dat idee past, moet wijken. De regie van een en ander moet in handen zijn van de gemeenten en de provincie en uiteindelijk van de mensen in de dorpen die je faciliteert.’
Oké, dat lijkt op een visie, een begin van een andere aanpak en daar kan Max van den Berg voor geprezen worden. Maar ondertussen gaat de pas benoemde Nationale Coördinator Hans Alders erover en niet de commissaris. En ondertussen heb ik nog niets gemerkt van initiatieven met betrekking tot de door hem onontbeerlijk geachte dorpsvernieuwing.
Dit artikel is het negende deel van een journalistieke zoektocht in tien etappes en tien emoties.
De serie tot nu toe:
Hoe moet het verder met Groningen, zo getroffen door krimp en bevingen? Dat is de leidende vraag voor mijn zoektocht. Ik trok de provincie door, op zoek naar perspectief, en viel van de ene emotie in de andere.