Nieuws is pathologisch pessimistisch. Tijd om daar iets aan te doen

Karel Smouter
Journalist, gespecialiseerd in boerenprotesten
Constructieve journalistiek is ook het perspectief kantelen waarmee een journalist zijn onderwerp benadert. Op de foto: persfotograaf Charlie Riedel verslaat een protest in Ferguson in augustus 2014. Foto: Sid Hastings / Hollandse Hoogte

Het is met afstand de meest gestelde vraag onder artikelen van De Correspondent: zo moet het dus niet, maar hoe dan wel? Het nieuwe boek From Mirrors to Movers helpt journalisten om het nieuws anders te vertellen. Dit zijn de inzichten die ik eruit opdeed.

Ontmoet Enzo Knol, en YouTubefenomeen. Elke dag kijken honderdduizenden kinderen en tieners

Hij is de man die menig televisiecoryfee in populariteit verslaat. Waarmee?

‘Mijn grootste boodschap is [...] Er gebeuren heel veel nare dingen in de wereld, alleen daar besteed ik geen aandacht aan. Zo van: ‘Zo man Enzo, dat is heftig wat daar in de wereld is gebeurd, in dat land, daar moet je wat mee.’ Nee, dat doe ik niet, ik focus me op leuke dingen.’

Tsja.

Dat je op een zekere leeftijd, a sadder and a wiser man geworden, de wereld links laat liggen, dat is nog wel te begrijpen.

Maar dat je als jonge vent de buitenwereld zo nadrukkelijk buiten de deur houdt en tot een icoon van je generatie uitgroeit, stemt toch mismoedig.

Alhoewel: geef hem eens ongelijk.

Een wereld vol ‘nare dingen’

‘De wereld’ blijkt voor Knol een synoniem voor ‘heel veel nare dingen.’ En wat vormt je wereldbeeld nu, anders dan het nieuws dat je de hele dag voorbij ziet komen?

Dat nieuws gaat nu eenmaal vrijwel alleen over ‘nare dingen.’ Ter illustratie, zo zag Nu.nl eruit, op het moment dat ik dit schreef:

  • Twee doden bij steekpartij in Zweedse vestiging Ikea
  • ‘Omkoping in zaak Staatsliedenbuurt’
  • Maleisië onderzoekt mogelijke MH370-brokstukken op Malediven
  • Turkse agenten komen om na ontploffing bermbom
  • Veertig woningen ontruimd in Groningen wegens gaslek
  • Man opgepakt na schijnen van laserpen op vliegtuigen Schiphol
  • Autobom ontploft bij vliegveld Kabul
  • Internationaal overleg over rapport MH17

Als je zo’n opsomming op je scherm ziet verschijnen, dan scroll je toch als de wiedeweerga door naar Nu.nl/achterklap?

Daar word je tenminste onderhoudend bijgepraat over de haarimplantaten van Frits Huffnagel en ander nieuws waar je nauwelijks wakker van zult liggen (en gemakkelijk mee in slaap komt).

De grote, boze buitenwereld komt in deze kolommen slechts voorbij in de vorm van de opinies van en

BN’ers, wier opvattingen zich doorgaans laten samenvatten tot: ‘Al die aandacht voor vluchtelingen, Grieken, of willekeurig welke anderen ook, terwijl de Nederlandse ouderen weer eens de dupe zijn?!?!?!’

Geef toe, zo’n wereldbeeld is wel zo overzichtelijk.

Verkeerde antwoord op de juiste vraag

Ik kan kortom een heel eind meekomen met Knol en Keyl, maar denk dat ze het verkeerde antwoord op de juiste vraag geven.

Ja, de wereld is complex. En zeker, het nieuws is vaak slecht. Het is goed om je af te vragen of dat niet anders kan. Maar versimpelen of negeren lost dat niet op.

Het nieuws kan namelijk ook ánders worden verteld. Daar hebben wij de afgelopen jaren ook mee geëxperimenteerd.

  • We vroegen elke week een ode aan ‘iets, iemand of ergens’ te schrijven. ‘Omdat journalistiek naast kritisch ook lyrisch moet durven zijn.’ Steeds meer journalisten - ook wij bij De Correspondent - zijn daarmee aan het experimenteren.
  • We sluiten onze journalistieke zoektochten tegenwoordig stelselmatig af met suggesties voor hoe het ook, beter of anders kan. en passeerden zo de revue. Ook het werd verkend.
  • Ook in onze buitenlandberichtgeving zoeken we naar onverwachte perspectieven. We schreven over Mexicanen die aanleggen, burgerinspecteurs die de visstand op peil willen houden, het onverwachte recept of EU-beleid dat - het kan -
  • Collega Rutger Bregman riep zelfs een in het leven. Want waarom zou je je lezers niet uitdagen om eens de daad bij al die woorden op De Correspondent te voegen?

Deze experimenten vallen samen onder de noemer ‘constructieve journalistiek.’

Cathrine Gyldensted, een Deense journaliste, schreef er onlangs het boek over en traint overal ter wereld journalisten. Ook bij op onze redactie kwam ze al eens langs. Dat leverde een inspirerende workshop en een aan ons gewijd hoofdstuk in haar boek op.

Wie is deze vrouw en waarom moet je haar kennen?

Hoe een Deense journaliste ‘haar slachtoffers doodde’

Als Amerikacorrespondent voor het Deense radionieuws moest Gyldensted een verhaal maken over de impact van de bankencrisis. Het waren de dagen van de massale huisonteigeningen en grote bezuinigingen, dus ze had al gauw een invalshoek te pakken.

Ze zou met dakloze Amerikanen gaan spreken. De boodschap van het item: ‘Dit is het lot dat steeds meer Amerikanen treft.’

Maar toen ze met een dakloze vrouw sprak, merkte ze dat ze ineens een ander soort vragen begon te stellen.

  • Wat heb je gedaan om verder te komen in het leven?
  • Wie hebben je daarbij geholpen?
  • Wat heb je geleerd van de ervaring dakloos te worden?
  • Wat heb je nodig om jouw problemen op te lossen?

De antwoorden bliezen haar omver, vertelt ze in haar boek. ‘Ik kwam om een verhaal te halen over hopeloosheid en verlies, maar kwam terug met een verhaal waarin nog steeds de feiten op een rij werden gezet, maar dat toch een geheel andere toon had. Hier was een vrouw aan het woord die vertelde over de oplossingen die ze voor zich zag, in plaats van over haar problemen.’

Haar devies is sindsdien: ‘Zo krijg je een rijker, genuanceerder beeld van je medeburgers.’

Want ook al zijn mensen nog zo gedupeerd, benadeeld en getroffen, er is altijd ook een ander verhaal te vertellen. En om echt recht te doen aan de persoon die je aan het woord laat, zul je dat óók moeten vertellen.

Nu bestaan er - zeker onder journalisten - nogal wat misverstanden over constructieve journalistiek. Je zou bijvoorbeeld kunnen denken dat een constructieve journalist van de weeromstuit alleen maar op zoek gaat naar eendimensionale heldenverhalen.

Dat valt mee, zo hoop ik zo direct te laten zien. Maar eerst: wat is constructieve journalistiek allemaal niet?

Wat het niet is: tandeloze journalistiek

In een dat Gyldensted schreef met mediaonderzoeker Karen McIntyre, geeft ze een eerste officiële definitie van de term.

Constructieve verhalen willen niet alleen zo juist mogelijk informeren, maar mensen ook perspectieven aanreiken om te streven naar verandering

‘Het is iets anders dan positief nieuws. Dat draait vooral om het verbeteren van de stemming van de lezers. Meestal missen zulke verhalen maatschappelijke relevantie en de belangrijkste functies van de journalistiek. Constructieve journalisten, daarentegen, hebben juist dezelfde ambities als hun collega’s. Ze willen net als elke journalist belangrijke informatie ontsluiten, de macht verantwoordelijk houden en het publiek op de hoogte brengen van mogelijke gevaren.’

Constructieve verhalen willen niet alleen informeren, ze willen mensen ook perspectieven aanreiken om te streven naar verandering. Dat is geen recept voor rooskleurigheid, maar juist een manier om het journalistieke handwerk - met alle scrupules van dien - te blijven verrichten.

Om de macht beter te controleren, in plaats van minder goed.

Wat is de moeilijkste vraag?

Want: op een vraag over problemen op een ministerie zal een woordvoerder zijn minister voorbereiden. Op de vraag wat er anders zou kunnen doorgaans niet.

Het is een manier om geïnterviewden te verrassen. Om moeilijker vragen te stellen, in plaats van vragen waar je gemakkelijk mee wegkomt.

Ik merkte dat zelf toen ik een maand meeliep met de Toen ik het traditionele kritische repertoire aan vragen op deze ambtenaren afvuurde (‘klopt het dat veel asielzoekers ten onrechte worden teruggestuurd?’), schoten ze direct in het defensief en klapten ze dicht.

Maar toen ik het over een andere boeg besloot te gooien en hun vroeg wat er nodig was om hun werk beter te gaan doen, gingen Ze vertelden over de vele dilemma’s uit hun werk en hun innerlijke worsteling met de harde kanten ervan. Kortom: ik kreeg het inkijkje waar ik naar op zoek was.

‘Ik daag journalisten uit om hun journalistieke gereedschapskist uit te breiden, niet om deze te vervangen,’ zegt Gyldensted in haar boek.

Wat zit er dan wel in die gereedschapskist?

Gyldensted maakt gebruik van inzichten uit de en roept journalisten op hun voordeel daarmee te doen.

Want journalisten hebben te vaak, in de woorden van Gyldensted, een ‘pathologische’ blik op de wereld. Ze zoeken - onbewust - extreme voorbeelden op om misstanden mee aan de kaak te stellen. Zoals een dokter een kwaal diagnosticeert, stelt een journalist diagnoses van de samenleving.

Een journalist kan - handelend volgens dit frame - tevreden naar huis als hij een probleem zo adequaat mogelijk in beeld of onder woorden heeft gebracht. De Deense stelt daar een andere werkwijze tegenover. Deze begint bij de bewustwording van het feit dat het ‘negatieve’ frame ook maar een blik op de werkelijkheid is.

Zoals een goede psycholoog je niet alleen bevestigt in wat je allemaal niet hebt, maar soms ook confronteert met wat je allemaal wel hebt, zo kan ook een journalist het beeld van zijn publiek op de wereld doen kantelen.

Bloopers en tekortkomingen, conflicten en slachtoffers zijn deel van deze wereld. Maar: herstelde relaties, tweede kansen, bevrijde kindsoldaten en aan de armoede ontsnapte Afrikanen zijn dat evenzeer.

Dat er nu een methode is om journalisten van hun blinde vlek af te helpen, is grote winst.

Stel je voor dat Nu.nl er zo uitziet:

Dan piepen Enzo Knol en de zijnen straks wel anders. Toch?