Zoals een kind zich zou vermommen, zo was hij gekleed. Lucille, al vijfentwintig jaar mijn vrouw, sloeg in eerste instantie geen acht op hem. Ze zat zelf ook een boek te lezen. Ik had geen boek; in de trein staar ik graag wat uit het raam.

Maar het was moeilijk om niet naar deze jongen te kijken. Zo schaamteloos als hij daar zat, met die uitstulping in zijn broek, met die zonnebril ondanks het fletse licht, met dat hoedje. Maar meer nog was het zijn gezichtsuitdrukking. Een zekere brutaliteit of olijkheid. Nee, dat zijn niet de juiste woorden. Een bijna arrogant soort zelfverzekerdheid. Hij leek dat boek van Wilde te lezen alsof hij het werk van een gelijke las. Alsof hij dacht: Niet slecht, Oscar. Niettemin zie ik hier en daar wel wat verbeterpunten.

Hij leek dat boek van Wilde te lezen alsof hij het werk van een gelijke las. Alsof hij dacht: Niet slecht, Oscar. Niettemin zie ik wel wat verbeterpunten

Ik ben niet echt een lezer. Vroeger wel. Ik heb wat klassiekers gelezen. Maar na een tijdje, als ik dan weer eens een boek oppakte, dan las ik de eerste paar pagina’s en wist ik ineens niet meer waar het goed voor was. Andermans levens, andermans verhalen. Waarom moest ik die kennen?

Lucille leest iedere week wel een boek. Maar het zijn niet de boeken die ik las, geen boeken of schrijvers waarvan ik ooit heb gehoord. Het valt me op dat ze vaak het silhouet of gezicht van een mooie vrouw op het omslag hebben. Of iemand die naar de zee loopt, met haar rug naar je toe. Lucille is praktisch onbereikbaar als ze leest. Bij sommige passages slaakt ze een zucht. Heel soms vindt ze een stukje zo mooi dat ze heel even mij aankijkt. Dan zie ik dat ze een afweging maakt, dat ze me er eigenlijk over wil vertellen. Ze doet dat maar zelden.

Niet zo vreemd dus dat de jongen Lucille pas opviel toen hij zijn boek liet zakken en met luide stem tot ons sprak. ‘Typisch,’ zei hij, nog steeds onderuitgezakt, met die bult tussen zijn benen. Achter het woord stond een duidelijke punt; hij had hier alles mee gezegd. Ik was zo verbaasd dat ik in de lach schoot.

Lucille keek van hem naar mij en weer naar hem. ‘Pardon?’

‘Een echtpaar als u,’ zei de jongen. ‘Het hele plaatje. Uw kleren. Uw burgerlijke haar. Dat flutboekje. Typisch.’

Ik zag Lucille rood worden. Ik ken haar; ik weet hoe snel de verontwaardiging als hitte naar haar gezicht trekt. Ze keek naar me en zag me lachen. Ik had haar misschien moeten bijstaan, ik had misschien voor mezelf moeten opkomen. Maar het lukte niet. Lucille zag het en werd nog roder. En wat Lucille niet zag, was dat de jongen nu ongegeneerd aan zijn bult krabde. Ik moest nog harder lachen en Lucille werd nog kwader.

En wat ze toen zei, mijn Lucille, was het volgende: ‘Je bent zelf ook typisch. Typisch stom!’ Toen moest ik zo hard lachen dat ik haastig naar het toilet liep om niet in mijn broek te plassen.

Toen we de trein verlieten, wist ik dat er nog iets zou komen. En het kwam: ‘Je liet me daar gewoon met hem achter. Hij had me wel iets kunnen aandoen. En wat is er mís met mijn boek? Of met hoe wij eruitzien? Hij had zelf een hartstikke stom hoedje op!’

Op dat moment sloeg ik mijn arm om haar schouders en drukte ik een kus op haar slaap. Nog steeds lachte ik. Sterker nog: de rest van die dag schoot ik steeds opnieuw in de lach. En ook keek ik steeds naar Lucille en zag ik de schitterende eenvoud van haar hart en hield ik van haar. En ik wist weer waarom.

Eerder in deze serie:

Een dag uit het leven van de vrouw die alles wilde wegsnijden Welke levens gaan er schuil achter al die onbekenden om je heen? Ik ontmoet ze, fotografeer ze en verzin hun verhaal. Deel zes: de vrouw die wilde branden. Lees hier het zesde deel uit deze serie Een dag uit het leven van de man die op Riekie wachtte Welke levens gaan er schuil achter al die onbekenden om je heen? Ik ontmoet ze, fotografeer ze en verzin hun verhaal. Deel vijf: de man die het niet verdiende te worden uitgelachen. Lees hier het vijfde deel uit deze serie Een dag uit het leven van de man die niet over gemiste kansen dacht Welke levens gaan er schuil achter al die onbekenden om je heen? Ik ontmoet ze, fotografeer ze en verzin hun verhaal. Deel vier: de man die op niemand acht sloeg. Lees hier het vierde deel uit deze serie Een dag uit het leven van de man die terugging naar zijn moeder Welke levens gaan er schuil achter al die onbekenden om je heen? Ik ontmoet ze, fotografeer ze en verzin hun verhaal. Deel drie: de man die vlucht voor Barrie. Lees hier het derde deel uit deze serie Een dag uit het leven van de schrijver die wacht op de woorden Welke levens gaan er schuil achter al die onbekenden om je heen? Ik ontmoet ze, fotografeer ze en verzin hun verhaal. Deel twee van een vijfluik: de schrijver uit Duitsland die in Amsterdam de laatste hand zou leggen aan zijn roman. ‘‘Geht gut,’ whatsappte hij naar Ulrike.’ Lees hier het tweede deel uit deze serie Een dag uit het leven van Hank en Claudette Welke levens gaan er schuil achter al die onbekenden om je heen? Ik ontmoet ze, fotografeer ze en verzin hun verhaal. Deel één van een vijfluik: over een Amerikaanse droom op het Amsterdamse IJ.
Lees hier het eerste deel uit deze serie