Klimaatverandering is een vorm van geweld
Wat is klimaatverandering eigenlijk? Is het onrecht, natuurgeweld of een tragedie die ons domweg overkomt? Ik betoog in dit essay dat het een vorm van geweld is en spreek me uit tegen de taal die dit geweld verhult.
Als je arm bent, is waarschijnlijk de enige manier waarop je iemand kunt verwonden de oude, traditionele manier: door middel van wat je ‘ambachtelijk’ geweld kunt noemen – met je handen, met een mes, of met een knuppel – of misschien door middel van iets moderner rechtstreeks geweld, met een geweer of met een auto.
Maar als je heel rijk bent, kun je je op industriële schaal aan geweld bezondigen, zonder dat je daarbij je handen letterlijk vuil hoeft te maken. Je kunt bijvoorbeeld een sweatshop bouwen in Bangladesh en meer mensen de dood in jagen dan een ‘ambachtelijke’ massamoordenaar ooit voor elkaar heeft gekregen, of je kunt de voor- en nadelen tegen elkaar afwegen van het in de wereld brengen van gifstoffen of onveilige machines – iets wat fabrikanten iedere dag doen. Als je de leider van een land bent, kun je een oorlog beginnen en honderdduizenden of miljoenen mensen laten sneuvelen. En de nucleaire supermachten – de Verenigde Staten en Rusland – hebben anno 2015 nog steeds de mogelijkheid om behoorlijk wat leven op aarde te verwoesten.
Dat geldt ook voor de fossielebrandstofbaronnen. Maar als we het over geweld hebben, hebben we het bijna altijd over geweld van onderop, niet van bovenaf.
Althans, dat dacht ik toen ik een persbericht ontving van een klimaatactiegroep die bekendmaakte dat ‘wetenschappers hebben geconstateerd dat er een rechtstreeks verband bestaat tussen klimaatverandering en een toename van het geweld.’ Wat de wetenschappers feitelijk zeiden, in een niet zo nieuwswaardig artikel in Nature van ruim drie jaar geleden, is dat er in de tropen meer conflicten zijn in de periode van El Niño, en dat dit wellicht kan betekenen dat ons tijdperk van klimaatverandering ook een tijdperk van burgeroorlogen en internationale conflicten zal worden.
De boodschap is dat gewone mensen zich slecht zullen gedragen in een tijdperk van geïntensiveerde klimaatverandering.
Dit alles klinkt logisch, tenzij je terugkeert naar de premisse van deze boodschap en opmerkt dat klimaatverandering zelf geweld is. Extreem, afschuwelijk, langdurig en wijdverbreid geweld.
Laten we praten over klimaatverandering als geweld
Klimaatverandering is antropogeen – zij wordt veroorzaakt door mensen, waarbij sommigen een veel grotere rol spelen dan anderen. We kennen de gevolgen: de verzuring van de oceanen en de ondergang van veel soorten die in die oceanen leven; het trage verdwijnen van eilandstaten als de Malediven; meer overstromingen, droogtes en mislukte oogsten, die tot voedselprijsstijgingen en hongersnood leiden; steeds onstuimiger weer (denk aan de orkaan Sandy en de tyfoon Haiyan op de Filipijnen en hittegolven die ouderen met tienduizenden tegelijk doen omkomen).
Klimaatverandering is geweld.
Je kunt de Arabische Lente als een klimaatconflict beschouwen
Dus als we willen praten over geweld en klimaatverandering – en daar hebben we het nu over, na het lezen van de angstaanjagende rapporten van ’s werelds topdeskundigen op klimaatgebied – laten we het dan hebben over klimaatverandering als geweld. Laten we ons, in plaats van ons zorgen te maken over de vraag of gewone mensen gewelddadig zullen reageren op de verwoesting van hun bestaansmiddelen, zorgen maken over die verwoesting zelf – en over het overleven van al die mensen. Natuurlijk zullen watergebrek, mislukte oogsten, overstromingen en andere factoren leiden tot massale migratie en klimaatvluchtelingen – dat is al gebeurd – en zal dit tot conflicten leiden. Die conflicten zijn zelfs al in gang gezet.
Je kunt de Arabische Lente, althans gedeeltelijk, als een klimaatconflict beschouwen: de stijging van de graanprijzen was een van de oorzaken voor die reeks van opstanden, die het aanzien van Noord-Afrika en het Midden-Oosten hebben veranderd. Enerzijds kun je je afvragen hoe fijn het zou zijn geweest als die mensen niet zo veel honger hadden geleden. Anderzijds moet je ook wel bekennen dat het fantastisch is dat deze mensen in verzet zijn gekomen tegen het feit dat ze beroofd werden van hun bestaansmiddelen en hun hoop. En dan moet je ook nog oog hebben voor de systemen die dit weer en deze honger in de hand hebben gewerkt – de enorme economische ongelijkheid in landen als Egypte en de meedogenloosheid waarmee mensen op de lagere treden van het sociale systeem ‘eronder’ worden gehouden.
Opstand tegen de onrechtvaardigheden van het systeem
Mensen komen in opstand als hun leven ondraaglijk wordt. Soms zorgt de materiële werkelijkheid daarvoor: door droogten, plagen, stormen en overstromingen. Maar voedsel en medische zorg, gezondheid en welzijn, toegang tot betaalbare huisvesting en onderwijs – al die zaken worden óók beheerst door geld en overheidsbeleid. Dat is waar de opstand die Occupy Wall Street heette zich tegen richtte.
Klimaatverandering zal de honger doen toenemen, wanneer de voedselprijzen stijgen en de voedselproductie gaat haperen. Maar er is nú al wijdverbreide honger op aarde en een groot deel daarvan is niet het gevolg van tekortkomingen van de natuur of van de boeren, maar van tekortschietende distributiesystemen. Bijna twaalf miljoen kinderen in de Verenigde Staten lijden honger, aldus het Amerikaanse ministerie van Landbouw. Dat komt niet doordat de grote, agrarisch rijke Verenigde Staten niet genoeg voedsel kunnen produceren. De Verenigde Staten zijn een land waarvan het distributiesysteem zelf gewelddadig is.
Klimaatverandering zal niet plotseling tot een tijdperk van eerlijke distributie leiden. Ik vermoed dat mensen de komende jaren in opstand zullen blijven komen tegen de zaken waartegen zij ook in het verleden in opstand zijn gekomen: tegen de onrechtvaardigheden van het systeem. Zij móéten wel in opstand komen, en wij moeten blij zijn dat ze dat doen, al moeten we misschien niet zo blij zijn dat ze dat moeten doen. (En we mogen hopen dat ze zullen inzien dat geweld niet noodzakelijkerwijs de bron van hun macht is.) Een van de gebeurtenissen die heeft bijgedragen aan het uitbreken van de Franse Revolutie was de mislukking van de graanoogst in 1788, waardoor de broodprijzen de lucht in schoten en de armen verhongerden. Zulke gebeurtenissen zouden misschien kunnen worden voorkomen door méér autoritarisme en meer geweld tegen de armen, maar dan ben je slechts bezig de deksel op een pan te houden die aan het overkoken is; een andere oplossing is het temperen van de warmte.
Een saai geschrift met gewelddadige implicaties
Dezelfde week waarin ik dat slecht doordachte persbericht over klimaat en geweld ontving, kwam Exxon Mobil met een beleidsrapport. Dat is een saai geschrift, tenzij je de gortdroge taal van het bedrijfsleven kunt omzetten in beelden van de gevolgen van uit winstbejag begane daden. Exxon schrijft:
Wij weten zeker dat geen van onze voorraden aan fossiele brandstoffen nu of in de toekomst onaangeroerd zal blijven. Wij geloven dat het ontginnen van deze grondstoffen van cruciaal belang is als we in de wereldwijd toenemende vraag naar energie willen voorzien.
Momenteel breken we ons het hoofd over de mate waarin we de aarde willen verwoesten
Met ‘onaangeroerd blijven’ bedoelt het bedrijf dat de voorraden aan fossiele brandstoffen – steenkool, olie en gas, die zich nu nog in de bodem bevinden – waardeloos zouden worden als we in de nabije toekomst zouden besluiten dat ze niet meer ontgonnen en verbrand mogen worden. Want wetenschappers zeggen dat we het grootste deel van de nu bekende voorraden aan fossiele brandstoffen in de bodem moeten laten zitten, als we de mildere boven de extremere versie van klimaatverandering verkiezen. Onder de mildere versie zullen onnoemelijk meer mensen – en soorten en plaatsen – kunnen overleven. In het best mogelijke scenario zullen we de aarde minder schade toebrengen. Momenteel breken we ons het hoofd over de mate waarin we de aarde willen verwoesten.
De slachtoffers van het geweld
In iedere arena moeten we naar het systemische geweld op industriële schaal kijken, en niet alleen naar het ‘ambachtelijke’ geweld van de machtelozen. Dit is vooral waar als het over klimaatverandering gaat. Exxon heeft besloten erop te gokken dat we het bedrijf er niet toe zullen dwingen zijn voorraden in de grond te houden, en het bedrijf stelt zijn aandeelhouders gerust dat het zal blijven profiteren van de snelle, gewelddadige en doelbewuste verwoesting van de aarde.
‘De verwoesting van de aarde’ – dat is een vermoeide uitdrukking, tenzij je het vertaalt in het gezicht van een hongerend kind of in het beeld van een verschraald stuk land – en dat dan een paar miljoen keer. Of als je je de zogenoemde ‘tweekleppigen’ inbeeldt - de sint–jakobsschelpen, oesters en arctische zeeslakken die geen schelpen meer kunnen vormen door de verzuring van de oceanen. Of een nieuwe superstorm die wéér een andere stad verwoest.
Klimaatverandering is geweld op wereldschaal, tegen plaatsen, soorten én mensen. Als we het fenomeen eenmaal bij de naam noemen, kunnen we eindelijk beginnen een echt gesprek te voeren over onze prioriteiten en waarden. Want de opstand tegen de meedogenloosheid begint met een opstand tegen de taal die deze meedogenloosheid verhult.
Dit essay werd uit het Engels vertaald door Menno Grootveld. Het is opgenomen in de essaybundel The Encyclopedia of Trouble and Spaciousness. Enkele details zijn geredigeerd om aan recente ontwikkelingen recht te doen en de leesbaarheid anno 2015 te vergroten.