Wat leert La Grande Bellezza ons?
Geen enkele krant liet het na om La Grande Bellezza vijf van de vijf sterren te geven. Dan voelt het onnodig om er ook nog eens een aanbeveling aan te wijden. Toch wil ik niet het risico lopen dat je deze film mist. Want dan mis je een schat aan zelfinzicht.
Vrijwel geen enkele filmrecensent liet het na La Grande Bellezza (De Grote Schoonheid) vijf sterren te geven. En vrijwel allemaal weiden ze uit over de gelijkenissen tussen het regisseur-acteurduo Paolo Sorrentino en Toni Servillo van La Grande Bellezza en Federico Fellini en Marcello Mastroianni. Hoopgevend dat in de filmwereld grootsheid in nieuwe gedaantes terugkomt, maar interessanter is het om La Grande Bellezza in deze tijd te zien. Nog specifieker: in je eigen leven.
La Grande Bellezza gaat over een 65-jarige journalist, Jep Gambardella, die teert op oude roem, elke avond feest en pas naar bed gaat als de rest van Rome wakker wordt.
De film is alleen al om hoe innemend Servillo acteert je tijd waard. Tel daar het prachtige zwierige camerawerk, de opzwepende mix tussen eurotrash-feestmuziek en opera en de schoonheid van het Romeinse decor bij op en je weet waarom je niet moet wachten tot deze film op Netflix staat. Maar dat is niet waarom ook ik de behoefte voel om er een stukje over te tikken.
Nee, wat La Grande Bellezza wat mij betreft vooral zo bijzonder maakt is dat je de film kunt zien als een pleidooi voor pretentieloos je best doen.
Dat komt het krachtigst naar voren in de meest geruststellende scène uit de film, waarbij Gambardella een vriendin laat inzien dat haar scherpe oordelen over anderen slechts haar eigen onzekerheden en leugens dienen te verbloemen. In een pijnlijk en precies monoloog van een paar minuten ontmaskert Gambardella die vriendin, om haar daarna te vragen de vriendengroep voortaan met affectie te bezien. We proberen allemaal maar wat in het leven en sta elkaar alsjeblieft bij, wil hij maar zeggen.
Je kunt de film zien als een pleidooi voor pretentieloos je best doen
Alle personages met pretenties moeten het ontgelden in La Grande Bellezza. De stripper die ‘geraffineerd’ wil optreden, een waarzegger die zich verschuilt achter loze kreten, een kunstenaar die opzettelijk heel hard tegen een stenen muur aanloopt. Een voor een staan ze voor gek.
De meest bescheiden kunstenaar - een jong meisje dat weigert op te treden omdat ze liever wil spelen - maakt uiteindelijk, huilend, het mooiste kunstwerk.
‘Het is maar een truc,’ zegt een vriendelijke illusionist over een zojuist uitgevoerde en onwaarschijnlijk goede verdwijnact.
En een toneelschrijver maakt pas indrukwekkend werk als hij op aanraden van Gambardella zijn quasiliteraire probeersels opgeeft.
Deze interpretatie van La Grande Bellezza zegt waarschijnlijk meer over mezelf dan over de film. En dat is juist de kracht van Sorrentino’s meesterwerk. Het tweeëneenhalfuur durende spektakel laat zo veel overdonderende indrukken achter dat je door deze te interpreteren jezelf beter leert kennen. Daar kun je tijdens de prachtige aftiteling al mee beginnen.