Je dromen waarmaken? Denk er dan vooral niet aan

Ernst-Jan Pfauth
Mede-oprichter De Correspondent
Illustratie: Peter Berkowitz (voor De Correspondent)

De grootste bedreiging voor het waarmaken van onze dromen, zijn die dromen zelf. In dit deel van de verhalenreeks over zelfverbetering leren we van een radio-dj, schrijver, kok en pianospeler hoe het dan wel moet.

Je droomt al jaren over die roman. Je ziet je debuut al in de boekhandel liggen - stapels hoog, naast de kassa - hoort Matthijs van Nieuwkerk al zeggen dat dit het beste boek van het jaar is, voelt het rode tapijt van het Boekenbal al onder je voeten en geniet van al die lezers wier leven dankzij jouw boek ‘nooit meer hetzelfde zal zijn.’

Je hebt alleen nog geen letter op papier.

Dus neem je plaats achter je bureau, open je je laptop en begin je te tikken.

Grote kans dat je het na een paar zinnen weer voor gezien houdt.

Je ziet de droom voor je, maar die paar kronkelige zinnen die nu op papier staan lijken die nooit waar te kunnen maken. Hoe kunnen ze de basis vormen voor een boek dat het land - de hele wereld - op zijn kop zet?

Een van de beste verhalenvertellers ter wereld, Ira Glass van noemde dit probleem the gap.’ Luister even mee:

Vimeo plaatst cookies bij het bekijken van deze video Vimeo
Ira Glass over ‘the gap’

Vrij naar Glass: je begint met schrijven omdat je een goede smaak hebt. Maar dankzij die smaak zie je ook dat wát je schrijft nog niet goed is. Je raakt teleurgesteld en haakt af. De enige manier om niet in ‘the gap’ (‘het gat’) te vallen? Blijven schrijven. Net zolang tot je het goed vindt.

Dat kan zomaar een decennium duren. Kijk maar naar De Amerikaanse schrijver vertelde onlangs in een met Vrij Nederland over ‘duizenden pagina’s onafgemaakte schrijfsels’ uit zijn twintiger jaren. ‘Ik kon het niet – schrijven. Je leest iets van een ander en dan denk je: zo moet het. Ik was niet volwassen genoeg.’ En nee, zegt Auster desgevraagd, hij gaat die schrijfsels, op na, nooit publiceren.

Ja, twee geslaagde zinnen op duizenden mislukte pagina’s.

Auster dacht niet na over de haalbaarheid van zijn dromen. Hij richtte zich liever op het schrijven zelf.

Ik denk dat Auster een gevierd auteur is geworden omdat hij zich niet door al die slechte schrijfsels liet ontmoedigen. Hij dacht niet na over de haalbaarheid van zijn dromen en richtte zich op het schrijven zelf.

Verdomd moeilijk, je dromen negeren. Ga maar na: zes maanden zweten in de sportschool, ben je nog steeds kilo’s spiermassa verwijderd van de bonk naast je. Eet je al een jaar gezond, lijk je nog steeds niet op Doutzen Kroes. Volg je honderd pianolessen, kun je de eerste ballade van Chopin nog niet ten gehore brengen.

Per ongeluk twee Michelinsterren krijgen

Misschien komt succes daarom zo vaak aanwaaien. Omdat mensen geen kans kregen moedeloos te worden van hun dromen.

Zoals horecamogul David Chang. Hij is oprichter van een van de hipste restaurantketens ter wereld, en het culinaire tijdschrift Lucky Peach. Zijn vijfhonderd man personeel werkt in vestigingen verspreid over de Verenigde Staten, Canada en Australië. Toen bij Momofuku’s tienjarig jubileum naar Changs geheim vroeg, had hij een duidelijk antwoord klaar: ‘Almost everything has come out of a mistake. A terrible fucking mistake.’ Behalve die twee Michelinsterren dan, op zijn 29ste.

En Chang was daarvoor al twee keer in ‘the gap’ gevallen.

Eerst als veelbelovend golfer, die maar naar de wereldranglijst bleef kijken. ‘Ik ga hen nooit verslaan,’ dacht hij, ‘dus wat heeft golfen nog voor zin?’ Toen maakte hij van koken - ‘een levenslange obsessie’ - zijn werk. Hij streefde ‘haute cuisine’ na en mocht in Café Boulud, een prestigieus restaurant in New York, komen werken. Toen zijn vijfendertigjarige chef - Changs idool - stopte met werken, dacht Chang weer: ik ga nooit zo goed worden als hij. En stopte, zijn tweede ‘gap.’

Chang besloot simpele noedelbars te openen, die allebei in eerste instantie ongelooflijk slecht liepen. Zo slecht dat hij er eentje tot diep in de nacht open moest houden om niet failliet te gaan. Chang serveerde aan obers en koks die er in andere restaurants hun dienst op hadden zitten. Die vonden ze zo lekker, dat ze bleven terugkomen. Toen vereerde een beroemde recensent Chang met een bezoek, daarna de reguliere beroemdheden en nu groeit Changs imperium nog steeds.

I just want them to go for the big fuckup

Chang claimt dat al zijn succesvolle projecten als een mislukking begonnen. Dat beroemde tijdschrift Lucky Peach? Had hij eigenlijk eerst als een app gelanceerd. Het flopte, toen gingen ze maar op papier verder.

Om te voorkomen dat zijn werknemers net als hij in ‘the gap’ vallen, moedigt Chang zijn mensen aan om dingen vooral te laten mislukken. ‘I just want them to go for the big fuckup.’ Met andere woorden: Changs mensen moeten zich richten op het werk zelf. Op het experimenteren. Niet op hun hooggespannen verwachtingen.

Maar hoe doe je dat eigenlijk?

Denk niet in een huis, denk in bakstenen

Op de populaire zelfhulpblog kwam ik een tegen: zie het als het bouwen van een huis. Een dromer kan eindeloos fantaseren over de ideale villa die hij ooit zal bouwen. Maar dan komt die villa er dus nooit. Je kunt beter denken als een bouwvakker zonder dromen. Iemand die elke dag weer baksteen op baksteen stapelt, zonder op te geven, tot er daadwerkelijk een huis staat.

Elke droom kun je terugbrengen tot een verzameling bakstenen. Elk bezoek aan een sportschool is een ‘baksteen’ voor een sixpack, elke bitterbal die je laat liggen een ‘baksteen’ voor een goed lijf, elke kromme zin die je schrijft een ‘baksteen’ voor die grote roman.

Rusbridger bracht een van de moeilijkste pianoconcerten ooit terug tot bakstenen.

De oud-hoofdredacteur van The Guardian, Alan Rusbridger, bracht zo een van de moeilijkste pianoconcerten ooit terug tot bakstenen. Als tiener had Rusbridger pianospelen opgegeven en daar baalde hij nog steeds van. Op zijn 56ste pakte Rusbridger het spelen weer op. Maar: ‘Zelfs in mijn dromen kwam ik niet in de buurt van het spelen van het concert,’ schrijft Rusbridger. Hij richtte zich daarom liever op een haalbaar doel: een jaar lang elke dag twintig minuten op de eerste ballade oefenen.

In het jaar van kroop Rusbridger na werkdagen van zestien uur nog achter de piano om een baksteen in te studeren. Sommige overgangen speelde hij wel tweehonderd keer achter elkaar.

Na zestien maanden, vier maanden later dan gepland, speelde Rusbridger de ballade voor wat vrienden. Zijn onhaalbare droom was bereikt door hem op te knippen in 480 oefensessies van minimaal twintig minuten:

Youtube plaatst cookies bij het bekijken van deze video Bekijk video op Youtube
Korte video over Rusbridgers pianoproject

Leer van Glass, Auster, Chang en Rusbridger: wie zijn dromen waar wil maken, doet er goed aan zo min mogelijk aan ze te denken. Deel ze liever op in één haalbaar doel per dag en, wie weet, komen ze ooit uit.

Lees ook mijn boek