De zomer van 2015 zal ik me herinneren als één lang delirium. Steeds als ik dacht dat het einde van het delirium in zicht was, begon een nieuwe fase.

Ik was nog niet geheel hersteld van een geheimzinnig virus dat ik had opgelopen in Oezbekistan – sommige van mijn beste vrienden meenden dat ik vergiftigd was door de Oezbeekse geheime dienst of een andere geheime dienst – of ik vloog naar São Paulo voor een festival.

Nog zes jaar festivals, dan ben ik vijftig en moet het afgelopen zijn met de festivals. Rust en reinheid en één keer per jaar naar Kabul, dat zal het regime zijn.

In Brazilië meende ik eindelijk geheel hersteld te zijn van de parasiet, de worm of het virus dat mijn lichaam had overmeesterd. Maar nog geen twaalf uur later bleek zich een nieuwe ontsteking in mijn lichaam te hebben gevormd, in mijn mond, in een holte in de buurt van een van mijn verstandskiezen. De geheime dienst weet alles van holtes.

Ik zag alleen nog maar bedrieglijke ervaringen; de dood zou slechts een van de vele bedrieglijke ervaringen zijn

De middag dat de ontsteking zich openbaarde, kwam ook mijn geliefde aan, die ik een kleine vier weken niet had gezien. Ik had de volgende tekst voorbereid: ‘Het gaat niet goed. Er gebeurt iets in mijn mond wat daar niet zou moeten gebeuren, maar als je niet meer van mij houdt met een dikke wang, begrijp ik dat volledig.’

Haar spullen lagen op mijn kamer, dus ze was aangekomen. Op de bureaustoel, waarop ik die ochtend nog had zitten te werken, lag haar onderbroek en een korte, afgeknipte spijkerbroek – ik ben dol op korte, afgeknipte spijkerbroeken – maar zelf was ze er niet, ze was even wandelen. Ik stuurde haar een bericht met een verkorte versie van bovengenoemd bericht – de tekst kon ik niet uitspreken – en een kleine drie uur later zaten we in de wachtkamer van een tandarts, samen met een Nederlandse kunstenares die me behulpzaam was geweest bij het vinden van die tandarts.

Het delirium ging dus gewoon door, want ik slikte paracetamol alsof er geen morgen was; de pijnstillers versterkten het gevoel dat de zomer van 2015 uit niets anders had bestaan dan een wisselbad van pijn en genot, alsmede het gevoel dat de toekomst slechts uit dit wisselbad zou bestaan. Er zou geen relatief neutrale tevredenheid of relatief neutrale pijn meer zijn, alleen nog een eeuwig delirium met visioenen die niet meer van de werkelijkheid te onderscheiden waren.

De Nederlandse kunstenares, mijn geliefde en ik aten na afloop van het eerste consult bij de tandarts in een goed Braziliaans restaurant, maar echt genieten kon ik niet. We spraken over de vraag of er echte en minder echte ervaringen bestaan. Alle ervaringen zijn waar, zei de geliefde, alleen de oorzaken van die ervaringen kunnen bedrieglijk zijn.

Ik zag alleen nog maar bedrieglijke ervaringen; de dood zou slechts een van de vele bedrieglijke ervaringen zijn.

De tandarts had gesproken over het trekken van een verstandskies. Weer een nieuwe fase van het delirium. Was ik wel in Brazilië? Was ik niet opnieuw in Oezbekistan, was de tandarts niet kolonel in het Oezbeekse leger?

Dergelijke overwegingen vielen in het niet bij die ene overweging: thuis ben je waar ze je verstandskies gaan trekken.

Thuis ben je waar je bereid bent te sterven De Hotelmens heeft de afgelopen weken veel over de dood nagedacht. Zeker als hij na een operatie in een Oezbeeks ziekenhuis gekweld wordt door een delirium. Heeft de Russische geheime dienst hem vergiftigd? Lees hier de vorige column terug