Dit is wat ik wil onderzoeken als jullie nieuwe correspondent Ontcijferen
Vanaf vandaag ben ik jullie correspondent Ontcijferen. Ik ga de wereld van de getallen verkennen en op zoek naar de rol die ze spelen én moeten spelen in de samenleving. Helpen jullie mee?
Welkom in het Theater van de Objectiviteit! Het grootste onbegrepen spektakel in Nederland en omstreken. Ons schouwspel draait maar om een ding: cijfers. Ondanks de abstracte, wat saaie programmering trekken we elke dag volle zalen. Iedereen vindt ons namelijk heel erg belangrijk. Politici, maar ook journalisten van journaals, dagbladen, tijdschriften en – jawel – De Correspondent. Logisch, want wij hebben altijd gelijk. Dat is geen mening, dat is een feit.
Zoals altijd in de hoofdrol: het bruto binnenlands product (bbp). Daarnaast zijn er bijrollen voor het aantal heupoperaties sinds 1990, de ranglijst van de beste basisscholen en de groei van het aantal vluchtelingen. Uiteraard staat de choreografie van de procenttekens weer onder leiding van het Centraal Bureau voor de Statistiek.
De plek van cijfers
Dit cijfertheater domineert al zeker veertig jaar de samenleving. In de gezondheidszorg, bij de publieke omroep, in de ontwikkelingshulp, in het onderwijs, bij de politie en in de wetenschap, overal overheerst de mantra ‘meten is weten.’
Ik wil cijfers weer op hun plek zetten. Niet op een voetstuk. Niet bij het vuilnis. Maar waar ze horen: naast de woorden
Een universiteit wordt afgerekend op het aantal bachelorbullen, de Nederlandse Spoorwegen krijgen een boete als ze niet hoog genoeg scoren op klanttevredenheid en televisieprogramma’s verdwijnen als de kijkcijfers tegenvallen.
Die machtige positie komt voort uit de behoefte aan objectiviteit. Het cijfer als waardenvrije voorstelling van de werkelijkheid.
Dat beeld wil ik als correspondent Ontcijferen bestrijden. Of, op zijn minst, nuanceren. Ik wil – samen met jullie - cijfers weer op hun plek zetten. Niet op een voetstuk. Niet bij het vuilnis. Maar waar ze horen: naast de woorden.
Wat ik leerde in Bolivia
Begrijp me niet verkeerd, ik ben een groot fan van cijfers. Als kind kon ik uren staren naar mijn radiowekker om sommetjes te maken met de led-verlichte getallen. Ik vond wiskunde het leukste vak op de middelbare school en tijdens mijn studie econometrie vond ik het heerlijk om door grote bergen data heen te ploegen.
Toegegeven: ik ben een nerd. Ik vind cijfers mooi, ik houd van de logica en het puzzelen. Ik vind ze ook belangrijk, want cijfers kunnen patronen laten zien die soms niet in woorden te vangen zijn. Neem de prachtige datavisualisatie van Hans Rosling, waarin hij cijfers van levensverwachting en inkomen laat zien. Hij maakt in één grafiek duidelijk hoe onze wereld radicaal is veranderd de afgelopen tweehonderd jaar.
Maar soms schieten cijfers tekort. Zo reisde ik voor mijn promotieonderzoek naar Bolivia. Gewapend met een lange vragenlijst ging ik op pad. Ik stelde vragen als ‘Hoe gelukkig ben je op een schaal van 1 tot 10?’ en ‘Denk je dat de inkomensongelijkheid in Bolivia de afgelopen vijf jaar is toe- of afgenomen?’
In twee maanden tijd sprak ik meer dan tweehonderd mensen. Door die gesprekken leerde ik het land beter kennen dan ik als toerist ooit had gekund. Maar ik leerde ook dat de driedimensionale wereld die ik had gezien moeilijk te vatten was in een tweedimensionale spreadsheet.
Niet dat de cijfers niks zeiden: ik heb een heel hoofdstuk van mijn proefschrift kunnen wijden aan de analyse van de data. Maar niet alles wat ik zag, was te tellen. Het vuur waarmee de vrouw sprak, die zo arm was dat ze in een tentje woonde. Het wantrouwen van de man die dacht dat ik voor de regering werkte. De hoop op een betere toekomst bij de inheemse bevolking door de verkiezing van president Evo Morales.
Wat ik ook leerde: cijfers zijn mensenwerk. Sommige vragen werkten niet; andere waren gekleurd door mijn eigen ideeën, achtergrond of opleiding. Bepaalde vragen waren überhaupt niet in me opgekomen. En dan hingen de antwoorden van respondenten ook nog eens af van omstandigheden: het weer, het tijdstip, of er die dag gestaakt werd.
Nu ik eigenhandig data had geproduceerd, wist ik ook: er bestaan heel wat misverstanden over data.
De drie misverstanden achter de data
Het eerste misverstand: alles is te tellen. Op de interactie met een leerling is geen cijfer te plakken, goede gezondheidszorg is geen optelsom van behandelingen en de kwaliteit van een boek is niet uit te rekenen.
Het tweede: kwantificatie heeft geen invloed op het systeem dat je probeert te vatten. Met onze cijfers beschrijven we de werkelijkheid niet alleen, we veranderen haar ook. De wetenschapper die wordt afgerekend op het aantal publicaties, knipt zijn studie op in meerdere stukjes. De politieagent die wordt geëvalueerd op basis van het aantal boetes, gaat meer bonnen uitschrijven. En het land dat ‘vooruitgang’ uitdrukt in de groei van het bbp, kan zomaar de belangrijkste dingen in het leven over het hoofd zien. (Niet in de laatste plaats: al het werk dat onbetaald gedaan wordt.)
Statistische gegevens zijn mensen met de tranen weggeveegd
De derde en belangrijkste vergissing: cijfers zijn waardenvrij. Hoe en wat wordt gemeten is uiteindelijk een menselijke beslissing. En die mensen kleuren de metingen – bedoeld of onbedoeld – met hun waarden en ideeën.
Neem economische groei. Dat die überhaupt wordt gemeten, is een reflectie van wat belangrijk wordt gevonden. En wat er in het bbp wordt meegenomen berust op een overtuiging. Zo besloot de EU dat lidstaten vanaf september 2014 ook illegale activiteiten - denk aan drugshandel en prostitutie - mee moeten tellen in hun bbp. Dat is geen neutrale beslissing, maar hangt volledig af van wat je als een ‘waardevolle activiteit’ beschouwt. Dit voorbeeld laat ook zien hoe macht en cijfers nauw met elkaar verbonden zijn geraakt. Het woord ‘statistiek’ komt niet voor niets van het woord ‘staat.’
Kortom, cijfers zijn altijd subjectief. Zoals Paul Brodeur schrijft: ‘Statistische gegevens zijn mensen met de tranen weggeveegd.’
Een ontcijferde wereld in drie stappen
De dominantie van de cijfers staat in schril contrast met wat de meeste mensen van cijfers weten. Getallen – laat staan statistiek – zijn moeilijk of saai. Voer voor bèta’s die in een cubicle zitten te dataminen. Ik verzet me hiertegen: iets wat zo’n belangrijke rol speelt in de samenleving, kan en mag geen domein van specialisten zijn.
Daarom is mijn eerste missie als correspondent: het statistische schouwspel voor jullie fileren. Ik wil laten zien dat cijfers makkelijker zijn dan je denkt, sterker nog: leuk zelfs! Ik wil vragen beantwoorden als: Wat moet je met al die ranglijstjes? Hoe zit het ook alweer met correlatie en causaliteit? En: hoe tel je eigenlijk het aantal vluchtelingen?
Vervolgens neem ik jullie mee achter de coulissen. Want daar gebeurt het. Ik wil de wereld tonen die zich verschuilt achter de getallen die je ziet in de krant of hoort in politieke speeches. Wie meet en wie beslist? Wie manipuleert en wie verdient? Wie wint en wie verliest? Denk aan artikelen over de totstandkoming van armoedecijfers, de macht van de meetindustrie, maar ook de positieve gevolgen van meetbaarheid.
Na een ontcijfering van de getallenwereld wil ik aan de slag met de vraag welke rol cijfers moeten spelen in onze samenleving. Een hoofdrol, een bijrol of moeten ze helemaal uit het script geschreven worden? En hoe ziet zo’n wereld er dan uit? Om dat uit te vinden, wil ik eerst terugkijken: ik zal schrijven over de geschiedenis van het huidige rendementsdenken en het ontstaan van kwantitatieve data.
Maar ook over de toekomst: moeten we anders meten, andere dingen meten of überhaupt niet meten? Hoe vinden we de balans tussen cijfers en woorden? Hiervoor zal ik denkers interviewen die zich bezighouden met dergelijke vragen.
Ook blijf ik schrijven over geluk en andere alternatieven voor economische groei.
Dit alles kan ik natuurlijk niet alleen. Graag schakel ik bij deze zoektocht jullie hulp in. Wat willen jullie weten? Wie moet ik spreken? Wat moet ik lezen? Wat willen jullie weten over cijfers en de rol die ze spelen in de samenleving?
Laten we samen de wereld ontcijferen.