De FNV wil vandaag ‘de zorg redden.’ Maar is dat wel nodig?
Vandaag vindt een door de FNV georganiseerde protestmars tegen het Nederlandse zorgbeleid plaats. ‘Kom 12 september naar Amsterdam en red de zorg’ luidt omineus de uitnodiging. Is het echt zo erg?
‘Kom 12 september naar Amsterdam en red de zorg.’
Met deze woorden besluit Omroep Max-voorzitter en -presentator Jan Slagter het tv-spotje waarin een stoet aan bekende Nederlanders ons al sinds het begin van de maand oproept om te betogen tegen het zorgbeleid van het kabinet. Een spotje gefinancierd door vakbond FNV.
Het tijdstip van de protestmars is zorgvuldig gekozen. Nadat de bond dit voorjaar al ruim 700.000 handtekeningen verzamelde voor een petitie van gelijke strekking, waarschuwt de grootste Nederlandse vakvereniging het kabinet in het weekeinde voor Prinsjesdag nog een laatste keer: wij zijn tegen nieuwe bezuinigingen op de zorg.
De suggestie die uitgaat van de boodschap van Slagter is alarmerend: de Nederlandse zorg moet worden gered uit de klauwen van de Nederlandse regering.
Is het echt zo erg?
Nee. Sinds de Tweede Wereldoorlog zijn de zorguitgaven in Nederland voortdurend gestegen. Ook de oliecrisis (jaren zeventig), de stagflatie (jaren tachtig), de internetbubbel (eeuwwisseling) en de kredietcrisis (sinds 2008) hebben daar geen verandering in gebracht.
Dit jaar geven we in Nederland ruim 90 miljard euro uit aan de zorg. Nooit eerder waren de Nederlandse zorguitgaven zo hoog. De miljoenennota gaat dinsdag vrijwel zeker uitwijzen dat de zorguitgaven in 2016 wederom ongeveer 1 procent hoger zullen uitvallen.
Dus nee, de zorg hoeft niet te worden gered.
Maar het kabinet heeft toch bezuinigd?
Het kabinet heeft wel degelijk stevig gesnoeid in de zorgbegroting. Wie de macro-economische cijfers van het ministerie van Volksgezondheid bestudeert, ziet dat de bezuinigingen volledig ten koste zijn gegaan van de groeiverwachtingen van de zorguitgaven. Tussen 2005 en 2010 stegen de Nederlandse zorguitgaven gemiddeld nog met 7 procent per jaar. Mede door de bezuinigingsmaatregelen van het kabinet bedraagt die stijging sinds 2011 gemiddeld iets meer dan 2 procent per jaar.
Het eerste kabinet dat het aandurft patiënten structureel levensreddende behandelingen te onthouden, moet nog worden geformeerd
Als je inzoomt op de rijksbegroting, zie je dat het kabinet vrij gericht bezuinigt. Het budget voor de curatieve zorg – de zorg gericht op het behandelen en genezen van acute en chronische aandoeningen – zal de komende jaren blijven stijgen. Door de vergrijzing kan dat bijna niet anders. Bovendien komen er jaarlijks (veelal kostbare) nieuwe behandelingen op de markt. Het eerste kabinet dat het aandurft patiënten structureel levensreddende behandelingen te onthouden, moet nog worden geformeerd.
Kortom, draconische bezuinigingen op de curatieve zorg zijn politiek ondenkbaar.
De langdurige zorg wordt daarentegen wel zwaar getroffen door de bezuinigingsdrift van het kabinet. Ouderen komen tegenwoordig pas in aanmerking voor een plek in een verpleeghuis als ze echt niet meer in staat zijn om zelfstandig te wonen. Bij de thuiszorg wordt een scherper onderscheid gemaakt tussen medische en niet-medische hulp. Het is niet langer vanzelfsprekend dat de huishoudelijke hulp voor ouderen en gehandicapten uit de zorgpotten wordt betaald.
Waar maakt die vakbond zich dan druk zo over?
De langdurige zorg is extreem arbeidsintensief. In de huishoudelijke hulp verliezen tienduizenden werknemers hun baan. Zij die hun baan kunnen behouden, moeten veelal genoegen nemen met loonsverlagingen, flexcontracten en een verhoogde werkdruk.
De FNV strijdt als vakbond terecht voor de belangen van deze zorgmedewerkers. Maar als ze zeggen ‘Red de zorg,’ bedoelen ze eigenlijk ‘Red de banen van onze leden.’
Een verkapte vakbondsactie dus?
Niet uitsluitend.
FNV neemt het initiatief, maar de voor hun banen vechtende thuishulpen weten zich gesteund door grote groepen ouderen en gehandicapten. Ook zij hebben belang bij het behoud van zo veel mogelijk thuiszorg. Het is dan ook niet verbazingwekkend dat de voorzitter van ouderenzender Omroep Max een prominente rol speelt in het mobiliseren van het verzet.
Goed. Moeten we ons aansluiten bij de protestmars of niet?
Dat is natuurlijk een persoonlijke afweging. Ik kan mij het onbehagen van ouderen en hulpbehoevenden levendig voorstellen: natuurlijk is het prettiger om je huis door een professionele kracht te laten schoonmaken, dan je kinderen of buren om hulp te moeten vragen. In veel gevallen zullen ouderen bovendien niet over het netwerk beschikken, of wonen kinderen te ver weg om bij hun ouders te stoffen.
Aan de andere kant zijn de bezuinigingen op de langdurige zorg ook gewoon onderdeel van het klassieke verdelingsvraagstuk. Het kabinet moest de afgelopen jaren tientallen miljarden euro’s bezuinigen om aan de strenge Europese begrotingsregels (die mede op aandringen van Nederland zijn ingevoerd) te kunnen voldoen. Een korte blik op de rijksbegroting leert waarom het kabinet niet ontkomt aan besparingen op de zorg.

Samen met de sociale zekerheid is de zorg met stip de grootste kostenpost. Een kabinet dat tientallen miljarden moet besparen, ontkomt niet aan bezuinigingen op de zorg. De andere posten zijn simpelweg te klein om de besparingsdoelstellingen te halen.
Persoonlijk vind ik de bezuinigingen op de langdurige zorg pijnlijk, maar beter te verteren dan besparingen op de curatieve zorg. Een voorbeeld. Als mijn moeder ooit hulpbehoevend zou worden, kan ik haar altijd nog in huis nemen om haar te verzorgen. Maar ik zal nooit in staat zijn levensreddende operaties uit te voeren of voor tienduizenden euro’s aan medicijnen voor haar aan te schaffen.
Zolang het kabinet dinsdag geen grote happen uit het budget voor de curatieve zorg neemt, is de continuïteit van de zorg in Nederland niet in het geding.