Deze man is de strijd tegen straffeloosheid aan het winnen (en heel Guatemala profiteert mee)
In Guatemala is een revolutie aan de gang. De president is afgetreden, talloze anderen zijn gearresteerd. Ook de strijd tegen corruptie lijkt eindelijk zijn vruchten af te werpen. De spil in dit alles? CICIG. Ik sprak de leider van dit anticorruptie-instituut en zie door zijn ogen hoe het land en de regio veranderen.
‘Nee, ik heb nog niets van de rechtszaak gezien. Ik weet niet wat de president tegen de rechter heeft gezegd en ik ben er eerlijk gezegd niet mee bezig. Het werk gaat gewoon door.’
De zestigjarige Colombiaan Iván Velásquez Gómez lijkt met zijn licht kalende hoofd, zijn dunne baard en zijn zachte stem in niets op een volksheld. Zijn kantoor is amper twintig vierkante meter groot en bevat niet veel meer dan een bureau vol papieren, een boekenkast en een kleine vergadertafel.
Toch is hij de man die vorige week medeverantwoordelijk was voor de val van de Guatemalteekse president Otto Pérez Molina. De man wiens werk de vonk was die maandenlange demonstraties van duizenden Guatemalteken ontstak en, volgens sommigen, zelfs de man die het land voor altijd heeft veranderd.
Velásquez is het hoofd van de Internationale Commissie tegen de Straffeloosheid in Guatemala, beter bekend onder de Spaanse afkorting CICIG. Het instituut onderzoekt in opdracht van de lokale autoriteiten corruptie en banden tussen de overheid, het zakenleven en de onderwereld. Het doel: een einde maken aan corruptie en straffeloosheid om zo de defecte Guatemalteekse staat te versterken.
De doorbraak van CICIG
Terwijl in Guatemala-Stad gedemonstreerd werd, trad vorige week president Otto Pérez Molina af. Hij was de laatste en grootste naam in een reeks arrestaties van tientallen hoge ambtenaren en zakenlieden die betrokken bleken bij een enorme importfraude (waarover later meer).
En waar het schandaal aanvankelijk voor grote verontwaardiging en woede zorgde, overheerst nu optimisme: voor het eerst in de geschiedenis moet de politieke elite in het Midden-Amerikaanse land zich verantwoorden voor wangedrag.
Het land is ontwaakt, wil dat politici ter verantwoording worden geroepen. Ik voel geen trots, wel tevredenheid
Die omwenteling is een direct gevolg van het handelen van CICIG, wiens speurders onafhankelijk van de gevestigde orde de fraude konden onderzoeken, het bewijs van de corruptie aanleverden en zo de autoriteiten de middelen gaven zelfs de machtigste leden van de politieke en zakelijke klasse te vervolgen.
En daarmee heeft CICIG niet alleen Guatemala veranderd. Ook in het buitenland worden de ontwikkelingen in Midden-Amerika nauwlettend in de gaten gehouden. CICIG, nu nog uniek in de wereld, zou weleens een oplossing kunnen betekenen voor problemen die niet alleen in Guatemala en Latijns-Amerika spelen, maar in alle landen waar corruptie en straffeloosheid heersen.
‘Er is nu hoop in Guatemala,’ zegt Velásquez. ‘Het werk van CICIG wordt steeds meer door Guatemalteken gesteund. Het land is ontwaakt, wil dat politici ter verantwoording worden geroepen. Ik voel geen trots, wel tevredenheid.’
Binnen worden telefoons afgetapt
CICIG opereert vanuit Zona 10, een chique wijk in de ruige hoofdstad van Guatemala. De organisatie is gevestigd in een groot en met hoge muren, camera’s en prikkeldraad beveiligd complex. Binnen opereren ongeveer 150 werknemers op een jaarbudget van ongeveer tien miljoen dollar, dat wordt gefinancierd door internationale donoren.
Buitenstaanders komen niet verder dan de stille ontvangstruimte en hoogstens het kantoor van Velásquez. Achter gesloten deuren worden telefoons afgeluisterd, wordt gegraven in financiële gegevens en doorzoeken medewerkers in beslag genomen computers. Het werk van het instituut - altijd in opdracht van het Guatemalteekse Openbaar Ministerie (OM) - is zeer geheim.
‘Het werk van CICIG vindt alleen plaats op verzoek van de Guatemalteekse autoriteiten. Het wordt niet internationaal opgelegd,’ legt Velásquez uit. ‘Maar in deze regio, in Guatemala, voelen de openbare ministeries zich vaak onder druk gezet door de interne krachten die hen belemmeren in hun onderzoek. Ze kunnen nu een beroep op ons doen.’
En buiten wordt gedemonstreerd
Terug naar vorige week donderdag. Guatemala kolkt. Duizenden burgers verzamelen zich voor het grijze Nationale Paleis, in het koloniale hart van de hoofdstad. Ze dragen vlaggen, toeters en steken vuurwerk af. Auto’s toeteren enthousiast terwijl ze zich langzaam door de menigte banen. Kinderen zingen op de trappen van het paleis het volkslied.
We zijn te lang voorgelogen en bestolen door onze politici. Dit is een grote overwinning
Het voelt als een revolutie, en eigenlijk is het dat ook. In de nacht van woensdag op donderdag maakt president Otto Pérez Molina bekend dat hij heeft besloten af te treden. Nog dezelfde dag verschijnt hij voor de rechter, in de avond wordt hij door een politie-escort afgevoerd naar de Matamorosgevangenis.
‘Het is ongelooflijk wat er is gebeurd,’ zei Anibal Montarosa (60), schor van het juichen op de trappen voor het Nationale Paleis op de dag dat Pérez Molina zijn aftreden aankondigde. ‘Het hele volk is verenigd in de wil het land beter te maken. We zijn te lang voorgelogen en bestolen door onze politici. Dit is een grote overwinning.
De corruptieaffaire waar de president bij betrokken is
Pérez Molina is een van de hoofdverdachten in de La Línea-fraude, een van de grootste corruptieschandalen uit de geschiedenis van Guatemala. Een schandaal dat in april werd blootgelegd door het OM na uitgebreid onderzoek door de speurders van CICIG.
Tientallen zakenlieden en hoge ambtenaren bleken te zijn betrokken bij grootschalige belastingontduiking. Ze ontvingen steekpenningen om de importtarieven van containers bij douaneposten kunstmatig laag te houden. Hoeveel geld het criminele netwerk de staat precies heeft gekost is onduidelijk, maar het gaat om vele miljoenen.
Het schandaal werd bekend onder de naam La Línea (‘De Lijn’), naar het telefoonnummer dat bedrijven konden bellen als ze importtarieven wilden ontduiken, en bleek dus te reiken tot in de hoogste regionen van de regering.
Pérez Molina ontkende steeds iedere betrokkenheid, maar nadat CICIG opgenomen telefoongesprekken aan het Openbaar Ministerie had geleverd die het tegendeel suggereren, zag hij geen andere keuze dan op te stappen en zich bij het gerechtshof te melden. De druk van duizenden demonstrerende Guatemalteken, een Openbaar Ministerie dat geen angst meer voor de president leek te hebben en het meedogenloze speurwerk van CICIG werden hem te veel.
Wat Guatemala voor land is
Weinigen zouden dat een jaar geleden nog durven voorspellen in dit door corruptie doordrenkte land. Volgens een recent onderzoek van het Centraal-Amerikaanse Instituut voor Fiscale Studie kost corruptie Guatemala jaarlijks zo’n half miljard dollar. Dat is driekwart van het jaarlijkse nationale budget voor volksgezondheid, het gehele jaarbudget van het overheidsprogramma dat jongeren ervan moet weerhouden in de criminaliteit te belanden en vier keer het bedrag dat het Openbaar Ministerie jaarlijks te besteden heeft.
De corruptie is diepgeworteld in een land dat wordt gedomineerd door een kleine en schatrijke elite. Ruim de helft van de bevolking leeft in armoede, vooral de op grote schaal gediscrimineerde indiaanse bevolking. Jaarlijks worden ruim 6.000 mensen vermoord en vooral in de arme wijken van de grote steden hebben straatbendes het rijk alleen. Het onderwijsniveau is laag, ziekenhuizen op het platteland en in arme wijken in de grote steden hebben chronisch gebrek aan personeel en materieel.
De Guatemalteken ondergingen dat alles tot dit jaar gelaten. Ze dachten dat demonstreren geen zin had. De dreiging van represailles was zó groot, dat onvrede tonen in het beste geval niets opleverde en in het slechtste geval een doodvonnis betekende.
Maar nu is alles anders.
Voor het eerst in de recente geschiedenis hebben de Guatemalteken alle schroom van zich afgeworpen en eisen ze luidkeels hun democratische rechten op. Met duizenden demonstreerden ze sinds april iedere zaterdag voor het presidentieel paleis in Guatemala-Stad, in demonstraties waar niet alleen studenten en vakbonden aan meededen, maar ook de machtige werkgeversorganisatie Cacif en de katholieke kerk.
Het is een ongekende revolte, en veel Guatemalteken stellen dat die alleen dankzij CICIG mogelijk was. Sommigen aanbidden het instituut alsof het een voetbalclub is. Zo ook taxichauffeur Francisco Aquino, die zelfs een ‘I heart CICIG’-sticker op zijn dashboard heeft geplakt.
‘CICIG en Velásquez hebben ons land gered,’ zegt hij stellig, terwijl hij tussen een groep demonstranten door laveert. ‘Onze eigen politie en rechters zouden nooit hebben gedurfd de vuile was van de politici te onderzoeken. CICIG heeft nu het werk gedaan, daarom is er nu deze omwenteling. We durven onze rechten op te eisen.’
De revolutie werkt door in de verkiezingen
Vorige week zondag gingen de Guatemalteken, amper bekomen van de val van Pérez Molina, naar de stembus om een nieuwe president te kiezen. Enkele maanden geleden leek de uitslag nog een uitgemaakte zaak; alles wees erop dat Manuel Baldizón, een schatrijke rechtse populist, zou gaan winnen. Hij eindigde vier jaar geleden nog als tweede achter Pérez Molina, en sinds de democratie in Guatemala in 1986 werd hersteld, won de kandidaat die in de voorgaande verkiezingen als tweede eindigde steevast de volgende keer.
Voor vele Guatemalteken vertegenwoordigt Baldizón nu echter alles wat er mis is met de politieke klasse van het land. Hij wordt al jaren beschuldigd van banden met de georganiseerde misdaad. Tientallen kamerleden zijn sinds 2011 naar zijn partij overgelopen; hij zou ze volgens hardnekkige geruchten allemaal hebben omgekocht. En tijdens de campagne spendeerde hij miljoenen meer dan wettelijk was toegestaan, iets waarvoor hij slechts een kleine boete van het electorale tribunaal kreeg.
Niets nieuws onder de zon in de gemankeerde Guatemalteekse democratie, zo leek het.
Het was echter niet Baldizón, maar de underdog Jimmy Morales, een acteur en komiek zonder politieke ervaring, die de eerste ronde won. Hij werd geen tweede; met een miniem verschil van amper zesduizend stemmen wees de sociaaldemocraat en ex-vrouw van oud-president Álvaro Colom hem naar de derde plaats, waardoor hij niet eens naar de tweede ronde in oktober gaat.
De winst van Morales was een duidelijk signaal van de Guatemalteken, die liever voor een onbekende stemden dan voor een oudgediende met, in hun ogen, vieze handen. En men is zich bewust van de rol die CICIG daarin heeft gespeeld; terwijl Baldizón in juli nog zei dat hij als president het mandaat van CICIG niet zou verlengen, zei Morales na zijn overwinning vrijwel meteen dat hij Velásquez en zijn team het liefste nog zes jaar in Guatemala aan het werk ziet. Ook Torres wil dat CICIG blijft. Of beide kandidaten daarin oprecht zijn is de vraag, maar na het blootleggen van het La Línea-schandaal lijkt het níét steunen van Velásquez en de zijnen politieke zelfmoord.
Met de komst van Velásquez kwam het succes
Het is het ultieme eerherstel voor CICIG, dat lang niet altijd onomstreden is geweest. In de eerste acht jaar van haar bestaan behaalde het instituut onder de twee voorgangers van Velásquez, de Spanjaard Carlos Castresana en de Costaricaan Francisco Dall’Anese, slechts mondjesmaat succes.
Er zijn sectoren die CICIG hebben bekritiseerd. Maar dat waren vooral de sectoren die zelf betrokken waren bij de straffeloosheid
Critici stellen dat het met zwakke leiding te maken had. CICIG deed verder vooral onderzoek op basis van getuigenverklaringen, deed weinig technologisch of forensisch onderzoek en kampte bovendien met een uiterst vijandige houding van de conservatieve Guatemalteken, die het instituut als een onaanvaardbare inbreuk zagen op de soevereiniteit van het land.
‘Er zijn sectoren in de maatschappij die CICIG hebben bekritiseerd,’ zegt Velásquez. ‘Maar dat waren vooral de sectoren die zelf betrokken waren bij de straffeloosheid. De kritiek is verstomd met alle bewijzen die we hebben aangeleverd.’
Met de komst van Velásquez kwam het succes. In de jaren negentig was hij in Colombia openbaar aanklager in Medellín, de stad die toen nog werd verscheurd door drugsgeweld en burgeroorlog. Als magistraat onderzocht hij met groot succes mensenrechtenschendingen, verdwijningen en executies in een klimaat dat nog vele malen gewelddadiger was dan het Guatemala van nu.
Internationale navolging?
Het voortvarende werk van CICIG onder Velásquez is ook de buitenwereld niet ontgaan. In heel Latijns-Amerika komt al sinds vorig jaar een breed gedragen ongenoegen over corruptie en straffeloosheid op straat tot uitbarsting. Met de val van Otto Pérez Molina kijken steeds meer Latijns-Amerikanen bewonderend naar Guatemala, terwijl regeringen in de regio de ontwikkelingen in het kleine Midden-Amerikaanse land met argwaan volgen.
Bijvoorbeeld in Guatemala’s buurland Honduras, waar president Juan Orlando Hernández in een soortgelijk corruptieschandaal is verwikkeld als Otto Pérez Molina. Politici en zakenlieden zouden geneesmiddelen voor veel te hoge prijzen hebben verkocht aan het nationale ziekenfonds, en in ieder geval een deel van het smeergeld zou in de kas van de regerende partij van Hernández zijn beland. Net als in Guatemala gaan ook de Hondurezen al maanden woedend de straat op om het vertrek van hun president te eisen.
Voor de Hondurezen is de oplossing voor hun crisis echter niet ver te zoeken: de demonstranten, opinieleiders en de politieke oppositie roepen al maanden in koor dat ze, net als Guatemala, hun eigen internationale commissie tegen straffeloosheid willen.
CICIG als de panacee voor corruptie in landen met zwakke instituties? Vinicio Cerezo vindt van wel. Hij was in 1986 de eerste democratisch gekozen president van Guatemala, nadat de politiek van het land decennia door staatsgrepen werd gedomineerd. Tegenwoordig leidt hij de Fundación Esquipulas, een stichting die regionale samenwerking in Midden-Amerika propageert.
‘Het model van CICIG kan zeker een voorbeeld zijn voor andere landen,’ zegt de oud-president, wiens kantoor op slechts enkele huizenblokken van het complex van CICIG is gevestigd. ‘De problemen van andere landen in Midden-Amerika zijn vergelijkbaar met Guatemala; de corruptie, de banden tussen criminelen en overheidsfunctionarissen. Ik voorzie in de toekomst dat het model zal worden geëxporteerd.’
Ook Mike Allison, politicoloog en Midden-Amerika-expert aan de Amerikaanse Universiteit van Scranton, ziet de potentie van het model-CICIG. ‘Ik geloof dat internationale commissies die hecht samenwerken met lokale openbare ministeries zouden kunnen helpen met bestrijden van straffeloosheid in landen als El Salvador en Honduras, maar ook elders,’ zegt hij.
Of dat ook daadwerkelijk gaat gebeuren is de vraag. De oorspronkelijke oprichting van CICIG kon alleen plaatsvinden met akkoord van de Guatemalteekse regering, en in bijvoorbeeld Honduras heeft president Hernández al aangegeven liever een eigen, nationale commissie corruptie te laten onderzoeken.
Velásquez zelf blijft stoïcijns. ‘Ieder land moet voor zichzelf bepalen of het belang heeft bij een commissie als CICIG,’ zegt hij. ‘Wat ik wel kan zeggen is dat een commissie als deze toestaat dat er daadwerkelijk onafhankelijk kan worden onderzocht. Wij zijn, als buitenlanders, bijvoorbeeld niet gebonden aan de belangen die de rechtsstaat normaliter belemmeren. Maar de landen die interesse hebben, moeten zelf het initiatief nemen.’