Als je deze 42 foto’s ziet zou je bijna nog van Europa gaan houden ook

Tomas Vanheste
Correspondent Europa tussen macht en verbeelding
'Zagreb' uit het fotoboek 'Crossing Europe'. Foto: Poike Stomps

Fotograaf Poike Stomps maakte op kruispunten in 42 Europese landen even intrigerende als mooie foto’s. Deze week presenteert hij zijn boek Crossing Europe op het fotofestival Unseen in Amsterdam. In mijn nawoord probeer ik te formuleren welke gedachten over Europa het boek bij mij oproept.

Europa groeit van onderaf. Het is een ervaring, geen idee. Het wint niet aan kracht door verheven debatten in chique congresoorden, maar door de dagelijkse ontmoetingen van mensen in bussen en collegezalen, op markten en kruispunten.

Dat inzicht formuleerde Karl Schlögel in zijn schitterende Steden lezen. De stille wording van Europa (2008). Hij had ook een advies: wie Europa wil leren kennen, moet het continent bereizen en zijn steden verkennen. En: ‘Wie steden wil lezen, interpreteren, begrijpen, legt het boek aan de kant, loopt erin rond, flaneert, verdwaalt in de wirwar van straten en doet zo zijn eigen fascinerende ontdekkingen.’

Vastberaden op weg naar een nieuwe toekomst

Het is precies wat heeft gedaan toen hij 42 hoofdsteden in Europa bezocht. Hij dwaalde rond, ontmoette mensen en deed onvermoede ervaringen op. Uiteindelijk nam hij één foto die de essentie van de stad probeert te vangen.

Op een kruispunt. Een plek waar het leven - voor het rode stoplicht - even stilstaat. Waar mensen samen en toch alleen zijn, een miniatuursamenleving vormen, elkaar gedachteloos voorbijlopen en elkaar soms, al is het vluchtig, ontmoeten.

Zoals in Boekarest. Het is een typisch stadstafereel. Mensen op een grote, twintigste-eeuwse boulevard die terugkomen van hun werk of van het shoppen, die op weg zijn naar hun huis of het café, naar vrienden of minnaars. Sommigen hebben hun hoofd in die typische 45-graden-naar-beneden-hoek van de moderne stadsmens die zich afsluit van de menigte en oogcontact vermijdt. Zoals de man met de kaki blouse en de spijkerbroek. Hij belichaamt ergens het clichébeeld van Roemenië, het armste land van de Europese Unie, het land dat de westerse kranten vooral haalt met corruptieschandalen.

‘Boekarest’ uit het fotoboek ‘Crossing Europe’. Foto: Poike Stomps

Het is een foto die uitnodigt te blijven kijken en te fantaseren. Zien we links, naast die Roemeense vlag, ook de Europese vlag wat moedeloos hangen? En daar rechts, dat Eurolingua, waar een groot bord reclame voor maakt, is dat misschien een bureau dat voor veel Roemenen een opstapje is om via de taal aansluiting bij de Europese Unie te vinden?

Karl Schlögel besloot zijn in 2004 geschreven portret van Boekarest met de woorden: ‘En toch is er te midden van al die ellende, van het vuil, in de chaos van de tijd na 1989 weer iets gaan bloeien: het hart van de stad klopt weer. Boekarest is opnieuw gaan stralen.’

Stomps’ foto is daar een mooie illustratie van. Tussen de grauwe gebouwen brengt een palet van mensen kleur. Zoals het meisje in blauw dat beide armen in voorwaartse richting zwaait, op struise benen voortstapt en haar blik op de horizon richt. Vastberaden op weg naar een nieuwe toekomst.

Een zomer van tanend vertrouwen in Europa

Ik schrijf dit verhaal aan het eind van de zomer waarin velen hun geloof in Europa verloren. Op de camping in Frankrijk lees ik op Facebook het ene na het andere bericht van vrienden voor wie de manier waarop Griekenland op de knieën is gedwongen het failliet betekent van het idee van een sociaal en solidair Europa. Het woord raakt in zwang, een links afscheid van de Europese Unie. Het gevoel heerst dat de Europese samenwerking is ontaard in een technocratisch, ondemocratisch project waar we maar beter een punt achter kunnen zetten.

Met dit tanende vertrouwen in de euro en de Europese Unie wordt ook de Europese gedachte – het idee dat er een lotsverbondenheid bestaat tussen de volkeren op het continent, dat we de opdracht hebben nationalisme te overwinnen en dat we gezamenlijke problemen alleen samen kunnen overwinnen – op de schroothoop gegooid.

Het is ook de zomer waarin ik van de Kroatische, in Amsterdam woonachtige schrijfster Dubravka Ugrešić lees. Daarin schetst ze Europa als een continent dat zich wentelt in nostalgie, dat kampt met een ontstellend gebrek aan toekomstvisies en waar iedereen moppert en zucht onder gevoelens van angst en onzekerheid. ‘In twintig jaar tijd is Europa van twee aparte zones die keurig door een muur van elkaar werden gescheiden, veranderd in een grote chaotische megamarkt. De muur is verdwenen, maar er zijn ook geen oriëntatiepunten meer en niemand weet nog wat oost en west is,’ schrijft ze ironisch.

Haar eigen stad Zagreb is misschien wel het ultieme symbool van die verwarring en leegte. Ugrešić heeft Kroatië begin jaren negentig verlaten nadat ze in opstand kwam tegen ‘de hysterische uitbarstingen van nationalisme.’ Het is er intussen niet beter op geworden. ‘Sinds het Kroatische volk twintig jaar geleden onafhankelijk werd, vernielde of sloopte het drieduizend monumenten voor de slachtoffers van het fascisme, verbrandde het drie miljoen boeken, reduceerde het de Servische minderheid tot de helft en maakte het van zijn geschiedenis een geschiedenis van blanke, gewetensvolle en eerbare mensen die in één god geloven,’ schrijft ze bitter. Ze kenschetst Kroatië als een ontregelde en verwarde samenleving waar oorlogsmisdadigers als helden worden vereerd. En Zagreb, dat arme Zagreb, geselt ze als een stad waar ‘altijd een sfeer van onvrede’ hangt, ‘een onverschillig “stadsgehucht” waar de polsslag van het leven nauwelijks voelbaar is.’

‘Zagreb’ uit het fotoboek ‘Crossing Europe’. Foto: Poike Stomps

Er is altijd wel iemand die ironisch in de camera kijkt

Na lezing van Ugrešić’ boek kijk je toch anders naar het vlaggetje op de Kroatische tram, gevangen in Poike Stomps’ foto. Je vraagt je af: in welk ander land prijkt de nationale vlag eigenlijk op het openbaar vervoer?

Maar waar de Kroatische schrijfster alle geloof in Europa en haar land van herkomst verloren lijkt te zijn, bieden de beelden van Stomps een glimpje hoop. Zigzaggend doorkruist de in kleurige kledij gestoken man op de mountainbike de in de mallemolen van werken en consumeren opgenomen stadsbewoners. De dame in het midden van de foto heeft niet de wat lege, lichtjes sombere blik van de doorsnee passant, maar kijkt tussen haar haren door ironisch in de camera.

Natuurlijk: een kleurrijk T-shirt en een ironische blik zeggen weinig over hoe een samenleving in elkaar steekt. Maar het beeld relativeert wel het zware oordeel dat geen ruimte tot ontsnappen biedt. En het sluit aan bij de ervaringen die Poike Stomps zelf had in Zagreb. Een hartelijke gastheer toonde hem een bruisende stad vol culturele hotspots, allerminst een halfdood gehucht.

En nog is Europa niet verloren. Het is misschien wat pathetisch om die conclusie te trekken op basis van 42 beelden. Toch is dat de slotsom die zich aan mij opdringt als ik dit mooie fotoboek bekijk. Zeker, de symbolen van het mondiale consumentisme - de tasjes met merknamen, de mobiele telefoons waar iedereen onafgebroken op kijkt – rukken alom op. Toch hebben de mensen en gebouwen – of we nu in Londen of Vilnius zijn, in Kopenhagen of Lissabon – iets onmiskenbaar Europees. Zeker, de stadspassanten mogen in zichzelf gekeerd op weg zijn van niets naar nergens. Toch is er altijd wel iemand die het patroon doorbreekt. Die brutaal of nieuwsgierig in de camera kijkt. Die even contact zoekt met een andere passant. Die niet gekleed is in de universele uniformen van de kantoorklerk of de hipster. Die soms aarzelend, dan weer vastberaden een onbekende toekomst tegemoet gaat. Net als Europa.