Gelukzoekers? Gelukbrengers, zul je bedoelen

Rob Wijnberg
Oprichter

Wat hebben de relativiteitstheorie, de iPhone en de Bohemian Rhapsody gemeen?

Inderdaad: vluchtelingen.

Albert Einstein vluchtte in 1933 naar de VS; de Syrische vader van Steve Jobs vluchtte begin jaren vijftig uit Libanon; Freddie Mercury vluchtte in 1964 met zijn familie uit Zanzibar.

Albert Einstein was er een, de Syrische vader van Steve Jobs ook, en het gezin van Queenvoorman Freddie Mercury. Allemaal verlieten ze huis en haard vanwege een oorlog of conflict. En allemaal groeiden ze uit tot grootheden van het land dat hen ontving. Net als Karl Marx. Sigmund Freud. De Dalai Lama. Friedrich Nietzsche. Bob Marley. Marlène Dietrich. Vladimir Nabokov.

Jerry Springer.

Slachtoffer versus profiteur

De afgelopen weken is er al veel over vluchtelingen gezegd. Maar naarmate het debat vorderde, begon ik iets steeds meer te missen. Want de meeste vluchtelingenpraat valt uiteen in slechts twee visies.

Aan de ene kant die van het - als ‘links’ getypeerde - de vluchteling als slachtoffer. De arme drommel die om onze hulp en compassie komt vragen. Aan de andere kant die van het - als ‘rechts’ getypeerde - dievenliberalisme: de vluchteling als profiteur. De calculerende gelukzoeker die, met een kaart van Europa en een gloednieuwe iPhone (o, ironie) in de hand, om een uitkering komt vragen.

De vluchteling als ‘profiteur’ op de voorpagina van het Algemeen Dagblad van afgelopen zaterdag.

Op beide perspectieven valt van alles aan te merken. Maar wat ze gemeen hebben, is dit: vluchtelingen komen iets halen - hulp, compassie (links) of onze welvaart, onze banen (rechts). Waar zo’n discussie dan meestal strandt, is in gedeelde tegenzin: ‘We moeten wel,’ als je je compassie voorrang geeft, ‘We kunnen niet,’ als je meer van de realpolitik bent.

Gelukzoekers?

Maar vluchtelingen komen niet alleen maar iets halen. Niet zelden komen ze ook iets brengen. Baanbrekende natuurkundige theorieën. Wereldveranderende technologische uitvindingen. Tijdloze muzikale hits.

Of, als je de lat iets minder hoog wilt leggen: handen aan het bed, schoongeveegde stoepen, witgeverfde muren.

Gelukzoekers? Gelukbrengers, zul je bedoelen.

Twee gelukbrengers die ik goed ken

Nu doe ik dat niet vaak, maar sta mij toe dit argument kracht bij te zetten met een persoonlijke anekdote. Twee, eigenlijk.

We schrijven 1938. Mijn grootvader ontvlucht, samen met zijn tweelingbroer, vaderland Nederland uit angst voor de ontwikkelingen in Duitsland. Hij wordt met open armen ontvangen in de Verenigde Staten, waar hij - platzak en zonder diploma - aankomt na een dagenlange bootreis. Hij betaalt de gastvrijheid terug met een aanmelding bij het Amerikaanse leger, gaat in dienst, klimt op tot spion en speelt een cruciale rol in de bevrijding van Innsbruck tijdens de Tweede Wereldoorlog.

Kent u Inglourious Basterds van Quentin Tarantino? Gebaseerd op het oorlogsverhaal van mijn opa. De non-fictieversie is terug te zien in de Canadese documentaire

We schrijven 1968. Mijn moeder ontvlucht, helemaal alleen, het communistische regime in Tsjechoslowakije, wordt bij verstek veroordeeld tot anderhalf jaar celstraf en zou haar familie vijftien jaar niet terugzien. Na een omzwerving via Oostenrijk strijkt ze neer in Nederland, krijgt een vluchtelingenbeurs om te studeren, wordt psycholoog, helpt in de daaropvolgende veertig jaar minstens vijfduizend patiënten en geeft ondertussen het leven aan ondergetekende.

Wat ik maar zeggen wil: gelukbrengers, die vluchtelingen.

Begrijp me niet verkeerd: ik vind niet dat je er alleen toe doet als je beroemd wordt - of dat je vluchtelingen uitsluitend economisch moet beoordelen. Ik zeg evenmin dat elke vluchteling een potentiële Einstein, Mercury of oorlogsheld is.

Sterker, ik kan me ergens zelfs wel voorstellen dat de komst van zoveel vluchtelingen vreest. Het is de macht van de grote getallen: als je de hele dag op het nieuws hoort over ‘tienduizenden’ vluchtelingen hier en ‘miljoenen vluchtelingen’ daar, dehumaniseert het onderwerp vanzelf. Je hebt niet meer in de gaten dat het individuen betreft.

En dan is het ook veel moeilijker voor te stellen dat die individuen allemaal ook iets anders met zich meebrengen dan problemen: talenten, ambities, ideeën, werklust. En niet in de laatste plaats: de moed om hier te komen.

Laten we vluchtelingen vaker door andere ogen bekijken. Niet als slachtoffers, maar als sollicitanten

Alleen, onze wetgeving en asielprocedures zijn er - net als onze berichtgeving - van a tot z op ingericht te voorkomen dat wij daar ooit iets van zien. In het slechtste geval worden ze nooit toegelaten, in het beste geval belanden ze in asielprocedures, verstopt in een asielzoekerscentrum en duurt het maanden, soms jaren voor ze kunnen werken of studeren - als dat er al van komt. Een soort omgekeerde braindrain: het ontvluchte land raakt al zijn menselijk kapitaal kwijt en het ontvangende land doet er alles aan daar zo min mogelijk van te profiteren.

Dan kun je links wel naïef vinden of rechts juist hardvochtig, maar het beleid van beide is vooral: dom.

Dus laten we vluchtelingen vaker door andere ogen bekijken. Niet alleen als slachtoffers of goudzoekers, maar ook als gelukbrengers.

Voor je het weet, zijn wij de profiteurs.

Lees verder: