Dit boek ontkracht een van de grootste mythes van onze tijd
Vandaag verschijnt het nieuwe boek van Koen Haegens. Titel: De grootste show op aarde. Ondertitel: De mythe van de markteconomie. Bij dezen een warme aanbeveling.
Als je wilt weten in wat voor wereld je leeft, is het altijd goed om een buitenaards wezen om raad te vragen. Stel je voor, schreef de econoom Herbert Simon eens, een marsmannetje scheert met zijn ruimteschip langs Planeet Aarde. Hij is door zijn superieuren op veldonderzoek gestuurd en moet nu de vraag beantwoorden wat voor samenleving er op die kleine planeet is ontstaan.
Het marsmannetje heeft natuurlijk hypergeavanceerde instrumenten tot zijn beschikking. Zo kijkt hij door een bijzondere verrekijker die de sociale structuren van de aarde doet oplichten. Bedrijven en andere organisaties worden groen weergeven, markttransacties rood. De grote vraag: welke kleur zou het marsmannetje vooral zien?
Wie de economische bestsellers van de afgelopen jaren heeft gelezen, hoeft niet lang na te denken: rood natuurlijk. Markten zijn overal. ‘We zijn van een markteconomie in een marktsamenleving beland,’ schrijft de beroemde filosoof Michael Sandel. ‘Onze politieke bewindvoerders zijn eigenlijk niet meer dan de uitvoerders van de wetgeving die door de zogenaamde markten wordt opgelegd,’ lezen we bij journalist Joris Luyendijk.
Toch ziet het marsmannetje iets heel anders: de blauwe planeet is groen. Hij ziet uitgestrekte groene velden die verbonden worden door dunne rode streepjes. Het grootste deel van de aardse economie speelt zich, kortom, buiten de markt af. ‘Of onze bezoeker nou de Verenigde Staten of de Sovjet-Unie zou naderen, stedelijk China of Europa,’ zo schreef Herbert Simon, ‘het grootste deel van het land onder hem zou binnen de groene vlakken liggen. [...] Organisaties zouden het meest in het oog springende kenmerk van het landschap zijn.’
Het marsmannetje zou al snel bericht naar huis sturen: Planeet Aarde is een planeconomie. Geen twijfel over mogelijk.
De wonderen van de paprikamarkt
De journalist Koen Haegens gebruikt dit verhaal in zijn vandaag verschenen boek De grootste show op aarde om een van de grootste mythes van onze tijd te ontkrachten: dat we in een markteconomie leven. In werkelijkheid bestaat er niet zoiets als ‘de vrije markt.’ Integendeel: markten hebben vrijwel nooit los van overheden bestaan en komen zelden zelfstandig op. Het is een van de grote schandalen van het kapitalisme dat markten worden gepland. Daar is een leger aan bureaucraten, toezichthouders en papierduwers voor nodig.
Het is een van de grote schandalen van het kapitalisme dat markten worden gepland
Om dit te illustreren wijdt Haegens een fascinerend hoofdstuk aan de wereldmarkt voor - jawel - paprika’s. Op het eerste gezicht zou je zeggen dat de ‘onzichtbare hand’ hier pas echt haar zegenrijke werk kan doen: een paprika is in tegenstelling tot een hypotheek of derivaat immers een rechttoe-rechtaan product. En een paprika kan gemakkelijk de hele wereld over worden verscheept. Er zijn talloze aanbieders en nauwelijks barrières om toe te treden tot de paprikamarkt, waardoor het aanbod zich snel zou moeten kunnen aanpassen aan de vraag.
Maar hoe kan het dan, zo vraagt Haegens zich af, dat een paprikateler vaak nog geen euro voor een kilo paprika’s krijgt, ver onder de kostprijs?
Het antwoord brengt hem naar een Van der Valk-restaurant bij Breda. Daar kwamen tien jaar geleden een aantal paprikatelers in het geheim bijeen om afspraken te maken over de prijs van een paprika. Het leek niet echt op een criminele samenzwering: er werd genotuleerd en er werden zelfs afsprakenlijstjes gemaakt. ‘Marktmacht vergroten door te starten met een lichte vorm van samenwerking,’ zo luidde het doel van de bijeenkomsten. De telers konden namelijk niet opboksen tegen de immense marktmacht van de Nederlandse supermarkten, die de prijs van de paprika dicteerden.
Maar toen kreeg de Nederlandse Mededingingsautoriteit lucht van de kwestie. Uiteindelijk werden er boetes opgelegd van in totaal 14 miljoen euro. Want ja, de telers hadden de ‘vrije markt’ aangetast. Haegens wijst op de tegenstrijdigheid: ‘Waarom mogen mensen hun activiteiten wel onderling coördineren als ze deel uitmaken van dezelfde multinational, maar niet als ze allemaal kleine producenten zijn?’
De grootste show op aarde
Ziehier de mythe van de vrije markt. De samenwerking die we in de paprikamarkt zien, is geen kwestie van vrije producenten en consumenten die beiden profiteren van iedere transactie. Het is veel ingewikkelder. In de paprikamarkt zien we een wedloop tussen paprikakartels, veredelaars en supermarkten die steeds groter proberen te worden. De producenten kunnen nauwelijks anticiperen op een andere vraag of prijs, omdat ze vastzitten aan hun investeringen en leningen. Het gevolg is dat ze zich communistisch gaan gedragen, wat de Nederlandse Mededingingsautoriteit dan weer probeert te reguleren. ‘Marktpartijen trachten zoveel mogelijk als collectief te functioneren,’ schrijft Haegens. Als een uitdijende groene vlek op de telescoop van het marsmannetje.
Het goede nieuws? De wereld wordt niet geregeerd door onzichtbare marktkrachten aan wie we ons moeten overgeven. Achter het decor van de grootste show op aarde gaat een heel andere wereld schuil. We vinden er graaiers en profiteurs, natuurlijk, maar ook veel samenwerking, vrijwilligerswerk en vertrouwen. Neem alleen het onbetaalde werk, van mantelzorg tot Wikipedia. Als we al dit werk zouden meetellen, zou het minstens de helft van onze economie uitmaken. ‘Onder een dun laagje kapitalisme ligt,’ aldus Haegens, ‘een socialere, menselijke economie verstopt.’
Misschien dat we hier meer oog voor krijgen als we eens door de telescoop van het marsmannetje kijken. Of dat boek van Haegens lezen natuurlijk.