Rondleiding: Surf mee langs de beste internetkunst
Internetkunst vind je niet in musea, boeken of artikelen. Die vind je online. Maar hoe? Kunstenaar Jan Robert Leegte leidt rond door de wondere wereld van de internetkunst.
In mijn onderzoek naar internetkunst merk ik dat de interessantste informatie nog niet in boeken staat, maar bij de kunstenaars zelf te vinden is. Bijvoorbeeld bij Jan Robert Leegte: hij maakt al ruim twintig jaar internetkunst en heeft de ontwikkelingen van dichtbij meegemaakt. Bovendien kan hij er heel enthousiast over vertellen.
We maakten een rondje langs websites die samen een beknopte geschiedenis van internetkunst vertellen. Surf mee!
1. De grondleggers van internetkunst
Het Nederlands-Belgische kunstenaarsduo Jodi wordt door velen beschouwd als een van de grondleggers van de internetkunst. Leegte: ‘Deze website was een van de eerste online kunstwerken die ik zag. Niet alleen de voorkant van de website is belangrijk, maar ook de broncode is dat. Alsof de achterkant van het canvas ook is beschilderd.’
Het werk speelt op een fantastische manier in op onze angst voor de chaotische, onbekende en peilloze kant van het internet
Want wanneer je de code van de site weergeeft, zie je afbeeldingen van een kernbom, opgebouwd uit letters en tekens. Het was de grote angst die het internet inboezemde: dat terroristen tussen alle beschikbare informatie een handleiding voor het bouwen van een kernbom zouden vinden.
Met Leegte klik ik verder. Soms verschijnen er teksten die impliceren dat je een virus aan het downloaden bent. Soms lijkt het alsof we in een cijferdoolhof beland zijn. Al met al speelt het werk op een fantastische manier in op onze angst voor de chaotische, onbekende en peilloze kant van het internet. En dat twintig jaar na dato.
2. Een kunstwerk van scrollbalken
Via vrienden die in Delft studeerden, kwam Leegte al vroeg met het internet in aanraking: ‘Daar was iedereen al online.’ Toen hij in de jaren negentig aan de Willem de Kooning Academie studeerde, werd er weliswaar al veel aandacht aan internet besteed, maar nog niet aan kunst op internet.
Hij leerde zichzelf programmeren en begon te experimenteren met online kunst. We zoeken even naar zijn vroegste werken, maar die zijn onvindbaar of zien er, omdat de software niet meer wordt ondersteund, heel anders uit. Leegte: ‘Ik heb ze nog wel ergens offline bewaard, maar het is een bewuste keuze om ze niet allemaal te blijven updaten.’
Bij recenter werk doet hij dat wel. Een mooi voorbeeld is Scrollbar Composition (2000), een webpagina die, met een knipoog naar het werk van Piet Mondriaan, door scrollbalken in blauwe en grijze vlakken is verdeeld.
Omdat de vormgeving van scrollbalken per besturingssysteem verschilt, verandert de site steeds van uiterlijk. Na de hoekige grijze pijltjes van Windows 95, die met hun slagschaduw een zekere materialiteit uitdrukten, en de kenmerkende bolle balken van Mac, lijkt de compositie nu steeds minimalistischer te worden. Leegte: ‘Misschien dat scrollbalken over een tijdje helemaal niet meer bestaan. Dat zou ook het einde van de site betekenen.’
Dan zijn er gelukkig nog de fysieke versies van het werk: de sculpturen en de installaties. ‘Musea waren veel meer in de objecten geïnteresseerd. Daar konden ze wat mee. Het online werk was te underground, mensen dachten dat hun computer gehackt werd.’
3. Het platform dat iedereen bij elkaar bracht
Online kunst bleef voor musea en het grote publiek lange tijd vrijwel onzichtbaar. Een kleine, internationale gemeenschap hield zich er wel actief mee bezig. Gelijkgestemden hadden contact via forums en mailinglijsten.
Een van de belangrijkste mailinglijsten was Nettime, dat een wereldwijd platform bood voor discussie over de politiek-culturele kant van het web. Er werden sites gedeeld, essays rondgestuurd, discussies gevoerd en lezingen aangekondigd. Nettime was vrijwel ongemodereerd. Leegte: ‘Regelmatig crashte je hele inbox, omdat Jodi bij wijze van performance een mailbom rondstuurde.’
In deze legendarisch geworden Nettimemail legt kunstenaar Alexei Shulgin uit hoe de term net.art – de naam voor online kunst in die tijd – is ontstaan.
4. Bestaat authenticiteit nog op internet?
Een belangrijke vroege net.art-kunstenaar is Heath Bunting. Leegte: ‘Zijn werk is een mooi voorbeeld van online kunst uit de begintijd. Computers en verbindingen waren veel slomer dan nu. Het duurde lang om afbeeldingen te laden, dus de sites bestonden voornamelijk uit tekst. Het werk heeft daardoor een rauw, een beetje nerdy karakter en was niet aantrekkelijk genoeg voor het grote publiek.’
Toch is het in al zijn eenvoud een heel interessant werk: de handtekening van de kunstenaar staat normaal gesproken immers symbool voor de authenticiteit van het unieke kunstobject. Bunting geeft met dit werk aan dat sommige traditionele ideeën over kunst in de tijd van internet herzien moeten worden.
5. Internetkunst kan ook kleurrijk en esthetisch zijn
Niet alle internetkunst bestaat uit cijfers en letters. Een van de voorlopers van de huidige generatie internetkunstenaars, is Peter Luining. Leegte: ‘Luining was minder geïnteresseerd in zware thema’s, politiek en een techy esthetiek. Hij maakte kleurrijk werk, geïnspireerd op de geometrische schilderijen van Peter Halley, en ging veel lichtvoetiger om met het web: precies zoals de nieuwe generatie internetkunst maakt.’
6. Uit wie bestaat die dan, die nieuwe generatie?
De technologische ontwikkelingen aan het begin van de eeuw zorgden ervoor dat internetkunst steeds visueler werd. Internet werd sneller en steeds meer mensen installeerden software zoals Flash. Verder werd het eenvoudiger om geluid en animaties te gebruiken. Het activistische karakter van internetkunst raakte zodoende op de achtergrond en de vormgeving werd belangrijker.
Een interessante overzichtssite van die nieuwe vorm van internetkunst is Computers Club van kunstenaar Krist Wood. In een bizar landschap gemaakt met een archaïsch tekenprogramma staan een stuk of twintig jonge kunstenaars bij elkaar. Een klik op een kunstenaar brengt je naar zijn of haar website.
Leegte: ‘Computers Club biedt een interessant overzicht van waar de nieuwe generatie internetkunstenaars zich mee bezighoudt. Zo zie je dat internetkunst niet altijd browser-based (een website) hoeft te zijn. Ook worden de cultuur en de beeldtaal belangrijker gevonden dan het programmeren zelf. En in tegenstelling tot de voorgaande generatie zoeken deze kunstenaars wel de musea en galeries op, om zo hun werk heel strategisch in de context van de beeldende kunst te plaatsen.’
7. Filmpjes waarin heel weinig gebeurt
Een van de interessantste kunstenaars van deze groep is Petra Cortright. Ze werd bekend met YouTube-filmpjes waarin heel weinig gebeurt: ze filmt zichzelf terwijl ze in de webcam staart, soms een rondje draait op haar bureaustoel of even door de kamer danst. Ondertussen probeert ze allerlei video-effecten uit, zoals sneeuw, glitters, vervormingen van het beeld of smileys.
Het werk lijkt niet zoveel om het lijf te hebben, maar wordt toch opgepikt in de beeldende kunstwereld. Leegte: ‘Wat zo goed is aan Petra Cortright, is dat ze onze relatie met het web haarfijn weet te verbeelden. In die eerste filmpjes uit 2006 was ze piepjong, maar toch was het werk al een rake voorbode van de YouTube-celebritycultuur van nu.’
8. Losgaan met de nieuwste effecten
En de interessantste recente ontwikkelingen in de internetkunst? Leegte: ‘Dat is moeilijk! Er is een aantal kunstenaars dat de cut & paste-cultuur van internet omzet in video. Joe Hamilton bijvoorbeeld, die gaat helemaal los met de nieuwste effecten om dat idee uit te dragen. Zijn Hyper Geography resoneert met bugs [programmeerfouten, MC] die je in Google Earth vindt.’
‘Ik denk dat de toekomst van internetkunst meer in het speculatieve ligt. Maar er zijn zo veel interessante ontwikkelingen, ik kan nog uren doorgaan. We kunnen iedere maand wel zo’n lijst publiceren!’