Wat klopt er van de argumenten achter het EU-referendum van #GeenPeil?

Remmelt de Weerd
Factchecker
Jan Roos (links) en Thierry Baudet verzamelen handtekeningen in Den Haag. Foto: Remko de Waal/ANP

GeenPeil verzamelde 450.000 handtekeningen voor een referendum over Oekraïne en de EU. Een knappe prestatie. Maar hoe onderbouwd zijn de argumenten die naar voren worden gebracht? Met Joost Vormeer en Arlette van der Berg check ik vijf belangrijke claims uit de campagne.

Al meer dan 450.000 mensen steunen het initiatief van om te stemmen over het reeds getekende associatieverdrag van Oekraïne met de Europese Unie. Het had 300.000 handtekeningen nodig om in Nederland een raadgevend referendum te organiseren.

Dat referendum komt er, mits voldoende stemmen geldig zijn. Wat Nederland (als erover gestemd wordt is ons land EU-voorzitter) hiermee zal doen, is nog niet duidelijk.

Maar voor de discussie daarover losbarst en we met z’n allen mogen stemmen: kloppen de argumenten die voor dit referendum zijn gebruikt?

Ik checkte met Joost Vormeer en Arlette van den Berg de vijf grootste claims die op GeenPeil.nl voorbijgekomen zijn.

Claim 1. Een associatieverdrag leidt tot een Oekraïens EU-lidmaatschap

  • ‘De EU wordt groter.’ (GeenPeil)

De EU wordt met dit associatieverdrag niet groter - niet in de zin dat er nieuwe EU-lidstaten bij komen. Het associatieverdrag is namelijk geen uitbreiding van de EU.

Ook Israël, Jordanië en Chili hebben een associatieverdrag met de EU. Landen die desondanks geen lid van de EU zullen worden

Hoewel sommige landen waar eerder een associatieverdrag mee gesloten werd nu wel EU-lid zijn (Kroatië bijvoorbeeld), is het niet zo dat met een associatieverdrag een toekomstig EU-lidmaatschap in het vooruitzicht wordt gesteld. Ook Israël, Jordanië en Chili hebben een associatieverdrag met de EU, waarin afspraken zijn gemaakt over handel en bestuur. Landen die geen lid van de EU zullen worden.

Of Oekraïne uiteindelijk lid zal worden, is moeilijk te voorspellen. Feit is dat het land momenteel nog ver van EU-lidmaatschap Het land voldoet namelijk niet aan de heeft nog niet eens de status van en is zelf erg verdeeld over de wenselijkheid van een lidmaatschap.

En, ter vergelijking: de associatieovereenkomst met Turkije stamt al uit 1963, terwijl een lidmaatschap nog altijd verre van reëel is.

Dus?

De EU wordt met dit verdrag niet uitgebreid. Er is ook geen causaal verband tussen het sluiten van een associatieverdrag en lidmaatschap van de EU. Oekraïne is bovendien nog geen van de EU. Sterker: Oekraïne is nog niet eens potentieel kandidaat-lidstaat.

Deze claim beoordelen wij dus als volledigonjuist.

Claim 2. Het associatieverdrag zorgt voor een geldstroom naar Oekraïne

  • ‘Er staat geld tegenover voor Oekraïne.’ (Chris Aalberts, The Post Online)
  • ‘Associatielanden worden direct netto-ontvangers.’ (GeenPeil)

Als we strikt kijken naar de juridische bepalingen in het associatieverdrag, dan heeft Oekraïne geen recht op meer financiële steun.

Wel staat in het verdrag dat Oekraïne, net als in voorgaande jaren, in aanmerking komt voor ‘financiële bijstand’ uit bestaande mechanismen.

Een van die mechanismen is het zogenoemde ‘Eastern Partnership,’ dat de EU in 2009 met een aantal landen aan de oostgrens van de unie heeft gesloten. Oekraïne ontving daardoor geld voor infrastructuur, grensbewaking, corruptiebestrijding en institutionele hervorming. Na ingang van het associatieverdrag moet de financiële bijstand uit dat partnerschap ook bijdragen aan de verwezenlijking van de doelstellingen van

In de praktijk zien we dat er wel handreikingen aan Oekraïne worden gedaan, zeer waarschijnlijk naar aanleiding van het associatieverdrag. Zo werd het land in 2014 in het vooruitzicht gesteld om de hervormingen uit het associatieverdrag in gang te kunnen zetten.

Meer financiële steun zal waarschijnlijk volgen, ook omdat commissievoorzitter Jean-Claude Juncker heeft gezegd het land niet in de steek te willen laten. Het is daarom zeker denkbaar dat de keuze van de regering in Kiev om een pro-Europese koers te varen heeft bijgedragen aan de welwillendheid van de EU om leningen aan Oekraïne te verstrekken, als aanvulling op het noodfonds van het Internationaal Monetair Fonds (IMF). De daadwerkelijke financiële steun aan Oekraïne is dus uitgebreider dan de strikte bepalingen van het verdrag.

Dus?

De juridische bepalingen beloven Oekraïne geen extra geld vanuit Europa. Wel zien we dat er, wellicht daartoe aangemoedigd door ondertekening van het verdrag, financiële handreikingen aan Oekraïne zijn gedaan. Of dit in de komende jaren ook zo blijft, zal moeten blijken. Dus ja, Oekraïne ontvangt (meer) geld uit de EU, maar nee: het associatieverdrag verplicht de EU daar niet toe.

Deze claim beoordelen wij als deels juist, deels onjuist.

(0) niet te checken, (1) volledig onjuist, (2) grotendeels onjuist, (3) deels juist, deels onjuist, (4) grotendeels juist, (5) volledig juist.

Claim 3. Het associatieverdrag zorgt voor minder democratische controle

  • ‘Gekozen politici krijgen minder mogelijkheid om allerlei instanties te controleren die worden opgericht om het associatieverdrag in praktijk te brengen.’ (GeenPeil)

Dit argument komen we tegen op de website van GeenPeil als antwoord op de vraag ‘Wat is er dan precies mis met het verdrag?’ GeenPeil zegt daarop: ‘De EU wordt groter, maar gekozen politici krijgen minder mogelijkheid om allerlei instanties te controleren die worden opgericht om het associatieverdrag in de praktijk te brengen.’

Zorgt dit associatieverdrag ervoor dat onze gekozen politici - nationaal of Europees - aan controlerende macht moeten inleveren?

De oorsprong van deze uitspraak was ons in eerste instantie onduidelijk. Het associatieverdrag verandert namelijk niets aan de verantwoordelijkheden of controlerende mogelijkheden van die politici.

Het associatieverdrag sleutelt op geen enkele manier aan de mogelijkheden van gekozen politici, nationaal of Europees, om instanties te controleren

Waar komt dit argument dan vandaan? Een antwoord op die vraag lijken we terug te vinden in een artikel van Chris Aalberts op The Post Online, waar GeenPeil naar verwijst.

Aalberts schrijft dat er een wordt opgericht die toezicht houdt op de uitvoering van de overeenkomst met Oekraïne. Dat klopt. In die raad zitten vertegenwoordigers van de regering van Oekraïne, leden van de Europese Commissie en ministers van Europese lidstaten.

Daarnaast nemen parlementariërs uit Oekraïne en Europarlementariërs zitting in een op te richten Parlementair Associatiecomité. Aalberts concludeert: ‘Zo ontstaat alweer een EU-structuur die op grote afstand van burgers is geplaatst en daarmee vrijwel oncontroleerbaar is: gekozen Europarlementariërs hebben geen zeggenschap en ministers zetten de lijnen uit.’

Maar het Parlementair Associatiecomité is opgericht als een platform waar gekozen politici (uit Oekraïne en de EU) van gedachten kunnen wisselen. Hebben gekozen politici daardoor ook minder controlerende bevoegdheden? Dat valt te bezien. Europarlementariërs kunnen wel inlichtingen inwinnen. Die zouden zij kunnen meenemen naar vergaderingen in het Europees Parlement of kunnen doorspelen naar hun collega’s in nationale parlementen.

En die Associatieraad? Die is simpelweg gebruikelijk bij het sluiten van een associatieverdrag. Zo is er ook een associatieovereenkomst met Israël afgesloten. Daarin staat dat een soortgelijke raad zal worden opgericht. En ook dit verdrag benadrukt het belang van contacten tussen Europarlementariërs en leden van de Knesset.

Nationale volksvertegenwoordigers hebben door de parlementaire controle op hun ministers bovendien wel degelijk de mogelijkheid om welke Associatieraad dan ook te beïnvloeden. Zo roepen Nederlandse Tweede Kamerleden de minister van Buitenlandse Zaken af en toe op om via de Associatieraad EU-Israël druk uit te oefenen op Israël.

Dus?

Het associatieverdrag sleutelt op geen enkele manier aan de mogelijkheden van gekozen politici, nationaal of Europees, om instanties te controleren.

Deze claim beoordelen wij dus als volledigonjuist.

Claim 4. Het associatieverdrag brengt een oorlog met Rusland dichterbij

  • ‘De EU haalt oorlog met Poetin binnen de invloedssfeer.’ (GeenPeil)

Oekraïne is vanaf 2013 in conflict met Rusland over de status van De Krim. Ook verleent Rusland steun aan de separatisten in Oost-Oekraïne. Haalt de EU met het associatieverdrag die conflicten binnen haar invloedssfeer?

Economische samenwerking is niet het enige doel van de overeenkomst. Er moet ook een politieke dialoog met Oekraïne plaatsvinden. Deze politieke dialoog richt zich niet alleen op institutionele hervormingen in Oekraïne om de mensenrechten te waarborgen en de rechtsstaat te versterken. Er zal ook afstemming plaatsvinden over het buitenland- en veiligheidsbeleid van Oekraïne.

De politieke dialoog vindt plaats in de eerder genoemde Associatieraad. Daarnaast zullen er bijeenkomsten met ambtenaren en militaire experts worden georganiseerd. Nu wordt in de hele tekst van het associatieverdrag Rusland niet één keer genoemd. Maar het is onwaarschijnlijk dat in de Associatieraad of tijdens de bijeenkomsten met militaire experts de politieke situatie op De Krim en de conflicten in het oosten van Oekraïne niet aan de orde zullen komen.

Kortom, dat Europese ministers, ambtenaren en veiligheidsexperts met hun Oekraïense partners niet over het conflict met Rusland zullen spreken, is hoogst onwaarschijnlijk. Aan de andere kant: wat zijn de gevolgen hiervan? Komt een oorlog met Poetin dan dichterbij? Door het associatieverdrag met Israël is ook sprake van politieke dialoog. Heeft de EU het conflict tussen Israël en de Palestijnen binnen haar invloedssfeer gehaald?

Om die vragen te kunnen beantwoorden, moeten we allereerst aannemen dat invloedssferen überhaupt bestaan. Dat machtige landen (of blokken als de EU) in bepaalde (vaak naburige) landen en regio’s een grote mate van politieke invloed kunnen uitoefenen. Het lijkt aannemelijk dat Oekraïne binnen de Russische invloedssfeer valt, maar invloedssferen zijn geen wetmatigheden. Want waar houdt de Russische invloedssfeer dan precies op?

En áls je invloedssferen als een geopolitieke realiteit ziet, is het nog de vraag hoe leidend ze moeten zijn in het buitenlandbeleid. Je kunt namelijk ook van mening zijn dat ieder land zelf zijn eigen bestemming mag kiezen, los van de invloedssfeer waarbinnen het valt.

Dus?

De bewering kan niet als waar of onwaar worden beoordeeld. Het is een feit dat Poetin Oekraïne als een land binnen de Russische invloedssfeer beschouwt. Het is ook een feit dat Rusland én een deel van de Oekraïners tegen het associatieverdrag zijn.

Die laatste groep heeft om die reden haar afscheidingswensen duidelijk gemaakt. Maar of je nu uit wilt gaan van invloedssferen of niet: de eenheid van Oekraïne staat al jaren onder druk en de gevolgen hiervan kan de EU moeilijker negeren nu er een associatieverdrag is dat Oekraïne in politieke en economische zin hechter aan Europa bindt dan voorheen. Maar of je dan een echte oorlog de invloedssfeer binnenhaalt? Daar valt over te twisten.

Wij beoordelen deze claims als niet te checken.

Claim 5. Het associatieverdrag leidt tot emigratie naar Nederland

  • ‘Goedkope arbeidskrachten kunnen naar NL komen als mensen uit Oekraïne, Georgië en Moldavië op termijn visumvrij kunnen reizen.’ (PVV)
  • ‘Meer migratie dus, net zoals eerder uit andere Oost-Europese landen.’ (Chris Aalberts, TPO)
  • ‘Er komt vrij verkeer van personen.’ (GeenPeil)
Oekraïense burgers kunnen na ondertekening van het verdrag niet vrij naar Europa reizen om daar te wonen en werken

Oekraïense burgers kunnen na ondertekening van het verdrag niet vrij naar Europa reizen om daar te wonen en werken, zoals EU-burgers dat wel kunnen.

Wel wordt er onderhandeld over de opheffing van de visumplicht voor Oekraïense burgers. Deze onderhandelingen lopen nog, ze hangen niet één op één samen met het associatieverdrag. Wel zijn beide zaken sterk met elkaar verbonden.

Het associatieverdrag formuleert namelijk het doel dat Oekraïense burgers zonder visum naar de EU moeten kunnen reizen. Dit betekent niet dat eerder afgesproken criteria voor afschaffing van de visumplicht ongeldig worden. Oekraïne moet onder andere aan eisen over grensbewaking en biometrische paspoorten voldoen en maatregelen treffen om illegale migratie tegen te gaan.

Maar wat betekent visumvrij reizen dan? Voor Oekraïners zou het vooral minder bureaucratie betekenen. Werken en voor onbeperkte tijd in Europa blijven is nog altijd niet toegestaan.

De situatie is zodoende grotendeels vergelijkbaar met Albanië en Macedonië. Inwoners van die landen kunnen visumvrij naar de EU reizen. Toch wordt West-Europa niet overspoeld door arbeidsmigranten De reden is dat de mogelijkheden van ingezetenen alsnog beperkt zijn. Om te kunnen werken bijvoorbeeld, hebben zij alsnog een werkvisum nodig.

Dus?

Van vrij verkeer van personen is geen sprake. Dit neemt niet weg dat het voor Oekraïners vanaf eind 2016 of medio 2016 eenvoudiger wordt om naar Europa te reizen. Maar de claim dat er meer goedkope arbeidskrachten richting West-Europa komen, zoals dit met de Polen en Roemenen het geval was, is ongegrond. Oekraïners mogen zonder werkvisum alsnog geen betaalde werkzaamheden uitvoeren. Voor arbeidsmigranten die het voornemen hebben illegaal in Europa aan het werk te gaan, zal het wel eenvoudiger worden de EU binnen te komen.

Wij beoordelen deze claim dus als grotendeels onjuist.

Dit stuk schreef ik samen met Joost Vormeer en Arlette van den Berg.

(0) niet te checken, (1) volledig onjuist, (2) grotendeels onjuist, (3) deels juist, deels onjuist, (4) grotendeels juist, (5) volledig juist

Naschrift 3 oktober 2015: Een eerdere versie van dit artikel bevatte onder ‘Claim 3’ een verwijzing naar uit het artikel van RTL-journalist Hella Hueck. De verwijzing is uit de tekst gehaald, omdat zo ten onrechte het beeld zou kunnen ontstaan dat Hueck onderdeel uitmaakt van de GeenPeil-campagne. Terwijl: het feit dat GeenPeil haar artikel met instemming citeert, zegt niets over de intenties waar zij dit artikel (en de bewuste passage) mee geschreven heeft.

Meer verhalen over Europa: