Een witleren stoel, een rood knipperlicht en een afwerkhokje. Ra ra waar ben ik?

Maite Vermeulen
Correspondent Migratie

Alle wereldleiders waren afgelopen week bij de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties. Hoe gaat zo’n wereldtop eraan toe? Een verslag uit New York, aan de hand van tien voorwerpen.

Het is de enige week van het jaar dat de Verenigde Naties wereldnieuws zijn: tijdens de Algemene Vergadering in New York. Alle wereldleiders reizen af naar First Avenue, Manhattan, om speeches te geven, te overleggen over de crises van de wereld en vooral: de zeventigste verjaardag van de VN te vieren met het aannemen van Vandaag is de slotceremonie.

Veel van de Algemene Vergadering hebben jullie in het nieuws kunnen zien: de speeches van Barack Obama en Vladimir Poetin, die lijnrecht tegenover elkaar staan over Syrië. De speech van Willem-Alexander, die hard lobbyt om Nederland in 2017 in de VN Veiligheidsraad te krijgen. De speech van de Iraanse premier Hassan Rouhani, die toenadering zoekt tot het Westen.

Maar er is ook veel wat jullie niet hebben gezien. Hoe gaat dat eraan toe, zo’n wereldvergadering? En wat zegt dat over internationale samenwerking? Ik ontdekte ter plaatse tien voorwerpen die de kern vormen van een VN-top. Ik zet ze voor jullie op een rij.

1. Het dranghek

De claxons zijn tot hoog in het Empire State Building te horen. Ze galmen door de straten van Manhattan. Een fietser zigzagt tussen stilstaande auto’s door en komt dan ook tot stilstand voor een rij dranghekken. Voetgangers drommen ertegenaan.

‘Weet iemand wat er aan de hand is?,’ vraagt een Australische toerist. ‘De paus komt zo langs,’ roepen twee vrouwen enthousiast. Ze hangen dubbelgevouwen over het hek, hun mobieltje in de aanslag. De kaartjesverkoper van het Empire State Building tikt de toerist op zijn schouder. ‘Wil je naar boven? Kun je de paus vanaf daar zien!’

Er is geen week die New Yorkers meer haten dan afgelopen week: de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties. Het betekent uren te laat komen op je werk, omdat je moest wachten tot er weer een wereldleider voorbij was gezoefd. De straten rondom het VN-hoofdkantoor (zes blokken breed, twee blokken diep), zijn hermetisch afgesloten met betonblokken, zwaar bewapende agenten en checkpoints.

En dan zijn er nog de duizenden journalisten die op het evenement afkomen en de stoepen verstoppen met hun camera’s. Tv-ploegen houden vanaf 4 uur ‘s ochtends de wacht voor de ingang van het VN-gebouw - de koffiebekers stapelen zich op onder hun felle spotlights.

De Starbucks verandert in een carnaval van klederdracht. Felgekleurde Afrikaanse hoofddoeken, Nepalese punthoedjes, Arabische tulbanden, Oost-Europese folklore, stijf gestreken legeruniformen, djellaba’s, sari’s, kimono’s, iedereen komt een latte halen. Net voorbij het laatste dranghek staat een krijtbord op straat: Who am I to judge? - Pope Francis.

2. De badge

Je badge is je alles tijdens een VN-top. Of eigenlijk: de letter op je badge.

Een rode D van Diplomaat. Die wil je het liefst, want daarmee gaan de meeste deuren open. Een rode A van Associate is ook aardig: dit zijn voornamelijk stagiaires en consultants die voor de VN werken. Met een bruine N ben je een vertegenwoordiger van een Non-gouvernementele organisatie (ngo), een groene P laat zien dat je van de Pers bent.

Voor de grote sessies (zoals de speeches van de paus, Obama en Poetin), staan journalisten al vanaf 5 uur ‘s ochtends in de rij voor een kaartje op de perstribune. Maar het kan zomaar dat er maar zes (!) kaartjes voor die tribune worden uitgedeeld aan schrijvende journalisten.

Het kan zijn dat een bewaker je vertelt: ‘Je mag hier niet naar binnen, maar als je daar bij de balie even gaat netwerken, lukt het misschien wel.’

Om van het doolhof dat het VN-gebouw is nog maar niet te spreken. Instructies hangen vaak op gekreukelde A4’tjes met ducttape op de muur geplakt. ‘Het lijkt hier wel een derdewereldland,’ moppert een journalist uit Ghana achter me.

De meeste journalisten wonen de vergaderingen dan ook helemaal niet bij. Ze brengen de meeste tijd door in het mediacentrum, waar op grote schermen livestreams van de vergaderingen te zien zijn. Het scheelt een hoop tijd in de rij en je kunt wél zeggen dat je verslag doet vanuit het VN-hoofdkwartier.

3. De witleren stoel

De General Assembly Hall is een indrukwekkende zaal. Hij voelt tegelijk majestueus door het goudbekaderde podium en intiem door het schuin toelopende koepeldak. Achter het groen marmeren spreekgestoelte staan drie stoelen: één voor Ban Ki-moon, twee voor de voorzitters van de Vergadering, dit jaar de staatshoofden van Oeganda en Denemarken.

De laatste hanteert de hamer. ‘Ik ga ervan uit dat alle delegaties akkoord gaan met de gebruikelijke vergaderregels?,’ vraagt hij retorisch aan het begin van de ochtend. ‘It is so decided.’ De hamer komt hoog galmend neer op het bureau.

Onder mijn over de Algemene Vergadering vroeg een Correspondentlezer: ‘Zijn de Verenigde Naties ooit verenigd geweest?’ Mijn conclusie is ja: de Verenigde Naties zijn verenigd door protocol. Want hoe kun je anders met de hele wereld - met zoveel verschillende gebruiken en tradities - een bijeenkomst in goede banen leiden?

Neem de witleren stoel met de manshoge leuning die onder het spreekgestoelte staat. Wanneer een aan de beurt is de Vergadering toe te spreken, verzoekt de voorzitter eerst ‘het protocol in werking te stellen, om de spreker naar het podium te begeleiden.’ Het staatshoofd moet dan plaatsnemen op de stoel.

Koning Willem-Alexander zit klaar voor zijn speech.

Daar zit zo’n premier, president of koning dan. Handjes op de knietjes, lekker ongemakkelijk. Pas daarna verzoekt de voorzitter ‘het protocol in werking te stellen, om de spreker uit te nodigen de Algemene Vergadering toe te spreken.’ Het katheder is twee stappen verderop.

Na afloop van de speech treedt hetzelfde ritueel in werking: eerst moet de spreker op de stoel plaatsnemen, voordat hij of zij af mag lopen.

Ook de zaal zelf barst van de protocollen. De delegaties zitten aan tafels, op alfabetische volgorde - Nederland altijd tussen Nepal en Nieuw-Zeeland. Maar om te voorkomen dat Afghanistan altijd vooraan zit en Zimbabwe altijd achterin, roteert de locatie van de delegaties elk jaar.

Achter die tafels staan twee rijen stoelen. De beige stoelen vooraan zijn voor de diplomaten, de blauwe stoelen erachter voor de ambtenaren. Het hoogst geplaatste lid van de delegatie zit aan de buitenkant van de tafel (waar hij of zij het best aanspreekbaar is voor langslopende delegaties). Dat levert dus een flinke stoelendans op tijdens de vergadering. Als Mark Rutte en Bert Koenders net lekker zitten en de koning komt aan, moet iedereen weer een stoeltje doorschuiven.

4. Het rode knipperlicht

Op de katheders in de verschillende vergaderzalen zitten rode lampjes. Is de spreektijd bijna om, dan gaat zo’n lampje knipperen.

is de tweede spreker van het Algemene Debat dit jaar. Maximale spreektijd: vijftien minuten. Geklokte spreektijd: 42 minuut 45 seconden.

Het rode lampje flitste Obama al bijna een halfuur tegemoet. Maar hij koos ervoor dat te negeren. Om een diplomatieke rel over het afkappen van een staatshoofd te voorkomen, is er in de Verenigde Naties geen manier om sprekers aan de voorgeschreven spreektijd te houden.

Zo loopt elke vergadering vaak uren uit. Koning Willem-Alexander zou rond 12 uur een speech geven, die uiteindelijk om halfdrie plaatsvond. Koningin Máxima was op tijd aanwezig bij een vergadering over klimaat, maar moest na een uur weer vertrekken terwijl de vergadering nog niet begonnen was - veel andere delegaties werden nog opgehouden in eerdere bijeenkomsten.

Zelfs áls de voorzitter pogingen doet de spreektijd binnen de perken te houden, wordt dat meestal genegeerd. Om uitloop te voorkomen, vraagt de voorzitter van de uiteindelijk tóch gestarte klimaatvergadering - waar alle landen drie minuten mogen spreken - of de laatste delegaties zich willen beperken tot twee minuten. Ecuador ratelt vervolgens zo snel en hard door dat de voorzitter er met geen mogelijkheid tussen komt. Zes minuten verstrijken.

De vertegenwoordiger van Antigua en Barbuda, de volgende spreker, merkt geïrriteerd op: ‘Hoewel ik hier wél op tijd was en een uur heb zitten wachten voor de aanvang, zal ik mezelf tot de gestelde twee minuten beperken.’

5. Het oorkapje

Rondom de vergaderzalen zitten ze in kleine hokjes achter grijs glas: de simultaanvertalers. Elke vergaderzaal heeft er zes: voor het Engels, Frans, Arabisch, Chinees, Russisch en Spaans. Via een kapje dat over je hele oor schuift, kan iedereen in de zaal de vertaling naar keuze volgen. De diplomaten met smetvrees hebben hun eigen oortje mee.

De simultaanvertaling is te beluisteren via dit oortje.

Dit is trouwens nog een reden dat de uitloop van de vergaderingen problematisch is: de tolken werken maar tot zes uur. Halverwege de speech van Cyprus in de klimaatvergadering klinkt het ineens in mijn oor: ‘De vertalers bieden hun excuses aan, maar we hebben instructies gekregen nu te stoppen.’ Cyprus kletst vrolijk verder in het Grieks.

Taal is onderdeel van het politieke spel. De grootmachten spreken trots hun eigen taal - Poetin het Russisch, Merkel het Duits. Maar kleine landen als Kroatië of Nederland, die vooral graag een goede indruk willen maken, spreken in het Engels.

Achter het glas zitten de vertalers.

En dat kan best rare situaties opleveren. Onze koning spreekt - zijn het de zenuwen? - niet over goals that have not been achieved, maar over girls that have not been achieved. En als hij verder gaat over een 3 day approach - waar hij 3D approach had moeten zeggen - vraagt een journalist naast me zachtjes: ‘Waar heeft hij het over? Drie dagen?’

6. De wandelgang

Het is natuurlijk het grootste cliché uit de diplomatie: het gebeurt allemaal in de wandelgangen. Maar vaak zijn de grootste clichés waar. Als je even op een bankje op UN Plaza zit - het centrale plein waarlangs iedereen naar binnen en buiten moet - zie je zo Mark Rutte, de Braziliaanse president Dilma Rousseff en Mark Zuckerberg voorbij lopen. Diplomaten schieten elkaar aan, zoenen, wisselen kaartjes uit en bespreken de laatste roddels. De buzz is dat China een grote aankondiging gaat doen over klimaat.

Ook belangrijke gespreksstof in de wandelgangen: het wc-papier, dat bedrukt is met reclame voor de World Toilet Day.

Die korte, persoonlijke contacten zijn de kern van de internationale diplomatie. Dat de vertegenwoordigers van India en Pakistan goede vrienden zijn, komt de landen enorm ten goede.

Het kan trouwens ook weleens misgaan. Ik zie een Nederlandse diplomaat toesnellen op wie hij denkt dat de premier van Aruba is. Het blijkt een schoonmaker.

Nergens is de macht van de wandelgang zo goed te zien als vanaf de perstribune in de General Assembly Hall. Neerkijkend op de tafeltjes van de delegaties kun je precies zien welke landen met elkaar overleggen. En belangrijker nog: wie naar wie toeloopt.

Waar de Nederlandse delegatie druk netwerkend tussen de tafeltjes beweegt, staat de Nigeriaanse president nauwelijks op van zijn stoel. Zelfs Angela Merkel komt naar hém toe, in plaats van andersom.

File na de speech van Obama in de Algemene Vergadering.

Dat de wandelgangen zo belangrijk zijn, betekent ook dat de speeches op het podium lang niet altijd met aandacht worden beluisterd. Vaak zijn de gangen tussen de tafels voller dan de stoelen.

Wanneer de Pakistaanse activiste de wereldleiders mag toespreken, doet ze daarom maar wat de andere sprekers niet durven. ‘Voor ik begin, wil ik graag dat deze zaal een beetje stil is, en dat mensen goed opletten wat de jeugd hier vraagt,’ zegt ze brutaal. De diplomaten weten even niet hoe ze het hebben.

7. Het afwerkhokje

Als de wandelgangen te openbaar zijn om politiek gevoelige onderwerpen te bespreken, zijn er altijd nog de zogenoemde ‘afwerkhokjes.’ In vrijwel elke gang van het gebouw staan grijze schotten opgesteld, die kleine, afgezonderde ruimtes vormen.

De afwerkhokjes moeten gereserveerd worden.

Het is de VN-noodoplossing voor een gebrek aan vergaderzalen. Want als 193 landen elkaar onderling willen ontmoeten, volstaat zelfs het enorme VN-hoofdkwartier niet.

In de hokjes zonder plafond kunnen kunnen diplomaten elkaar op rode chesterfieldstoelen ontmoeten voor ‘bilateraaltjes.’ De hokjes moeten wel van tevoren geboekt worden, want ze zijn erg gewild.

8. De straathoek

Het is acht uur ‘s ochtends en ik sta op een straathoek in de rook van een putdeksel. Ik voel me net een drugsverslaafde. Er is me verteld dat ik hier een dealer kan ontmoeten. Iemand die kaartjes heeft voor een zeer gewild side event.

Op de hoek staat een slungelige jongen in pak, met in zijn handen een A4’tje: Presbyterian Church South Sudan reception. Nee, daar wil ik niet heen.

Ernaast staat een groep dames in felkleurige kimono’s, met een dikke laag witte make-up op. Of ik naar een evenement over Zuid-Korea wil komen.

Daarnaast vind ik dan eindelijk mijn dealer: een jongen met een lange gastenlijst, die me na even zeuren een kaartje toestopt voor een evenement over de nieuwe ontwikkelingsdoelen.

Side events vormen een belangrijk onderdeel van een VN-top. Het zijn vergaderingen, debatten en recepties die buiten de General Assembly Hall plaatsvinden. Bijvoorbeeld de ‘Interactieve Dialogen’, over onderwerpen als armoedebestrijding en vrouwenrechten. Die vies tegenvallen trouwens. Van interactie noch dialoog is eigenlijk sprake. Elk land leest een statement voor, en dat is het dan. Het enige verschil met het Algemene Debat (dat overigens ook niets van een debat weg heeft), is dat er ook spreektijd is voor ngo’s, VN-organisaties en bedrijven.

Er zijn ook side events die wat informeler zijn. Nederland organiseert bijvoorbeeld een bijeenkomst over de rol van bedrijven in de ontwikkelingshulpsector, met een vlotte gespreksleider uit de Bronx die iedereen aan het lachen krijgt. Vooral als het gaat over de inefficiëntie van de VN kan de lol niet op. Dat er maar liefst 34 VN-agentschappen werken op ontwikkeling, vindt iedereen hilarisch.

9. Het spandoek

Als je de trappen van het VN-bordes afloopt, kun je ze nét horen. Een geroezemoes op de achtergrond, nu eens wat harder, dan weer wat zachter. Het zijn de demonstranten. Achter een rij dranghekken, aan de overkant van de straat, een blok verwijderd van de ingang, mogen ze hun spandoeken uitrollen.

De slogans brengen je in sneltreinvaart langs alle minderheden van de wereld. De Sikh uit India staan naast de De Falun Gong stoppen een folder in je hand, terwijl een man met een grote zonnebril roept: ‘Wij laten de wereld weten dat slavernij nog steeds bestaat in Mauritanië!’

Eén straathoek verder danst de hele week een enorme mascotte van de Iraanse president Rouhani over de stoep. In zijn hand heeft hij een marionet, waaraan drie poppetjes aan een galg hangen.

Zo op een afstandje mag het, protesteren. Maar wanneer tijdens de speech van Poetin twee jongeren op de perstribune opstaan en een gescheurde Oekraïense vlag omhoog houden, worden ze direct uit de zaal verwijderd.

10. De legoset

In de kelder van het VN-gebouw vind je een van de drukste plekken van de hele conferentie: de souvenirwinkel. Belastingvrij, want dit gebouw is officieel internationaal grondgebied. Je kunt er ansichtkaarten kopen van Ban Ki-moon, die je vervolgens met een speciale VN-postzegel op de bus kunt doen. Je kunt er muismatten krijgen, veldflessen, rompertjes met de VN-blauwe tekst ‘Peacekeeper.’ Mijn favoriet is een legoset van het VN-hoofdkantoor.

Diplomaten kopen mandenvol souvenirs en maken selfies van zichzelf in de General Assembly Hall. Op UN Plaza staat een rij om op de foto te gaan met de grote letters #UNGA.

Een Afrikaanse delegatie, die rond het middaguur het gebouw verlaat, wordt nagezwaaid door een receptioniste. ‘Geniet lekker van de zon, New York is prachtig rond deze tijd van het jaar!’

Eerdere verhalen over de Verenigde Naties: