Waarom wij best een beetje meer van Oranje mogen houden
Van het concert des levens mag dan niemand een program hebben, het program van het vluchtelingencircus verloopt nogal voorspelbaar.
De voorstelling begon met een dramatisch beeld (‘een jongetje spoelt aan op een strand’). Iets structureels, dat al jaren aan de gang was, werd door politiek en media tot ‘crisis’ gebombardeerd en was ineens breaking news.
Vervolgens veerde het publiek op uit de stoelen. De humanitaire reflex kwam op gang. Overal in Europa voelden burgers zich geroepen hun medemenselijkheid te tonen.
Toen meldden zich algauw de eerste ‘ja maar’-mannetjes die de boel eens radicaal van een nieuw perspectief probeerden te voorzien. Zo bracht Elsevier de ‘ongemakkelijke waarheid’ dat de vader van het aangespoelde jongetje een nieuw gebit wilde en daarom op de vlucht ging.
(De originele versie van dat artikel liet een detail achterwege: dat hij zijn gebit zou zijn verloren toen Islamitische Staat hem ontvoerde en zijn tanden trok. Aldus zijn zus.)
En ook wij begonnen ons te mengen...
Waarna ook wij bij De Correspondent - hoe voorspelbaar - ons geroepen voelden om wat staaltjes statistische acrobatiek te vertonen.
De slotact in het circus was ‘de gewone man’ die zijn entree op het toneel deed. Want wat vindt hij of zij hiervan, nu de vluchtelingencrisis zich ineens in hun eigen dorp of stad begon te manifesteren?
Toen staatssecretaris Klaas Dijkhoff (VVD, Veiligheid & Justitie) zich in het Drentse dorp Oranje meldde, waren de extra asielzoekers al in de bussen op weg naar de noodopvang die hij verordende.
De conclusie: degenen die dit het meest raakt, worden het laatst gewaarschuwd
Voor deze mensen was ‘het vluchtelingendebat’ bepaald geen theoretische discussie over ‘open’ versus ‘gesloten’ grenzen, ‘humanitaire’ versus ‘economische’ vluchtelingen of ‘Fort Europa’ versus ‘Hotel Europa.’
Het ging hier over groepen mensen die zich tijdelijk in hun leefgebied zouden vestigen zónder dat zij daar mee hadden ingestemd.
Het ging hier over groepen mensen die zich tijdelijk in hun leefgebied zouden vestigen zónder dat zij daar mee ingestemd hadden
Op Europees niveau ging het er al net zo aan toe: er werd de afgelopen weken crisistop na crisistop belegd, om uiteindelijk uit te komen op een quotum waarbij asielzoekers over de lidstaten worden verdeeld.
Dus: of de Letten, Slowaken, Litouwers en Tsjechen maar even plaats wilden maken. En: of de vluchtelingen zich maar wilden laten transporteren.
Er zal nog een hoop kracht en macht nodig zijn om deze afspraken af te dwingen.
Tijd voor een andere volgorde der dingen
Steeds vaker denk ik: als we nu iets van deze episode kunnen leren, dan is het wel dat we de volgorde der dingen eens radicaal moeten omdraaien.
Want, stel je nu eens voor dat onze omgang met vluchtelingen volgens het volgende patroon had verlopen.
Het kabinet begint - dat had vier, vijf jaar geleden al gekund - met een trieste, maar nuchtere vaststelling: er is een burgeroorlog uitgebroken in Syrië. Het vraagt rond, kijkt naar de Verenigde Naties, naar de NAVO en naar zichzelf. Is er een oplossing in zicht?
Nee. Vervolgens komen de Europese collega ministers bijeen. Want een oorlog zonder ontheemden en vluchtelingen, die is nog nooit gevoerd. Ze komen met een plan om overal in Europa de geesten rijp te maken en de bedden klaar te zetten.
Het verliep anders: het Centraal Orgaan opvang asielzoekers sloot 2011 af met de mededeling dat het locaties zou gaan sluiten.
‘2011 is het jaar waarin we ons intensief moeten richten op de toekomst van onze organisatie. Het aantal asielzoekers in de opvang daalt en het vooruitzicht is dat de daling door blijft zetten, en er is minder geld beschikbaar. Het gevolg is dat we locaties sluiten.’
Een jaar later, in 2012, deed de organisatie verslag van de ‘nieuwe wegen’ die de organisatie moest inslaan:
‘Hiervoor hebben we onder meer gekozen omdat we een lager budget hebben en door de reorganisatie afgelopen jaar afscheid hebben genomen van veel collega’s.’
In 2014 heette het jaarrapport ineens weer ‘Groei’ en was het eerste hoofdstuk getiteld: ‘hectiek.’
In diezelfde jaren werd elke noodkreet uit Zuid-Europa om de instroom van asielzoekers eerlijker te verdelen over de lidstaten met een ‘nee’ en een zak geld beantwoord. Sterker: de Dublinregeling, die maakt dat asielzoekers niet verder mogen reizen dan het land van aankomst, werd de afgelopen jaren verder versterkt.
Wat ik maar wil zeggen
Laten we leren het hier eens eerder over te hebben. Om de Bulgaren, de Kroaten, de Hongaren en de inwoners van Oranje niet de les te lezen als ze worden overspoeld, maar voor te bereiden op wat gaat komen.
Niet in debatzaaltjes of het parlement, maar op de plaatsen waar al die vluchtelingen zich straks gaan ophouden. In al die andere dorpen en steden die nu bedden in gymzalen klaar moeten zetten.
Het verhaal van de vluchtelingencrisis leest nu als een kroniek van een aangekondigde ramp.
Onze politieke elites hebben het probleem net zo lang doodgezwegen tot het onontkoombaar werd. In de vorm van een foto van een kind op een strand. Als lijken in een vrachtwagen. In al die duizenden vluchtelingen die van Hongarije naar Oostenrijk lopen.
Want, zoals vluchtelingen niet bijten (de 700 vluchtelingen die al in Oranje verblijven, gaven in een jaar tijd nagenoeg geen problemen) bijten burgers ook niet.
Kortom: wat als we nu eens op onze democratie hadden vertrouwd en ver voor de kwestie uit de hand liep in gesprek waren gegaan?
Dan hadden we de bedden al klaar staan tegen de tijd dat de stroom ons bereikte.
We mogen kortom best wat meer van Oranje houden. Iets wat ook ons nationaal elftal wel kan gebruiken, maar dat is weer andere ramp die je wist dat zou komen.
Dit artikel is gebaseerd op mijn bijdrage aan de ‘Battle of Ideas’ van dinsdag 6 oktober jongst leden in Brussel.