Hoe drones oorlogen permanent maken

Willem Schinkel
Socioloog
Een 1:1 outline van een Reaper, uit de serie 'Drone Shadow' van James Bridle.

Twee jaar geleden kocht het Nederlandse leger drones aan. Over twee jaar moeten ze actief zijn, maar ze zijn ‘vooralsnog onbewapend,’ aldus Defensieminister Jeanine Hennis-Plasschaert. Pure misleiding uit de marketingkoker van de wapenindustrie. In deze eerste aflevering van het Politiek Lexicon: drone-oorlogvoering. Hoe drones ons medeplichtig dreigen te maken aan een mondiale moordmachine.

In 2013 heeft het Nederlandse kabinet besloten tot de aanschaf van vier drones van

Een naam die associaties oproept die terugkomen op de badge die Amerikaanse MQ-9 Reaper-operators op hun kleding dragen.

Volgens de planning zullen ze over twee jaar ook in Nederland operationeel zijn. Wat ze dan gaan doen? In berichtgeving over deze aanschaf wordt steeds benadrukt dat de drones ‘vooralsnog onbewapend’

Journalisten en Kamerleden vroegen zich af of dat zo zou blijven. Minister Jeanine Hennis-Plasschaert (VVD, Defensie) antwoordde dat ze niet verwacht dat de drones de eerste vijftien jaar bewapend zouden worden, maar dat dat geen

Een opvallende woordkeus, want de huidige Meden en Perzen zijn plausibele kandidaat-slachtoffers.

Maar het is vooral een non-discussie. Deze drones worden bewapend met Hellfireraketten. En Nederland heeft die al lang, onder meer op de Hellfires zijn zonder veel problemen aan een Reaper te hangen. Ook dragen Reapers verschillende hoogresolutiecamera’s (waaronder infrarood), een doelwitlasersysteem en een radarsysteem.

Het is dus misleidend uit te gaan van de aanschaf van ‘onbewapende drones.’ Dat de discussie daar wel over gaat, is gevaarlijk. De gepresenteerde ‘feiten’ over drones komen bovendien regelrecht uit de marketingkoker van de wapenindustrie.

De discussie die we intussen niet voeren: die over de imperialistische wereldorde waar de Reaperdrone een exponent van is; over de mondiale moord- en surveillancemachine die daarmee gepaard gaat; over de bijdrage van oorlogvoering met drones aan mondiaal terrorisme. En, bovenal, over de afbreuk die drone-oorlogvoering doet aan democratische oordeelsvorming over het ultieme machtsmiddel van een staat: oorlogvoering.

Een beknopte geschiedenis van de gewapende drone

‘Drone’ is een woord dat voor mannelijke werkbijen gebruikt wordt. Een woord dat ook verwijst naar een brommend of zoemend geluid. Het werd voor het eerst gebruikt voor onbemande vliegende voertuigen en raakte in de Tweede Wereldoorlog

Uit die tijd komen de eerste ideeën voor gevechtsdrones: Unmanned Aerial Vehicles (UAV’s). Een belangrijk kenmerk van zulke drones is dat ze autonoom kunnen opereren. Ze kunnen vliegen zonder direct bestuurd te worden (ook al worden ze dat doorgaans wel) en kunnen zich in zekere mate aan omstandigheden aanpassen.

De eerste experimenten met radiogestuurde vliegtuigjes worden tijdens de Eerste Wereldoorlog gedaan, maar mislukken doorgaans. Na de Tweede Wereldoorlog krijgen drones – in dit geval: radiogestuurde onbemande vliegtuigjes – enige tijd grote populariteit, hoewel ze ook dan vaak crashen. Bovendien kunnen radiogestuurde vliegtuigen nooit ver van hun besturing vliegen – radiografische signalen hebben beperkte kracht. Dat leidt ertoe dat onbemande vliegtuigen bestuurd worden vanuit een ‘moedervliegtuig’ dat op enige afstand meevliegt.

Dat verandert met de ontwikkeling van het De beperkingen van radiosturing zijn hiermee grotendeels opgelost, hoewel de ontwikkeling van UAV’s voor het leger notoir problematisch is geweest. Rapporten over hun ineffectiviteit en operationele ongeschiktheid zijn met regelmaat weggedrukt en door technofiele ideologen

Reclamefolder voor de MQ-9 Reaper (Predator B), van General Atomics.

Daarna ging het hard. Tegenwoordig worden in Amerika meer dronepiloten (operators) getraind dan piloten van De doorbraak van drones voor hedendaagse militaire doeleinden komt dan eindelijk met het gebruik van de Predator, die door de NAVO tijdens de Kosovo-oorlog in 1999 wordt ingezet voor surveillance en, voor het eerst, voor bombardementen.

Maar niet alleen operators, ook lokale bases, bases op afstand en weer elders gehuisveste intelligence kijken mee bij drone-oorlogvoering. Het besluit de drones raketten te laten afvuren gaat zodoende via minstens drie schijven: de operators, de sensor-analisten en de inlichtingenofficieren. Operators die met joysticks vuren ze uiteindelijk af.

Drone operators op Creech Airforce Base.

Obama’s Hunter-Killer Mission in het Midden-Oosten

Sinds 2001 voeren de Verenigde Staten zo drone-aanvallen uit in Afghanistan, sinds 2002 ook in Jemen, sinds 2004 in Pakistan en sinds 2007 ook in Somalië. Ook Israël voert sinds 2004 aanvallen met drones uit op Gaza. En in augustus 2015 werden twee Britten in Syrië gedood door een Britse drone-aanval.

De Verenigde Staten hebben een praktijk ontwikkeld waarbij op afroep zogenoemde ‘kill boxes’ gevormd kunnen worden – territoriale vrijzones waarbinnen geschoten mag worden zonder verdere toestemming. Het netwerk van drone tot piloten en analisten heet ook wel de ‘kill chain.’ Die staat in het teken van een vorm van oorlogvoering die ‘hunting-killing’ heet, waarbij oorlog voeren het jagen en doden van ‘insurgents’ is. Al in 2003 stelde een Amerikaanse luchtmachtgeneraal:

‘Van het primair gebruiken van UAV’s in de rol van inlichtingen, surveillance en verkenning voor Operation Iraqi Freedom, zijn we gegaan naar een echte

De door fabrikant General Atomics geleverde ‘data sheet’ van de Reaper vermeldt tevens:

‘OBJECTIVE Perform multi-mission Intelligence, Surveillance and Reconnaissance (ISR) and ‘Hunter-Killer’ missions over land or sea.’

Maar van de Holloman Airforce Base leert dat dat tweede inmiddels belangrijker is:

‘The MQ-9’s primary mission is as a persistent hunter-killer against emerging targets to achieve joint force commander objectives. The MQ-9’s alternate mission is to act as an intelligence, surveillance and reconnaissance asset, employing sensors to provide real-time data to commanders and intelligence specialists at all levels.’

Wat betekent dit voor de manier waarop oorlog wordt gevoerd?

In de eerste plaats betekent het dat ‘oorlog’ gezien wordt als een serie moordaanslagen. Staten hebben last van terroristische netwerken en die netwerken worden instabiel en fragmenteren zodra specifieke, cruciale individuen uitgeschakeld – lees: vermoord – worden. Zulke ‘High Value Targets’ zijn daarom het voornaamste object van de twee op dit moment bestaande typen drone-aanslagen:

  1. De ‘targeted killings’ of ‘targeted assassinations’ (ook wel ‘personality strikes’)
  2. en de ‘signature strikes.’

De doctrine omtrent ‘targeted killings’, ooit bedacht in Israël, behelst het op afstand vermoorden van mensen die op een lijst voorkomen die de president op dinsdagen (‘Terror Tuesday’) bekijkt

Deze doctrine heeft Barack Obama in staat gesteld definitief te breken met de oorzaak van het Guantánamoprobleem: Obama neemt geen gevangenen, hij neemt levens. Voor de winnaar van de Nobelprijs voor de Vrede van 2009 geldt: ‘Kill rather than capture.’ De eerste ‘targeted assassination’ via een drone, buiten een oorlogscontext, vond plaats op 3 november 2002 in Jemen.

Variabelen in de statistische zoektocht naar ‘signatures.’

Dan zijn er de ‘signature strikes,’ waarbij meer doden vallen dan bij Daarbij wordt op basis van statistische waarschijnlijkheid besloten tot een aanval. Zogenoemde ‘patterns of life’ worden geanalyseerd en waarschijnlijke ‘insurgents’ worden aangewezen, ook als ‘intelligence’ in de traditionele zin ontbreekt. Analyse van telefoongebruik en sociale netwerken is genoeg om mensen te vermoorden die nooit aangeklaagd zijn, aan wie nooit oorlog verklaard is, van wie niet zichtbaar is dat ze een bedreiging vormen, en van wie, op het moment van een aanval, op geen enkele manier met zekerheid vastgesteld kan worden of ze ‘civilian’ of ‘combatant’ zijn.

Statistische analyses zullen bovendien altijd afwijkingen aan het licht brengen zonder dat er iets aan de hand is, zo bleek toen de VS de Al Jazeera-journalist Ahmed Zaidan aanwezen als lid van Al-Qaeda op grond van zijn reisgedrag: hij had veel plaatsen bezocht waar veel terroristen waren.

Statistische analyse wijst Al Jazeera-journalist Ahmed Zaidan aan als mogelijk doelwit.

Een reden je zorgen te maken over deze moordcampagne is het aantal doden dat erbij valt. Bovendien zijn slachtoffers vaak burger. Hoewel officiële cijfers afwezig zijn, zijn tussen 2004 en 2012 naar schattingen door verschillende partijen

Per drone-aanslag vallen volgens die cijfers zo’n zeven doden – ook al gaat het vaak om een specifiek doelwit. Daarbij hanteren de VS het concept ‘Military Age Male’: wie in de buurt van een doelwit staat en man is van militaire leeftijd, is zelf ook legitiem doelwit. Op die manier kunnen lage burgerslachtoffers gerapporteerd worden.

Spencer Ackerman, die de drone-oorlogen volgt voor The Guardian, rapporteerde andere cijfers. In 2014 schreef hij over 1.147 mensen die het leven lieten in ‘targeted killings’ die op 41 doelwitten

Zulke cijfers zijn het beste argument tegen de techno-utopische fantasie van ‘high precision weapons.’ Afgezien van het feit dat bommen die iedereen binnen een straal van 15 meter meteen doden moeilijk als zodanig gezien kunnen worden, is ‘precisie’ wel het laatste dat gezegd kan worden over wapens met zulke lage succesratio’s en zulke hoge aantallen

De politiek van drone-oorlogvoering

Politiek gezien staan vier dingen op het spel in de drone-oorlogvoering:

  • De totale asymmetrisering van de oorlogvoering, met vele kwalijke gevolgen.
  • De transformatie van oorlog en de onttrekking van oorlogvoering aan democratische oordeelsvorming.
  • Een nieuwe vorm van mondiaal imperialisme.
  • Het vervagen van het onderscheid tussen burger en soldaat en de totale inclusie van de burger in de dynamiek van oorlog.

1. Drones zorgen voor asymmetrische oorlogen

Technologische oorlogvoering is heel vaak asymmetrisch. Technologisch geavanceerde legers strijden tegen minder technologisch geavanceerde legers. Amerikaanse operators lopen nul risico als ze Afghanen bombarderen. Ze gaan ’s avonds naar huis om met vrouw of man en kinderen te eten. Ze zouden kans lopen op een Dat is niet alleen omstreden, het kan ook een manier zijn om ‘echte militairen’ te maken van mensen die in de ogen van veel reguliere gevechtspiloten lafaards zijn: wie posttraumatische stress heeft, moet wel een echte

Een zo vergaande asymmetrisering past niet langer bij bestaande noties van oorlog. Daarin staat centraal dat aanvallers risico lopen, dat ook hun leven uiteindelijk op het spel staat. Zonder dat risico is oorlogvoering gereduceerd tot slachten.

Hiermee zijn juridische problemen verbonden: in principe mogen volgens gangbaar oorlogsrecht alleen mensen aangevallen worden die duidelijk zichtbaar een onmiddellijk gevaar Zowel bij ‘targeted assassinations’ als bij ‘signature strikes’ is dat niet of nauwelijks hard te maken. In het eerste geval is het gevaar nooit onmiddellijk, en is er tijd andere manieren te beproeven het te voorkomen. Maar zeker in het laatste geval, waarbij doelwitten op grond van statistiek en algoritmische calculaties geselecteerd worden, is dit een farce.

Uit de serie ‘Drone Shadow’ van James Bridle.
Er kan weinig twijfel bestaan over het feit dat de VS met hun militair handelen in anderhalf decennium hebben bijgedragen aan een significante groei van het aantal terroristen

Voorstanders van drone-oorlogvoering dragen standaard aan dat asymmetrie altijd al onderdeel was van oorlog, dat oorlogvoerende partijen er altijd op uit zijn geweest hun tegenstanders technologisch af te troeven. Het clichévoorbeeld daarvoor is dan de ‘longbows,’ die beslissend waren voor overwinningen van de Engelsen in de Honderdjarige Oorlog (1337-1453).

Zulke argumentatie berust op drogredenen, omdat feitelijk gezegd wordt dat tegenwoordig simpelweg een lange geschiedenis van moord geperfectioneerd wordt. Het is onduidelijk hoe ‘vroeger waren we nog beestachtiger’ een argument vóór volledig asymmetrische oorlogvoering kan zijn.

Bovenal hebben zulke argumenten een naturaliserend effect – ‘het was altijd al zo, en er wordt gewoon een volgend stapje in een evolutionair proces gezet’ – en daarmee hebben ze een depolitiserend effect. Want het heeft geen zin politiek te voeren tegen een natuurlijk proces.

Ook het feit dat drone-aanvallen sympathie kweken voor de zaak van diegenen die als ‘insurgents’ of als ‘terroristen’ aangeduid worden, werkt nog nauwelijks ondermijnend voor drone-oorlogvoering. Er kan weinig twijfel bestaan over het feit dat de VS met hun militair handelen in anderhalf decennium bijgedragen hebben aan een significante groei van het aantal terroristen – dat die groei bestaat, is zelfs volgens de VS zélf het geval.

In 2001 was het aantal terroristen dramatisch lager dan na bijna vijftien jaar militaire acties. Terrorisme is een ‘weapon of the weak,’ iets wat mensen gebruiken die geen groot leger Mensen die geen vloot aan gevechtsvliegtuigen hebben, kapen vliegtuigen om ze als bommen te gebruiken. De wanhoop waartoe velen gedreven worden die leven in de permanente angst voor drone-aanslagen, maakt terrorisme een aantrekkelijke optie.

Het is daarom geen ongefundeerde verwachting dat de VS en andere westerse mogendheden die drones inzetten aanslagen zullen krijgen op eigen grondgebied. Maar precies die verwachting levert de circulaire rechtvaardiging voor een verder inzetten op gewapende drones. Daarmee wordt een vicieuze cirkel van asymmetrisch geweld de normale toestand.

Uit de serie ‘Drone Shadow’ van James Bridle.

2. Drone-oorlogvoering ondergraaft de democratie

Drone-oorlogvoering heet officieel zelden oorlogvoering. Hoewel de bredere context vaak gezien wordt in termen van ‘net-centric warfare,’ gaat het in directe zin vaak om Intelligence, Surveillance & Reconnaissance (ISR) en om Counter Insurgency (COIN). Tegenstanders zijn ‘insurgents’ of ‘combatants,’ ‘military age males,’ of simpelweg ‘terroristen.’

Zulke strijd onttrekt zich aan oorlogsdefinities die uitgaan van gewapend conflict tussen soevereine staten op hun eigen territorium. Drone-oorlogvoering geschiedt zodoende - zoals de meeste hedendaagse oorlogvoering - vaak zonder oorlogsverklaring, mede omdat het geen oorlogvoering tegen een andere soevereine staat is.

We hebben dus te maken met de normalisering van het gebruik van zeer zware wapens zónder dat daarvoor een helder afgebakende juridische ruimte geopend wordt. Dat maakt het al te makkelijk de inzet van zulke wapens als managementinstrument te zien en niet als ultieme soevereine beslissing over andermans leven.

Er is nog een reden waarom drone-oorlogvoering op gespannen voet staat met de democratie van landen die gewapende drones inzetten. Voorstanders ervan benadrukken veelvuldig dat gewapende drones levens redden. Dat is een pervers argument dat alleen opgeld doet als aangenomen wordt dat anders simpelweg nog gevaarlijker wapens ingezet worden, voor beide zijden. En feitelijk is het een drogreden: bij nog dramatischer handelen, vallen meer slachtoffers. Wat bedoeld wordt, is dat minder eigen slachtoffers vallen.

Om te beginnen is dat de vraag, want het houdt geen rekening met het boomerangeffect waarbij ‘terroristen’ gecreëerd worden door drone-aanvallen. Maar vooral is het een gevaarlijk argument vanuit democratisch oogpunt. Want een oorlog zonder ‘body bags’ die terug naar huis komen, is een oorlog waarvoor burgers en parlementen weinig noodzaak voelen tot democratische controle te komen. Oorlog wordt aan de uitvoerende macht overgelaten, en wordt zo een technocratisch managementmiddel. Drone-aanvallen zijn ‘3D-missies’: te ‘dull, dirty and dangerous’ om aan bemande missies over

Dat is waarom oorlog tegenwoordig permanent kan bestaan, ook zonder oorlogsverklaring. Dodelijk geweld is een managementinstrument, en omdat niemand een slachtoffer kent, voelt vrijwel niemand urgentie tot kritische democratische controle.

3. Drone-oorlogvoering is een nieuwe vorm van imperialisme

De drone-oorlog is een vorm van hedendaags imperialisme. Met name de VS zijn in staat op grote delen van de wereld te opereren zonder zich te storen aan soevereiniteit, of door ondemocratische regimes in stand te houden die bases en aanvallen toestaan. De VS hebben wereldwijd zo’n 60 bases vanwaaruit drones gevlogen kunnen worden en het gebruik van drones veronderstelt een wereldomspannend netwerk. Kenmerkend is een badge van sensor operators waarop staat ‘no country too sovereign.’

De wens continu, overal ter wereld, waar te nemen en in te grijpen, is imperialistisch omdat de soevereiniteit van andere landen geen rol speelt. Kennelijk is heel de wereld terrein van ingrijpen.

4. Drones slepen de burger mee in een politiek van de moord

Omdat signature strikes plaatsvinden op basis van statistische berekeningen vervaagt het onderscheid tussen burger en soldaat. Sowieso zagen we al dat ‘soldaat’ niet een aanduiding van dronedoelwitten is. Het onderscheid met ‘civilians’ is nu ook niet langer helder te maken.

Daarmee staat ook het principe van proportionaliteit op de helling. Volgens dat principe moet militaire winst in verhouding staan tot het civiele leed dat Het concept ‘Military Age Male’ maakt dat volstrekt

Wanneer drone-oorlogvoering bovendien sympathisanten voor het terrorisme creëert, zijn ook burgers elders in gevaar. Nadat Faisal Shahzad in 2010 op Times Square in New York een bom probeerde te laten ontploffen, verklaarde hij dat het een antwoord was op de aanvallen op moslims in Pakistan: ‘Als de drones aanvallen, zien ze geen kinderen.’

Uit de serie ‘Drone Shadow’ van James Bridle.

Waarom is dit belangrijk?

Omdat er duizenden (onschuldige) doden vallen. En omdat de uitzonderingstoestand van de oorlog een normale conditie dreigt te worden. We dreigen medeplichtig te zijn aan een permanente moordmachine op arme delen van de wereld. En we dreigen daarbij onze democratie uit te hollen. Nederland wil aan dit alles dus meedoen. Zoals zo vaak gaat het erom ‘erbij te zijn,’ ‘mee te doen,’ omdat we daarmee een wit voetje halen bij de VS en omdat we bijvoorbeeld hopen zo bij G20-besprekingen aan tafel te mogen

We dreigen onze democratie uit te hollen

Uiteindelijk gaat het erom dat een aantal mannen in uniformen zich heel belangrijk kan voelen door met andere, machtigere mannen in uniformen te mogen praten. Daaronder ligt een configuratie van technologie, kapitaal en (militaire) waarbij democratische politiek het nakijken heeft.

Ondertussen worden in de krantenartikelen die tot nog toe verschenen zijn over de Nederlandse aanschaf van Reapers alle standaard onwaarheden over drones herhaald alsof het vanzelfsprekendheden betreft. Nergens worden de enorme industriebelangen belicht die achter de push naar drones zit. Nergens ook wordt het historisch zo vaak als onjuist bewezen argument ‘we zetten ze alleen maar hier voor in’ kritisch belicht.

Maar de aanschaf van gewapende drones is een eerste stap in de richting van minder democratische controle op het extreemste dat een staat kan doen: moorden.

Meer over drones:

Meer over deze serie:

Correctie (22-10-2015): In een eerdere versie stond dat commodore Frans Osinga sprak over ‘excessieve aantallen burgerslachtoffers.’ Dat is onjuist en daarom geschrapt.