Wat leer je over de liefde als je wordt uitgehuwelijkt?

Nina Polak
Correspondent Modern Leven
Oetra Gopal. Foto: Isabella Rozendaal

Hoe staat het met de romantische liefde? Dat onderzoek ik deze herfst, in een serie persoonlijke gesprekken. Vandaag: de Groningse wethouder Oetra Gopal, die ooit werd uitgehuwelijkt. Ze ging uiteindelijk bij haar man weg. Dit is wat ze leerde: ‘Je moet er van binnenuit van overtuigd raken dat je compleet bent.’

Het Groningse dorp Sappemeer ziet eruit zoals een vreemdeling zich Nederland zou voorstellen: keurig, plat, weids. Het is de geboorteplaats van Aletta Jacobs, ’s werelds eerste vrouwelijke arts, en Marianne Timmer, Nederlands eerste vrouwelijke wereldkampioen schaatssprint. Voor een gemeente in het noorden is Hoogezand-Sappemeer, waarvan het veendorpje sinds 1949 deel uitmaakt, tamelijk divers. 18 procent van de populatie is van niet-westerse afkomst.

Oetra Gopal (1964) was elf toen ze vanuit Suriname naar deze regio verhuisde. Ze bleef er, bracht er haar twee kinderen groot, ging er de gemeentepolitiek in en werd wethouder voor GroenLinks – momenteel de enige niet-westerse wethouder in Noord-Nederland. In haar heeft ze onder meer cultuur, jeugd, milieu en huiselijk geweld.

Zoals veel kinderen van Hindoestaanse ouders werd Gopal uitgehuwelijkt toen ze 21 was. Ze trouwde met een man die ze niet kende. Het is een gevoelig onderwerp; ze praat voorzichtig maar open over hoe het haar gevormd en beschadigd heeft en wat het deed met haar ideeën over de liefde en de maatschappij.

Vrij leven

Inmiddels is Gopal gescheiden en heeft ze haar eigen koophuis in Sappemeer. Een ruime vrijstaande woning met tuin. De woonkamer wordt vreedzaam gedeeld door antieke beeldjes van Hindoeïstische godheden, modern abstracte sculpturen, bonte schilderijen, grote portretfoto’s van de kinderen. Gopal – pumps, rood mantelpak, weelderig zwart haar – serveert koffie en gebakjes (voor later heeft ze ook broodjes in huis gehaald).

Als ik haar vraag hoe ze als kind de liefde voor zich zag, noemt ze de Bollywoodfilms waarmee ze opgroeide. In haar favoriet, de extravagant romantische musical Kabhi Kabhi (1976), liggen een man en een vrouw in elkaars armen en zingen met tranen in hun ogen over hun onmogelijke liefde. Hun ouders keuren die niet goed en huwelijken ze uit aan anderen.

Youtube plaatst cookies bij het bekijken van deze video Bekijk video op Youtube
Clip uit Khabi Khabi (1976)

‘Ik had ergens het idee dat het met mij ook zo zou gaan,’ zegt Gopal. ‘Verliefd worden dan. Maar ik dacht er als jong meisje verder weinig over na. Het was in ons gezin niet iets waarop je werd voorbereid. Ik moest vooral braaf zijn. Niet omgaan met jongens, ook al deden mijn Nederlandse vriendinnen dat wel. Dat interesseerde me wel van een afstandje, maar ik voelde tegelijkertijd altijd: dit geldt niet voor mij.’

Foto: Isabella Rozendaal

Pas toen haar oudere zus op negentienjarige leeftijd werd uitgehuwelijkt, begon Gopal zich te realiseren dat dit haar misschien ook te wachten stond. ‘Ik vermoedde al vrij jong dat het veel problemen met zich meebracht en voelde aan dat ik het zelf niet wilde. Ik was als kind al erg gericht op vrijheid, op dingen ontdekken. Ik zag voor me dat ik ging studeren, vrij zou leven.’

Maar Gopals moeder, die zich net als veel Hindoestanen erg aantrok wat de gemeenschap van hen dacht, zag het als haar plicht om haar dochter aan de man te brengen. ‘Een vrijgezelle dochter, dat kon gewoon niet.’

Waarom dan niet? Gopal moet me het antwoord schuldig blijven. En haar moeder waarschijnlijk ook. Er zit niet veel meer achter dan dwingende sociale, culturele mores, zegt ze. Het is een eerkwestie. ‘Je moet je realiseren dat wat de gemeenschap vindt leidend is. Op een heel fundamenteel niveau.’

Gopals Big Bollywood-bruiloft

Gopal was negentien toen er een eerste koppelpoging werd gedaan, met een Indiase vluchteling. Ze zag zich genoodzaakt om erin mee te gaan. ‘Ik voelde me verstrikt en gevangen en had niet het idee dat ik een andere keuze had dan ja-zeggen. Ik zeg het om ervan af te zijn, dacht ik, dan kijk ik later wel hoe ik eronderuit kom.’

Er bestond een te grote kloof tussen de schijn die ik ophield en wat er in me omging. Ik moet nu de foto’s zien om het me te herinneren

De eerste poging strandde, tot Gopals opluchting. De Indiër bleek slechts uit op een verblijfsvergunning. Maar een jaar later werd ze via een neef voorgesteld aan de onbekende die haar echtgenoot zou worden. De man in kwestie blijft een beetje een schaduw in ons gesprek. Ze spreekt over hem met een zekere afstand, noemt zijn naam en leeftijd niet.

Toen de kandidaat voor het eerst bij de familie thuis kwam om haar te ontmoeten verzette Gopal zich. ‘Tegen die tijd dacht ik al heel sterk: dit wil ik niet. Ik kleedde me met opzet onappetijtelijk en weigerde om drankjes rond te brengen, zoals dat van me verwacht werd.’

Ze probeerde het huwelijk af te wenden en zocht daar ook hulp bij. ‘Bij de huisarts, bij vriendinnen, het hele hulpverleningscircuit. Maar ik heb me uiteindelijk niet geholpen gevoeld, geen echte handreiking gehad.’

Inmiddels is huwelijksdwang, mede dankzij belangenverenigingen als Femmes for Freedom, een zichtbaar thema in Nederland. Maar in Gopals tijd, zeker in het noorden, waar relatief minder mensen met een niet-westerse achtergrond woonden, was dat anders. Nederlanders in haar omgeving begrepen niet goed wat er aan de hand was, zegt ze. ‘Het gevoel geen kant op te kunnen bleef en ik ben uiteindelijk toch getrouwd.’

De bruiloft was een uitbundig, meerdaags festijn. ‘Ook dat krijgen we mee uit Bollywoodfilms,’ lacht Gopal. ‘Ik vond dat ik de knop moest omzetten, er het beste van moest maken en had gespaard voor de allermooiste trouwjurk. Toch weet ik nu bijna niets meer van die grote bruiloft. Er bestond een te grote kloof tussen de schijn die ik ophield en wat er in me omging. Ik moet nu de foto’s zien om het me te herinneren.’

‘Mijn broers droegen hun vrouw op handen’

De pasgehuwden betrokken een flatje in Groningen. Gopal hoopte dat dit nieuwe leven haar de vrijheid zou geven om dingen te ondernemen – studies, reizen – die ze bij haar dominante moeder altijd had gemist.

Foto: Isabella Rozendaal

‘Maar ik voelde al snel dat het niet goed zou komen,’ zegt ze. ‘We verschilden enorm van elkaar. Ik was extravert, hij introvert. Hij wilde het liefst dat ik zo veel mogelijk thuis bleef, was conservatiever dan het gezin waaruit ik kwam. Mijn eigen broers kookten, hielpen in de huishouding, droegen hun vrouw op handen.’

‘Ik heb het moeilijk gehad,’ constateert ze. ‘Maar ik ging ermee door omwille van de familie. Ik heb geprobeerd een middenweg te vinden tussen me schikken en knokken voor mijn vrijheid. Dat is me aardig gelukt, maar het is nooit goed gaan voelen wat de relatie betreft.’

Ook hun twee kinderen brachten haar en haar echtgenoot niet dichter bij elkaar. ‘We kregen ruzies en die escaleerden. En toch bleef ik het proberen, op aandringen van mijn moeder, die er goed in was om emotionele druk uit te oefenen.’

Twee werelden die niet samengaan

Huwelijksdwang is strafbaar in Nederland. In een wordt het gedefinieerd als een vorm van slavernij. Toch ziet Gopal dat het – onder subtiele, dan wel minder subtiele sociale druk – nog steeds veel voorkomt binnen Hindoestaanse en andere gemeenschappen (bijvoorbeeld Turkse, Marokkaanse, Molukse, Iraakse, Iraanse, Somalische, Afghaanse, Pakistaanse, Koerdische, Chinese en Romagemeenschappen).

Naar een ruwe van Kennisplatform Integratie en Samenleving (KIS) worden in Nederland per jaar tussen de 674 en 1914 mensen gedwongen om te trouwen, maar exacte cijfers zijn er niet. De schatting is zo ruw omdat het onderscheid tussen ‘huwelijksdwang’ en ‘gearrangeerde huwelijken’, naar ook blijkt ook uit het verhaal van Gopal, in veel gevallen moeilijk te maken is.

‘Niemand binnen die gemeenschappen zal het huwelijksdwang noemen,’ zegt zij. ‘Schijn voert zoals altijd de boventoon en jongeren zullen zeggen dat ze er zelf voor kozen. Maar wie de omstandigheden kent, begrijpt dat er van keuze eigenlijk vaak geen sprake is.’

Wie de omstandigheden kent, begrijp dat er van keuze eigenlijk vaak geen sprake is

Ze ziet zichzelf niet direct als activist, maar ze steekt ook niet onder stoelen of banken dat ze tegen uithuwelijking is. Zo buigt ze zich over de vraag hoe het bij gemeenten waar het veel voorkomt onder de aandacht gebracht kan worden. Ze vindt het daarbij belangrijk dat ervaringsdeskundigen en leden van de gemeenschappen een stem krijgen.

‘In mijn ambt draag ik zelf het idee ook uit dat ik het schadelijk vind voor kinderen. Je doet een mens ermee tekort, belemmert zijn of haar ontwikkeling en persoonlijke groei. Zeker binnen een samenleving waar de geldende normen en waarden zo ver afstaan van dit soort praktijken.’

Die discrepantie tussen de gesloten gemeenschap en de maatschappij daaromheen zorgt volgens Gopal sowieso voor veel ellende. ‘In grote steden zijn de zelfmoordcijfers onder Hindoestanen hoog,’ zegt ze. ‘Er is veel alcohol- en drugsmisbruik, huiselijk en seksueel geweld. Vooral onder jongeren.’

‘Over de oorzaken van zulke maatschappelijke kwesties praat men niet,’ denkt Gopal, ‘waarschijnlijk omdat veel van de onderliggende problemen relationeel van aard zijn. Te jong of overhaast trouwen, omdat dat gewenst is of geromantiseerd wordt, hoort daar ook bij. Je ziet aan de hoge scheidingspercentages [in de Marokkaanse gemeenschap, 66 procent tegenover circa 40 in Nederland gemiddeld, NP] dat het niet werkt.’

Vrij, maar nooit helemaal

Uiteindelijk is Gopals eigen moeder, door het zien van de ellende, langzaam gaan beseffen dat ze haar kinderen meer vrijheid had moeten geven. En ook de rest van haar familie ondersteunde de scheiding. ‘Maar tegen die tijd zat ik al zo verstrikt in de situatie dat ik er niet makkelijk meer uit kwam. Het is een worsteling geweest om mijn eigen leven op te bouwen. Na de eerste scheiding heb ik een tijdje een huurwoning gehad, maar ben ik toch weer bij mijn echtgenoot ingetrokken. In een poging me te schikken, gaf ik alles op wat ik zelf had opgebouwd, mijn geld, mijn rekeningen en dacht: ik leef zoals hij wil dat ik leef.’

Foto: Isabella Rozendaal

Waarom ze terugging is moeilijk uit te leggen. ‘Ik begrijp het nog steeds niet helemaal. Hoewel ik opgelucht ben en een goed nieuw leven heb, blijft er op de een of andere manier iets waarmee ik niet klaar ben.’

Om beslagen ten ijs te komen, las Gopal voor dit interview een aantal boeken over het onderwerp. Op tafel ligt van de schrijver en meditatieleraar Jan Geurtz. Het is een ‘praktijkboek voor zelfacceptatie en geluk in relaties,’ zo vermeldt het omslag. Gopal herkende zich in veel van de verhalen uit het boek. ‘Dat je je pas compleet voelt als je iemand hebt. Dat je als vrouw slechts volwaardig bent als er een man naast je staat. Het verbaasde me eigenlijk dat, los van cultuur en achtergrond, heel veel mensen zo denken.’

‘Ik ben me, mede door dit boek, gaan realiseren dat dit de vraag is waarmee ik worstel. Ik doe het goed, heb prachtige kinderen, een grote liefhebbende familie, veel waardering van vrienden en collega’s. Wat maakt dan dat ik het idee heb niet los te komen van het verleden?’

‘Het is fascinerend en idioot, eigenlijk, de gedachte dat mijn geluk samenhangt met zijn aanwezigheid. Net zo idioot als het gangbare idee dat de ander gelukkig mag zijn, maar alléén als zijn geluk samenhangt met jou.’

Liefde is een zaak van iedereen

Ze heeft niet altijd het goede voorbeeld gegeven, vreest Gopal, maar haar eigen kinderen probeert ze de vrijheid te geven die ze zelf niet heeft gehad en nog steeds niet helemaal voelt. ‘Op het gebied van relaties probeer ik ze bij te brengen om anderen de ruimte te geven. Beperk elkaar niet. Het belangrijkste van ‘spirituele groei,’ zoals Jan Geurtz het noemt, is denk ik dat je je eigen identiteit behoudt, je realiseert dat je er mag zijn om wie je zelf bent, onvoorwaardelijk.’

Huiselijke problematiek wordt niet als een sexy onderwerp gezien door politici

Misschien benader ik het te veel vanuit opvoedkundig oogpunt, twijfelt Gopal. Maar vanuit haar optiek, als ouder én als wethouder, is genoeg vrijheid binnen relaties wel degelijk een onderwerp dat iedereen aangaat. ‘Ik heb jeugd in mijn portefeuille en krijg veel te maken met huiselijk geweld – vechtscheidingen, bijvoorbeeld. Ik kan me nog steeds verbazen over de ellende die ik zie passeren, heel dicht bij huis, op relationeel vlak. Als je je bedenkt dat kinderen bijna altijd ernstig de dupe zijn van dit soort huiselijk ongeluk, dan realiseer je je dat het een maatschappelijk probleem is.’

Zo wordt het overigens niet altijd behandeld. ‘Niet om lullig te zijn,’ zegt Gopal, ‘maar huiselijke problematiek wordt niet als een sexy onderwerp gezien door politici. Iedereen vindt het mooi om over grote zaken als ‘veiligheid’ te praten, maar op posities waar huiselijk geweld wordt aangepakt, zitten bijna altijd alleen vrouwen, terwijl ik, met het oog op diversiteit, denk dat ook mannen daar belangrijk zijn. Het is geen klein thema, het is enorm.’

Iemand als Jan Geurtz zal uiteraard lang niet iedereen bereiken, denkt Gopal, zeker niet in de milieus waarin zij vaak werkt. Toch raakt hij volgens haar aan iets belangrijks voor iedereen: de emancipatie van het individu op het gebied van de liefde, die als het aan Gopal ligt al zo jong mogelijk moet worden bijgebracht.

Voorbeelden in de liefde

Ik ben benieuwd of Gopal voorbeelden kent van uithuwelijking waarbij het wel goed is gegaan. ‘Het is altijd moeilijk te zeggen. Zoals ook bij mij voert schijn heel vaak de boventoon. Ik kan er niet goed over oordelen, maar ik vermoed dat veel mensen zich schikken. Ook mensen die niet zijn uitgehuwelijkt, trouwens. In het boek van Geurtz vraagt een dochter aan haar moeder hoe ze het zo lang met haar vader heeft uitgehouden. De moeder antwoordt, nogal verbeten: ‘veel slikken.’

Gopal denkt dat er heel veel geslikt en geschikt wordt. ‘Liefde zoals ik dat ben gaan zien, als iets waarin ieder zich afzonderlijk van elkaar mag ontwikkelen, gelukkig mag zijn, spiritueel kan groeien, dat zie ik sowieso heel weinig om me heen. Ook niet bij Nederlandse koppels.’

‘Hoewel,’ ze denkt even na, ‘laatst was ik op een veteranendag en daar ontmoette ik een stel dat elkaar op latere leeftijd had ontmoet. Ze hadden elkaar gevonden omdat ze beiden een kind waren verloren, waren verliefd geworden en getrouwd. De manier waarop ze elkaar de ruimte gaven, over elkaar spraken, verliefd naar elkaar keken, maakte dat ik dat beeld nog steeds koester. Dit waren mensen die al veel van het leven hadden gezien en elkaar als volwassenen hadden gekozen. Ik zat achter ze – hij had een arm om haar heen, je zag liefde – en ik dacht: goh, zo zou ik nog wel eens op mijn oude dag verliefd willen worden.’

Eerder in deze serie: