Wat gij niet wilt dat u geschiedt, overleg dat eerst even

Rutger Bregman
Correspondent Vooruitgang

Het is de Gulden Leefregel van zo’n beetje alle wijsgeren en profeten in de wereldgeschiedenis:

‘Wat gij niet wilt dat u geschiedt, doe dat ook een ander niet.’

Het rijmpje komt uit de Lutherbijbel van 1545, maar eigenlijk vinden we de regel terug bij iedereen die ertoe doet. De Chinese wijze Confucius zou er tweeënhalfduizend jaar geleden al over begonnen zijn. De Griekse geschiedschrijver Herodotus en de filosoof Plato kwamen er even later mee. Nog een paar eeuwen later dook de regel op in joodse, christelijke én islamitische teksten. Vervolgens vinden we de regel bij seculiere denkers zoals de Engelse filosoof John Stuart Mill en de auteurs van de Franse Grondwet van 1793.

Miljoenen, nee, miljarden ouders leren de regel tegenwoordig aan hun kinderen. Er zijn twee varianten: de positieve (‘Behandel anderen zoals je zelf behandeld wilt worden’) en de negatieve (‘Wat gij niet wilt…’). Al met al vormt de Gulden Leefregel de basis voor onze empathie: stel je eens voor dat jij die ander bent, dan zou je toch ook goed behandeld willen worden? Volgens is de regel zelfs het product van miljoenen jaren evolutie en inmiddels verankerd in ons brein.

Toch is er één probleem: hij klopt niet helemaal.

Er zit namelijk een denkfout in de Gulden Leefregel – een fout die al tweeënhalfduizend jaar opduikt in de politiek, de kerk en op verjaardagsfeestjes. Om met het laatste te beginnen: hoeveel cadeautjes worden er wel niet gegeven die de schenker vooral zélf had willen ontvangen? En hoeveel leiders en profeten hebben in de afgelopen millennia geprobeerd om hún visie aan anderen op te leggen?

Het probleem met de Gulden Leefregel werd ooit treffend samengevat door de Ierse denker George Bernard Shaw: we weten niet wat de ander wil. De leefregel doet onze moraal om onszelf draaien - en dat terwijl ze juist om de ander zou moeten gaan. Shaw formuleerde dan ook een nieuwe regel:‘Doe anderen niet wat je wilt dat zij voor jou zouden doen. Ze zouden weleens een andere smaak kunnen hebben.’

Of nog iets anders geformuleerd: ‘Wat gij wilt dat u geschiedt, doe dat een ander niet. Of in ieder geval niet meteen. Stel eerst eens een vraag. Bijvoorbeeld: wat wil je voor je verjaardag?’

Het klinkt misschien wat banaal als ik het zo formuleer, maar het probleem reikt verder dan verjaardagsfeestjes. Talloze managers, bestuurders, journalisten en politici – van links tot rechts – denken al te weten wat de beneden hen gestelden vinden en willen. Ze denken te begrijpen hoe het is om in armoede te leven of gediscrimineerd te worden. Ze denken te weten waarom iemand een spandoek tegen asielzoekers ophangt. Ze geloven dat een blik op de wekelijkse peiling van Maurice de Hond van genoeg interesse in de ander getuigt.

Ik realiseerde me dat dit de belangrijkste politieke les was die ik geleerd heb

Vandaar dat er zelden een vluchteling aan de talkshowtafel zit als het over vluchtelingen gaat. Vandaar dat onze democratie en journalistiek nog grotendeels uit eenrichtingsverkeer bestaat. En vandaar dat onze sociale zekerheid van wantrouwen aan elkaar hangt. Was het Gandhi niet die zei: ‘Alles wat je voor mij doet, zonder mij, doe je tegen mij’?

Hoog tijd dus, voor een nieuwe Gulden Leefregel. En wat wil het geval: de feministe Gloria Steinem formuleerde hem al aan het begin van de jaren vijftig.

Steinem was in die tijd nog eerstejaarsstudent. Ze ging samen met haar klas op excursie bij de Connecticutrivier. ‘Ik vond een schildpad aan de oever,’ zo zou ze zich later ‘vlak bij het asfalt. Het was een grote bijtschildpad, meer dan een halve meter lang, maar ik pakte haar voorzichtig op, tilde haar naar de rivier en liet haar erin glijden. De professor zag me, precies op het moment dat de schildpad in het water verdween. Hij zei dat de schildpad niet voor niets het droge op was gegaan – ze wilde eieren leggen – en dat het haar nu maanden zou kosten om ze alsnog te leggen.’

Steinem schaamde zich rot en nam zich voor om de rest van haar leven eerst een vraag te stellen alvorens in actie te komen. ‘Ik me dat dit de belangrijkste politieke les was die ik geleerd heb, een waarschuwing voor de autoritaire impuls bij zowel links als rechts.’

En ze noemde haar Gulden Leefregel: ‘Vraag het de schildpad.’

Verder lezen: