Wie vecht tegen wie in Syrië?
De burgeroorlog in Syrië duurt maar voort en lijkt met de dag complexer te worden. Er zijn in ieder geval vijf partijen die het tegen elkaar opnemen. Wie strijden er tegen wie en waarvoor?
Na de eerste vreedzame demonstraties in maart 2011 in Da’ara ontpopte de Syrische opstand zich binnen enkele maanden tot een gewelddadige burgeroorlog. De legermacht en geheime dienst van Bashar Al-Assad sloegen de demonstraties op bloedige wijze neer.
Ook deed het regime in Damascus er alles aan de leiders van de civiele oppositie te breken. De klopjacht die door de Syrische veiligheidsdiensten op iedere (potentiële) demonstrant geopend werd, dwong burgers tot een keuze: vluchten of vechten. De meeste Syriërs kozen het eerste, met meer dan 7 miljoen intern en extern ontheemden als gevolg. Hun aantal neemt nog steeds snel toe.
Door internationale hulporganisaties wordt zelfs gevreesd dat, als het conflict zo door blijft gaan, het aantal vluchtelingen eind volgend jaar de 10 miljoen zal bereiken, wat neerkomt op bijna de helft van de totale Syrische bevolking.
Maar niet iedereen wilde of kon Syrië ontvluchten. Velen geven de strijd niet op – verre van zelfs. Zo sluiten burgers en gedeserteerde soldaten zich aan bij een van de verschillende strijdende oppositiegroepen, rebellenbewegingen of ‘terroristische organisaties,’ zoals ze door Al-Assad’s aanhangers worden genoemd.
‘Al-Assad of de dood,’ zo luidt hun credo. Het is hij of wij, zo lijkt men te denken. Al onder het schrikbewind van vader Hafez Al-Assad leerde men dat wie eenmaal (zonder succes) tegen de dictator in opstand was gekomen, in Syrië geen leven meer had. En niet alleen hij of zij – ook de familie zou vanaf dat moment worden opgejaagd, ondervraagd, gearresteerd of simpelweg vermoord.
Niet zelden met hulp van buitenaf. Jihadisten en zogenoemde mujahadeen verruilden de bergen tussen Afghanistan en Pakistan, de woestijnen van Jemen, de bossen van de Kaukasus maar ook de krappe flatjes van Noordwest-Europa voor de heilige strijd van “de islamitische broeders in Syrië”. Zo slepen zij het land steeds verder in een nietsontziende burgeroorlog waarbij de verschillende partijen niet alleen strijden tegen de staatstroepen van Al-Assad, maar steeds vaker ook de wapens tegen elkaar opnemen.
Het is moeilijk onderscheid te maken tussen de vele strijdende partijen in het land. Na lange gesprekken met Syrische vluchtelingen, activisten en ex-strijders werd het iets helderder. Op servetjes, post-its en in de marges van de krant tekenden ze voor mij complexe kaarten van districten en deelgebieden, dorpen en stadjes, buitenwijken en stadscentra die nu onder verschillend bestuur vallen. Of in hun woorden: ‘ontzet’ of ‘bevrijd’ zijn door het Vrije Syrische Leger of juist weer ingenomen door het leger van Al-Assad.
In feite zijn er op dit moment zes grote gewapende partijen actief in Syrië die ieder steun -van buitenaf ontvangen. Daar komen elke dag losse facties, groepen en nieuwe rebellen bij. Maar wie strijdt er nu eigenlijk tegen wie?
Het Syrische staatsleger
Het staatsleger is het leger van Al-Assad, die het centrum en een groot deel van de buitenwijken van Damascus nog steeds onder controle heeft. Daarnaast heeft Bashar Al-Assad de controle ook in andere delen van Syrië weer teruggewonnen. Zo is Hama weer in zijn handen en maken zijn troepen ook in Homs en Aleppo flinke vorderingen.
Het staatsleger vecht vrijwel uitsluitend tegen het Vrije Syrische Leger. Daarmee vergemakkelijken Al-Assad’s troepen vooralsnog de strijd van de aan Al-Qaeda gelieerde Islamic State of Iraq and Levant (ISIL) en de Al-Nusra brigade. De snelle opmars van deze radicale organisaties komt Al-Assad niet slecht uit. Daarmee wordt de huidige strijd immers steeds meer een keuze tussen hem of een islamitische dictatuur.
Bashar Al-Assad kan rekenen op de steun van zijn belangrijke bondgenoten Rusland en Iran, die hem van de nodige materiële en politieke steun voorzien. Ook China staat nog steeds achter de formele president van Syrië, zij het minder expliciet dan de Russische president Poetin en de Iraanse president Rohani. Veel Syriërs wijzen echter ook in de richting van de Verenigde Staten, wier passieve houding Bashar Al-Assad eerder meer dan minder slagkracht geeft.
Hezbollah
Hezbollah is een sjiitische militante en politieke beweging in Zuid-Libanon. Hezbollah komt van Hizb Allah, wat ‘Partij van God’ betekent. Bewapend en gesteund door Iran heeft Hezbollah de afgelopen tien jaar zowel in Libanon als daarbuiten veel invloed gekregen. De partij wist in 2006 eigenhandig een oorlog met Israël uit te lokken en heeft volledige controle over Zuid-Beiroet en Zuid-Libanon, vanwaar zij militaire acties tegen Israël en nu ook in Syrië organiseert. Hoogste leider Hassan Nasrallah sprak dit jaar meerdere malen steun uit aan Bashar Al-Assad. Gisteren maakte Nasrallah op de tweede dag van het sjiitische Ashoura-feest opnieuw in krachtige woorden duidelijk dat de strijd in Syrië gewoon door zal gaan.
Hezbollah en Al-Assad’s troepen trekken gezamenlijk op tegen het Vrije Syrische Leger, waarbij Hezbollah’s manschappen vaak als stoottroepen functioneren.
Omdat de Hezbollah-strijders nauwelijks concrete verantwoording aan specifieke leiders of machthebbers zijn verschuldigd, kunnen ze vrijer en dus ook gewelddadiger opereren. Hetzelfde geldt overigens voor Al-Assad’s shabiha – groepjes roekeloze strijders die in hun trouw aan de president zelfs het ergste geweld tegen de bevolking niet schuwen. Er wordt beweerd dat Hezbollah jonge rekruten levert die als shabiha functioneren in de straten van de grote steden.
Het Vrije Syrische Leger
Door westerse mogendheden werd het Vrije Syrische Leger (Free Syrian Amry, FSA) in het begin van de Syrische opstand nog als partner gezien. Zo waren er gesprekken met de Britten en Fransen die hen wellicht wapens zouden leveren. Formeel is het daar echter nooit van gekomen. Landen als Qatar en Saoedi-Arabië leveren wel wapens aan het Vrije Syrische Leger. Ook van Turkije wordt beweerd dat het het Vrije Syrische Leger in ieder geval in het begin van de strijd zou hebben geholpen door ze van militaire hulp te voorzien.
Aangezien deze staten belangrijke regionale bondgenoten zijn van de Amerikanen zou men kunnen stellen dat de Verenigde Staten het Vrije Syrische Leger indirect weliswaar steunen, maar geruime tijd niet van concrete hulp wilden voorzien. Daar is nu verandering in gekomen. The Washington Post meldde 11 september jongstleden dat de CIA na maandenlang uitstel en vertraging begonnen is met het leveren van wapens aan Syrische rebellen.
Het Vrije Syrische Leger bestaat uit gedeserteerde soldaten uit het Syrische staatsleger, maar ook uit activisten en burgers die de wapens hebben opgenomen of zich uit zelfverdediging in gevechtseenheden hebben georganiseerd. Het Vrije Syrische Leger verloor de reputatie van good guy na berichten in de media waaruit bleek dat ook zij niet vies zijn van marteling, verkrachting en geweld tegen burgers.
Hoewel in het begin nog aan de winnende hand, heeft het Vrije Syrische Leger vooral in de afgelopen maanden flinke tegenstand ondervonden. Naast het staatsleger en Hezbollah wordt zij nu ook aangevallen door aan Al-Qaeda gelieerde milities die anders dan het Vrije Syrische Leger een uitsluitend soennitisch-islamitisch Syrië voorstaan. Bij de chemische wapenaanvallen deze zomer wezen verschillende bronnen richting het Vrije Syrische Leger. Dit lijkt gezien de slechte bewapening zeer onwaarschijnlijk. Zo beschikt het Vrije Syrische Leger niet over vliegtuigen, helikopters of tanks. De strijd beperkt zich tot man-tot-man-gevechten.
Al-Nusra Brigade
Jabhat al-Nusra of de Al-Nusra Brigade is een groep radicale islamitische strijders die op 23 januari 2012 het leven zag.
De Al-Nusra brigade wordt door de Verenigde Naties en verschillende westerse staten zoals de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk en Australië aangemerkt als de een terreurorganisatie. Al-Nusra is vooralsnog één van de meest agressieve en succesvolle oppositiegroepen tegen Al-Assad geweest.
Doelen van Al-Nusra zijn het omverwerpen van het regime van Bashar al-Assad en het creeëren van een conservatieve soennitische islamitische staat waarin geen ruimte is voor zaken als alcohol, muziek en tabak en bepaalde orthodox-soenitische interpretaties van de sharia of islamitische wetgeving van kracht word.
Tussen de Al-Nusra brigida en de Islamic State of Iraq and Levant zijn het afgelopen jaar groeiende spanningen en zelfs gewapend conflict geweest.
Abu Mohammad al-Jawlani, de formele leider van Al-Nusra ontkende enige verwantschap met de Islamic State of Iraq en daarmee ook enige verbondenheid met Al-Qaida. Desgevolgd is in mei dit jaar een deel van de Al-Nusra brigade afgesplitst en onder de naam Islamic State of Iraq and Levant verder gegaan.
Islamic State of Iraq and Levant (ISIL)
ISIL is een van de grootste actieve jihadistische milities in Syrië en gelinkt aan Al-Qaeda. Zij streeft naar een islamitische staat waarvan ook Irak, Libanon en Palestina onderdeel uit moeten maken (de zogenoemde Levant). In eerste instantie besstond er alleen een aan Al-Qaida gelieerde terreurorganisatie genaamd Islamic Sate of Iraq die in de nasleep van de Amerikaanse inval in Irak van 2003 in 2004 het leven zag. In mei 2013 kwam uit de Al-Nosra brigade een nieuwe groep tot stand die loyaal was aan de Islamic State of Iraq and onder de naam Islamic State of Iraq and the Levant verder ging.
ISIL werkt als een magneet voor jihadisten wereldwijd die heilige oorlog na heilige oorlog afreizen om te vechten tegen Amerika, westerse zionisten en alles wat niet islamitisch is. Ze kwamen hun islamitische broeders in Afghanistan, Jemen en Somalië te hulp en reizen nu massaal naar Syrië. Het is deze terreurorganisatie waar ook veel Noordwest-Europese en ook Nederlandse zogeheten ‘patat-jihadisten’ aansluiting vinden.
In de gebieden waar ISIL nu de dienst uitmaakt, zoals in de conservatieve soennitische steden Homs en Aleppo, heerst een sluiergebod. Gevluchte burgers waaronder veel christenen vertellen horrorverhalen over extreem geweld en publieke berechtingen van burgers door haastig opgerichte sharia-rechtbanken. Ondertussen laten de troepen van Al-Assad ISIL en andere radicaal-islamitische groeperingen vooralsnog redelijk met rust . Het regime gebruikt al jarenlang een “het is wij of zij”- retoriek en is gebaat bij internationale angst voor een nieuwe Al-Qaeda-staat.
De Koerden
De Koerdische kwestie gaat veel verder dan de Syrische grenzen - zie daarvoor binnenkort een grote reportage in de Groene Amsterdammer - vandaar dat ik bij dit artikel de Koerden nagenoeg buiten beschouwing laat.
De Koerden hebben eigen milities, persjmerge of vrijheidsstrijders genoemd. Zij vechten niet erg actief mee in Syrië maar hebben wel de controle over overwegend Koerdisch gebied overgenomen. Dergelijke lokale Koerdische milities komen (heimelijk) voor in ieder gebied met hoge aantal Koerdische inwoners in het Midden-Oosten, ze beschermen hun eigen volk met hun eigen strijders en bieden een veilige haven voor minderheden zoals christelijke groeperingen. De Koerden zijn de afgelopen maanden meer het conflict ingesleept, met name door aanvallen van radicale islamitische groeperingen.
Conclusie?
Het Amerikaanse weekblad Time Magazine publiceerde medio september een artikel waarin zij stelde dat de onderlinge machtsstrijd tussen de verschillende rebellengroepen de situatie in Syrië verder zou uitkristalliseren en de Verenigde Staten een kans zou geven de meer gematigde groepen te steun en, maar niets lijkt minder waar. Met nog meer onderlinge strijdende facties en partijen is het conflict in Syrië juist complexer dan ooit, maar nu Al-Assad ermee heeft ingestemd dat de internationale gemeenschap zijn chemische wapenvoorraad mag ontmantelen, is de politieke urgentie voor een verdere internationale ingreep juist lager dan ooit.