Zo bouwt Groningen aan de toekomst

Rik Zaal
Journalist, gespecialiseerd in Groningen
Foto: Marco van Middelkoop/Hollandse Hoogte

Groningen zet verbittering om in vernieuwing. Ondanks alle aardbevingen ontplooien de Groningers initiatieven die perspectief bieden. Bijvoorbeeld op het gebied van bouwen. Want kan dat, een aardbevingsbestendige, energieneutrale woning realiseren? Ik ging op onderzoek uit.

Weg van de begrijpelijke verbittering van de Groningers over de vaak slechte afhandeling van hun aardbevingsschade, weg van de vaak terechte woede over de kruideniersmentaliteit van de Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM) en de Nederlandse staat, ga ik op zoek naar perspectief.

Is dat er? Is er al het een en ander gebeurd dat uitzicht biedt op een beter Groningen na de aardbevingen die er geweest zijn en de aardbevingen die er nog zullen komen?

Is er bijvoorbeeld al anders gebouwd? Aardbevingsbestendig? En wellicht energieneutraal?

1. De initiatieven

Op de Hanzehogeschool in de stad Groningen blijken ze flink bezig. Met het opzetten van een ‘innovatiecentrum voor aardbevingsbestendig en innovatief bouwen.’ Dit centrum ‘moet een ontmoetingsplaats worden voor bedrijven, studenten, docenten, onderzoekers en bewoners,’ zo lees ik op hun site. Het gaat op 1 oktober 2016 open.

Ook het gebouw van het innovatiecentrum moet nog worden gebouwd. Het komt te staan naast dat andere Hanzehogeschoolinitiatief: ‘Groninger proeftuin voor energiesystemen van de toekomst.’ Op de site lees ik: ‘EnTranCe wil een entree zijn om van goede, creatieve ideeën en voorstellen op energiegebied succesvolle projecten en producten te maken.’ Klinkt ook mooi, maar het lijkt net als BuildInG nog ver weg.

Ik heb liever dat we een gedeelte niet terugkrijgen dan dat we het weggeven. Door subsidie worden mensen lui

BuildInG wordt gesteund door een ander initiatief, ook met een Engelse naam: ‘opgericht om de economie in het aardbevingsgebied te versterken.’ Op hun site lees ik dat ze ‘anderen in de gelegenheid [willen, RZ] stellen plannen te ontwikkelen en te realiseren.’ Ze hebben daarvoor 97,5 miljoen euro tot hun beschikking gedurende vijf jaar, geld afkomstig van de provincie en van de NAM.

Voorzitter Sieger Dijkstra, die in het dagelijks leven ondernemer is, vertelt me dat Economic Board Groningen vooral bedrijven steunt die moeilijk aan bankleningen kunnen komen: ‘Tot 250.000 euro gaat dat voor kleine bedrijven en zzp’ers bij een bank heel moeizaam. Wij zijn er ook voor dat soort kleinere leningen. Voor wat voor bedrijven dan ook.’

Het zijn dus leningen waarmee de Economic Board Groningen zich bezighoudt, geen subsidies. Dijkstra: ‘Je kunt beter een risicovolle lening verstrekken dan het geld weggeven. Dan komt het tenminste terug.’ Het blijkt te gaan om leningen tegen 10 procent rente. Dat lijkt mij een erg hoog percentage. ‘Ja, maar we zijn aan het kijken of het misschien tegen een iets lagere rente kan.’ En als de crediteur het niet kan terugbetalen? ‘Ik heb liever dat we een gedeelte niet terugkrijgen dan dat we het weggeven. Door subsidie worden mensen lui.’

Laatste vraag: is er al wat uitgeleend? Directeur Marco Smit: ‘Voordat je geld gaat uitlenen, ben je met alles wat daarvoor nodig is negen maanden verder en we zijn pas in mei 2015 begonnen.’

2. De huizen

In de stad Groningen vind ik een innovatief project dat ook werkelijk gerealiseerd gaat worden. Het zijn 46 energieneutrale en bevingsveilige in de wijk Paddepoel. Projectleider Roel Anne Burema van KUUB, een van de opdrachtgevers, vertelt me dat het inderdaad het eerste rijtje huizen in Groningen is dat op die manier tot stand komt. Het valt onder de zogeheten nieuwbouwregeling van de NAM, wat inhoudt dat je na de bouw moet aantonen wat het verschil is tussen de reguliere manier van bouwen en de bevingsveilige. ‘En als de NAM met die berekening akkoord is, betalen zij dat verschil bij.’ De huizen, waarvoor veel belangstelling is, moeten er in het voorjaar van 2016 staan.

Maar bevingsveilig is iets anders dan bevingsbestendig, leer ik van Burema. Er kunnen bij ‘veilig’ wel scheuren ontstaan, maar instorten zal het huis niet.

Daarom ga ik maar eens op bezoek bij een architect die gespecialiseerd is in houten woningen en gebouwen die goed tegen aardbevingen kunnen. Hij heet Haiko Meijer en is mededirecteur van bureau Onix in de stad Groningen. Meijer is optimistisch: ‘De markt is nu willig. Er kunnen dingen gebeuren die allang hadden moeten gebeuren. Ook door de geldstromen van de Nederlandse Aardolie Maatschappij en de Nederlandse Staat. Ik hoorde onlangs dat er nog voor 200 miljard euro aan gas uit de grond gaat worden gehaald. Zou Groningen daar niet 10 procent van kunnen krijgen? Twintig miljard? Dan zijn er veel problemen opgelost.’

Meijer is de bedenker van een bijzonder en multifunctioneel gebouw. Het is een kubus van 6x6x6 meter. Hij is van hout en glas, eenvoudig in elkaar te zetten en zeer betaalbaar. Er is van alles van te maken: een schuur, een woning, wat je maar wil. Ook kan de kubus dienen als grondvorm voor iets groters, zoals de bibliotheek die Onix in Finland heeft

Een ideale vorm voor innovatieve aardbevingsbestendige nieuwbouw dus. Onix heeft inderdaad een opdracht van de NAM om te kijken hoe de kubus in toekomstige, door de NAM gefinancierde nieuwbouw kan functioneren. Maar, ik stoot er steeds op, alweer is het niet tot een realisatie gekomen.

In het college dat Meijer mij vervolgens geeft, komen veel ideeën langs die bruikbaar kunnen zijn in de dorpsvernieuwing op het Groninger land. Vooral het weer bij elkaar brengen van wonen en werken heeft naar zijn idee de toekomst.

Op boerderijen bijvoorbeeld. Op erven waar meer gebeurt dan nu. Waar gewerkt wordt en gewoond. Met wellicht ook een zorgfunctie en mogelijkheden tot recreatie en educatie (‘laat kinderen uit de stad zien waar het vlees vandaan komt’). Een mengvorm, voorzien van een boomgaard, een siertuin en hedendaagse, passende schuren. Van hout natuurlijk.

3. De schuren en boerderijen

Ja, die schuren. Groningen bezit prachtige negentiende-eeuwse schuren die samen met het woonhuis één geheel vormen. Ook kent de provincie mooie schuren in een Groninger vertaling van de Amsterdamse School-stijl, uit de jaren twintig en dertig van de vorige eeuw. Maar wat er de laatste decennia aan schuren is gebouwd, doet pijn aan de ogen. Loodsen zijn het, door de boeren uit een catalogus van de aannemer gehaald en daarna zomaar in het veld geplaatst. Alsof ze niets met de boerderij te maken hebben.

Attie Bos, bioloog en voormalig Statenlid voor GroenLinks, is bezig daar iets aan te doen met de werkgroep Agrarisch Landschappelijk Bouwen van Ze heeft tientallen boeren gevraagd waarom ze toch steeds zo’n lelijke loods kiezen en niet voor het ontwerp van een architect gaan.

‘Ik heb gemerkt dat boeren best bereid zijn het anders te doen. Maar ze weten vaak niet waar ze heen moeten. Als ze naar de gemeente gaan, worden ze door de wethouder of de ambtenaren ook vaak verwezen naar een aannemer van confectieloodsen. Ze zijn niet gewend op zoek te gaan naar een architect. Dat is een te grote stap. Bovendien denken ze dat de schuur daardoor te duur wordt.’

Attie Bos belegde niet lang geleden een bijeenkomst in Usquert met vier architecten en was aangenaam verrast dat daar negentig boeren op afkwamen: ‘We wisten niet dat het de boeren ook bezighield.’

We wisten niet dat het de boeren ook bezighield

Een van die architecten was Rob Hendriks van bureau DAAD. ‘Het idee van betere, in ieder geval passender schuren, begint bij de boeren. Die snappen het goed. Er is een nieuwe generatie die, door het wegvallen van het melkquotum en de grotere productie van aardappelen, grotere en duurzamere schuren wil. Ze stellen hogere eisen aan hun schuren en die loodsen uit de catalogus voldoen daar niet

Foto: Jette Marie Versteegh
Plattegrond van het nieuwe ontwerp van de schuur door architectenbureau DAAD

Zou de situatie in Groningen een reden kunnen zijn om betere, hedendaagse schuren te bouwen? Attie Bos: ‘Niet alleen vanwege de bevingen, maar ook omdat uiterlijk in 2024 alle asbest van de bestaande schuren moet zijn verwijderd. Die ook daarom wellicht beter kunnen worden gesloopt. Geef subsidie om een architect in de arm te nemen. Zoveel extra is dat niet.’

Ondertussen is haar werkgroep bezig met vijf pilots waarin vijf boeren aan enkele architecten worden gekoppeld. Betaald met Europees geld. ‘Uiteindelijk willen we een stimuleringsfonds, dat uit allerlei bronnen geld krijgt. Want geld is er genoeg.’

Ik fiets van Kloosterburen in de richting van de Waddenzee naar het streekje dat Bokum wordt genoemd. Daar staat de prachtige boerderij van Remt Meijer, een ‘dikke boer,’ zoals een boer met veel land in Groningen heet. En daar staat een gigantisch hoge nieuwe schuur naast de bestaande negentiende-eeuwse dubbele schuur. En hoe groot hij ook is, hij staat niet naast, maar op het erf en vormt één geheel met de boerderij. Een goed gelukt gebouw van Rob Hendriks, die hier een visitekaartje heeft afgegeven aan het toekomstige stimuleringsfonds van Wierde en Dijk.

Binnen zie ik dat er meer dan genoeg ruimte is voor de Monalisa, de Red Scarlett, de Innovator en de Ingrid, de pootaardappelrassen van dikke boer Meijer.