‘Een proeftuin,’ zo noemt directeur Gertjan Kleinpaste de basisschool die hij dit jaar startte. Hij vond de onderwijssector te weinig openstaan voor verandering en dus begon hij voor zichzelf. Door het radicaal anders te doen, hoopt hij de sector in beweging te krijgen.

Het is ‘zeker geen iPadschool’, zegt Kleinpaste, maar een ‘integraal kindcentrum voor gepersonaliseerd leren.’ Ieder kind werkt op eigen tempo aan een eigen lesprogramma en de iPad moet daarbij helpen. Het is het kind dat aangeeft wat hij wil leren en de docent geeft niet klassikaal les, maar is een ‘coach’ die de leerlingen moet ondersteunen in hun leerproces.

De Steve Jobs School Breda is een van de zeven scholen die vanaf dit schooljaar werken volgens de principes van ‘Onderwijs voor een nieuwe tijd’ (o4nt). De van die aanpak zijn, op papier: 

1) Elk talent wordt gekend. In de  wordt uiteengezet wat iedere Steve Jobs School het kind wil bieden.

2) De combinatie van fysiek (schoolgebouw) en virtueel (internet): na schooltijd hebben de leerlingen de mogelijkheid om via de iPad met elkaar in contact te blijven en educatieve apps te spelen op hun tablet.

3) Een focus op Dit zijn vaardigheden die volgens o4nt nodig zijn om goed te kunnen functioneren in de eenentwintigste eeuw. De Steve Jobs School Breda noemt creativiteit, innovatief en kritisch denken, problemen oplossen, communicatie, samenwerking, aanpassingsvermogen, leiderschap, productiviteit en sociale en motorische vaardigheden als standaard 21st century skills en voegt hier empathie aan toe.

4) Community. School, ouders en kind vormen een ‘community’ om het leren vorm te geven. Eens in de zes weken spreken de docent, het kind en de ouder met elkaar om de afgelopen zes weken te evalueren en een leerplan te maken voor de komende zes weken.

Goed om te weten: op de Steve Jobs School Breda zitten maar vijftien leerlingen. De jongste is vier en de oudste dertien jaar. Vijf van die leerlingen zouden in het reguliere onderwijs bovendien een nodig hebben. Eén juf is alle dagen aanwezig, één juf is vooral verantwoordelijk voor de creatieve ontwikkeling van de jongste kinderen en één juf werkt twee dagen in de week. Ook werkt de school met stagiaires en freelancers. De school bestaat uit verschillende lokalen: voor rekenen, taal, techniek en een lokaal om te spelen. Ook kent ieder lokaal een aangrenzende stilteruimte, waar leerlingen in stilte opdrachten kunnen maken.

En hoe werkt dat in de praktijk?

Op de dag dat ik de school bezoek, is de juf ziek en de stagiair afwezig. Het gevolg is dat directeur Kleinpaste voortdurend door het gebouw loopt in een poging de kinderen, vaak tevergeefs, aan het werk te krijgen. In een stilteruimte buigen vier leerlingen zich over een racespelletje en is het allesbehalve stil. De wat oudere kinderen worden afgeleid door de rondrennende kleuters. Leerlingen vragen voortdurend wat zij moeten doen, of spelen een spelletje. Chaos is meester.

Tot zover mijn observatie, want hoeveel voorbeelden ik ook geef, het tegenargument blijft hetzelfde: de juf is ziek. Ik kan niet zeggen hoe de schooldag eruit had gezien als zij er wel was geweest.

Vaste lezer van De Correspondent Bernolf Kramer wel. Hij zette als lerarenopleider op de Fontys Hogeschool een minor op over de vraag hoe leren en media zich tot elkaar verhouden en bezocht de school in dat kader enkele weken geleden. Hij e-mailt:‘Ik zag tijdens mijn bezoek een juf die geen overzicht had en leerlingen nauwelijks stimuleerde en volgde. Ik zag geen leergierige leerlingen die bezig waren met uitdagende opdrachten. Ik zag ze vooral spelen en werkontwijkend gedrag vertonen.

Een voorbeeld. Een leerling was aan het werk in de app ‘Bru-Taal’. Hij kon alle antwoorden correct geven. Ik heb hem uitgedaagd een niveau hoger te gaan. Dat duurde drie antwoorden. Hij vond het te moeilijk, drukte de app weg en ging verder met een topografie-app. De juf had dit niet door.’

Ik denk niet dat de juf veel te verwijten valt, overigens. Van haar wordt verwacht dat zij vijftien leerlingen van verschillende leeftijden en niveaus en met verschillende interesses aan het leren krijgt. Die leerlingen bevinden zich bovendien niet in dezelfde ruimte, maar lopen door het gebouw of zitten verstopt in een van de stilteruimtes. Het is alsof de juf vijftien klassen van één leerling les moet geven, in vijf verschillende lokalen, tegelijk.

Hoe wordt de iPad gebruikt?

Het o4nt-concept plaatst vaardigheden, boven kennis. Het leren omgaan met digitale media is in het o4nt-concept dus formeel een doel, terwijl de tablet, laptop of computer op reguliere scholen enkel een middel zijn om kennis te verwerven.

Maar de iPad is niet het enige leermiddel dat gebruikt wordt. Het is dus niet zo dat er alleen maar gekeken wordt naar wat er op de iPad geleerd kan worden. Zo hebben de leerlingen voor taal en rekenen ook een papieren werkboek. Het is overigens opmerkelijk dat zij juist voor die vakken een werkboek hebben, want daar bestaan juist veel educatieve apps voor. Het middel wordt niet volledig ingezet.

Het probleem is dat de leerlingen een iPad in handen krijgen, niet een app. De verleiding om een spelletje te gaan spelen als een oefening te moeilijk is, is veel te groot

Verder is er een verschil tussen de iPad en de afzonderlijke apps. Sommige apps zijn op zichzelf een effectief leermiddel. Zo past de app Taalzee zich automatisch aan het niveau van de leerling aan en heeft een spelelement dat de leerlingen moet motiveren. Het probleem is echter dat de leerlingen een iPad in handen krijgen, niet een app. De verleiding om een spelletje te gaan spelen als een oefening te moeilijk is, is veel te groot. De iPad is een leermiddel, maar wel een zeer ineffectief leermiddel.

Hoe wordt vormgegeven aan de 21st century skills?

De leerlingen werken soms aan groepsprojecten. Daarbij moeten zij automatisch samenwerken, communiceren en probleemoplossend te werk gaan. In de evaluatie van die projecten wordt ingegaan op die vaardigheden. Het is dus niet zo dat er les wordt gegeven in de 21st century skills. Ook in de door de school toegevoegde vaardigheid ‘empathie’ wordt geen les gegeven. ‘Wij spreken de leerlingen daar voortdurend op aan,’ aldus directeur Kleinpaste. Tijdens mijn bezoek aan de school kon ik niet achterhalen of er inderdaad meer dan op een gewone school aandacht aan werd besteed.

Heeft de docent een speciale opleiding genoten?

Nee. Er bestaat geen speciale lerarenopleiding voor het onderwijsconcept van o4nt, en dus is de juf een ‘gewone’ pabo-docente. Wel verzorgt o4nt trainingen in bijvoorbeeld ict-vaardigheden om docenten zo te trainen in 21st century skills. Ik hoop later dit jaar zo’n cursus te kunnen volgen.

Wat wordt er gedaan aan het gewone curriculum?

Het wordt niet, zoals gebruikelijk, in blokken opgedeeld en klassikaal aangeboden. Het is de leerling die aangeeft wat hem interessant lijkt, en op basis daarvan wordt het onderwijs vormgegeven. Er wordt van uitgegaan dat de leerlingen zelf met de onderwerpen zullen komen die in het curriculum staan, en dat zo aan het eind van de basisschoolperiode het volledige curriculum is doorgewerkt. Alleen op taal en rekenen lijkt de school actief te sturen.

Hoe denkt de Steve Jobs School over papier?

Er wordt op de Steve Jobs School Breda zowel op papier geschreven en gelezen, als van de iPad. In boekenkasten staat een (summiere) collectie jeugdliteratuur. Voor rekenen liggen in het rekenatelier gekopieerde A4’tjes met sommen. Voor taal hebben leerlingen ook een werkboek. 

En nu?

Het is voorbarig om het o4nt-concept na één schoolbezoek, op een dag dat de juf ziek was, te prullenbakkeren. Bovendien is de Steve Jobs School Breda maar één, vrij radicale uitwerking van het concept.

Volgende week bezoek ik Digitalis in Almere. Digitalis is een basisschool die is ontstaan in 2011 uit een fusie tussen vier scholen en die sinds dit schooljaar deels is overgestapt op de o4nt-aanpak. Ik ben benieuwd hoe het o4nt-concept op deze school wordt vormgegeven. Later in het jaar hoop ik de Steve Jobs School Breda nog eens te bezoeken, dan is de docent vast ook weer beter.