Wie de wereld van de ondergang wil redden, kan over het einde der tijden beter zwijgen
Over klimaatrampen zwijgen media meestal in alle talen. Als het eens wel over klimaatverandering gaat, staan we direct aan de rand van het ravijn. Dat beklemt en verlamt, terwijl juist actie geboden is. Welke rampen ons ook wachten, wij zijn altijd nog zelf aan zet als het om onze toekomst gaat.
In de afgelopen maanden zijn grote delen van Indonesië in rook opgegaan. Tienduizenden kinderen kregen last van ademhalingsproblemen, ten minste drie kinderen zijn gestikt. De bijtende rook die uit de smeulende turfgrond opsteeg, reikte tot in Thailand, Maleisië en Singapore. Tienduizenden dieren - waaronder orang-oetans, luipaarden en tijgers - zijn gestorven.
Deze branden komen niet uit de lucht vallen. Ze worden ieder jaar door boeren en bedrijven aangestoken om land vrij te maken voor plantages. Maar dit jaar is het door een zeer sterke El Niño veel droger dan gebruikelijk, waardoor het vuur langer doorwoekerde.
Slecht nieuws voor de hele wereldbevolking. Op hun hoogtepunt stootten deze branden meer broeikasgassen uit dan de hele Amerikaanse economie. De bosbranden zijn bovendien precies het soort rampen dat steeds vaker voor zal komen naarmate de aarde verder opwarmt en droge periodes nog droger worden.
En toch: in de media was er nauwelijks aandacht voor de ramp die zich in Indonesië voltrok, zoals er nauwelijks aandacht is voor een van de belangrijkste crises in Europa: het enorme verlies van biodiversiteit. Dat verlies wordt groter naarmate het warmer wordt.
Nog zoiets: vorige week maandag werd bekend dat we dit jaar de wereldhistorische grens van 1 graad Celsius opwarming passeren (ten opzichte van pre-industriële temperaturen). Dat betekent dat we al halverwege de 2 graden zijn waarna klimaatverandering officieel als ‘gevaarlijk’ te boek staat.
Maar de wereld draaide gewoon door. Aan de tafel van Matthijs van Nieuwkerk ging het die avond over een vliegtuigcrash (al dan niet door een bom van Islamitische Staat) en over Phil Collins, die toch nog niet met pensioen gaat.
Waarom zwijgen we over het klimaat?
Het is een vraag waar ik me in de afgelopen maanden het hoofd over heb gebroken: waarom praten we zo weinig over klimaatverandering? Hoe kan een van de grootste milieurampen van de eenentwintigste eeuw in Indonesië niet belangrijk genoeg zijn om alle voorpagina’s te halen, politiek Den Haag in rep en roer te brengen en de discussies aan de keukentafel te domineren?
Volgens mij heeft de stilte over een van de grootste uitdagingen van onze tijd alles te maken met de manier waarop we denken dat klimaatverandering ‘werkt.’ Ik doel hier op een hardnekkig idee, dat zeker in milieukringen maar ook bij de media gretig aftrek vindt: het idee dat de opwarming onze ondergang wordt.
Veel mensen die klimaatverandering serieus nemen, zien een of ander scenario voor zich waarin de wereld er over tien, twintig of vijftig jaar veel en veel slechter uitziet (of waarin de mensheid het loodje heeft gelegd). De grote vraag is vervolgens altijd of we op tijd zullen ingrijpen. Of we, om een versleten metafoor te gebruiken, onze voet van het gaspedaal halen voordat we het ravijn in rijden.
De afgelopen tijd ben ik me gaan realiseren dat deze manier van praten het probleem eerder in stand houdt dan dat het bijdraagt aan een oplossing. Er ís namelijk geen ravijn. In plaats daarvan zijn er sluipende veranderingen en reële crises die ons ontgaan omdat we er niets van merken of omdat we wachten op de narigheid die voor de toekomst is voorspeld.
De opwarming van de aarde past kortom niet in de mal van onze apocalyptische oerverhalen, maar vraagt om een intelligenter én een hoopgevender verhaal. Dat zou een verhaal kunnen zijn dat draait om menselijke invloed - een verhaal dat de hellevuren van Indonesië en het uitsterven van talloze diersoorten niet neerzet als voorbodes van nog meer ellende, maar als aanleiding om in actie te komen.
Hoe ik tot deze conclusies kwam
Ik begon mijn onderzoek met een analyse van de beelden en metaforen die we gebruiken om het klimaatprobleem te bespreken. Die onttrekken zich aan iedere menselijke maat. Smeltende gletsjers, verdrinkende ijsberen, verzengende bosbranden - we staan erbij en kijken ernaar.
Zie de foto’s die verschijnen bij verhalen over klimaatverandering in de media. Het zijn steevast beelden die machteloosheid oproepen. Boven een verhaal in het Amerikaanse blad Rolling Stone over de ‘negen verschrikkelijke tekenen’ van naderende milieurampen stond een foto van een klein zeilbootje dat op het punt staat getroffen te worden door een reusachtige golf.
Gewichtloos hangt het daar, wachtend op de ondergang. Ik zie dit beeld, weet dat het mij angst moet inboezemen en tegelijkertijd denk ik: dit gaat niet over mij. Mijn schip kapseist niet, ik heb niet eens een schip. En al snel belandt het artikel in mijn mentale mapje ‘waarschuwingen die ik kan negeren,’ samen met al die andere beelden van ondergelopen steden en brandende planeten. Ik kan er niets mee. Over tot de orde van de dag.
Ik besprak twee boeken over klimaatpsychologie en kwam erachter waarom dit zo werkt. Als we bang worden gemaakt, biedt onze psyche altijd wel een uitweg. We negeren het probleem, of vertellen onszelf dat wij er waarschijnlijk niet de dupe van zullen worden. Of we worden bang en passief. Volgens de Zweedse psycholoog Per Espen Stoknes is er geen verhaal dat zo verlammend werkt als dat van klimaatverandering als naderende apocalyps.
Hoe apocalyptisch denken tot behoudzucht leidt
Er waren momenten waarop ik me afvroeg of het wel te verdedigen is om het ‘vertoog’ rond klimaatverandering te onderzoeken, terwijl oliebedrijven ons bedonderen, koralen afsterven en het ijs op de polen smelt. Maar gaandeweg kwam ik erachter dat juist het apocalyptische verhaal bijdraagt aan verstarring en conservatisme en dus leidt tot het uitblijven van oplossingen en brede betrokkenheid. Het idee dat klimaatverandering een ‘perfect probleem’ is, zorgt ervoor dat we ons machteloos voelen en geen alternatieven meer zien. Als we doemdenken, nemen we de status quo niet alleen als uitgangspunt, we nemen hem ook mee naar de toekomst - bevestigen hem opnieuw, geloven kennelijk dat er nooit iets voor in de plaats zal komen. Als er één projectie tot fatalisme leidt, is dit hem wel.
En ja, dat is een fundamenteel probleem, want we moeten onze uitstoot snel terugbrengen om onze impact op het klimaat zo snel mogelijk te minimaliseren. Auto’s, schepen en treinen, de verwarming van huizen, de industrie en de elektriciteitscentrales draaien in grote delen van de wereld, maar zeker in Nederland nog bijna volledig op fossiele brandstoffen. En dat moet de komende decennia ‘helemaal anders,’ zei zelfs Henk Kamp, de minister van Economische Zaken onlangs. Geen nieuws, maar voor een VVD-minister is het toch best een revolutionaire uitspraak. Kamp bevestigt in feite dat we voor een flinke opgave staan die politiek links en rechts overstijgt en die om creativiteit vraagt, niet om angstaanjagende verhalen die zulke creativiteit juist in de kiem smoren.
Waarom het zinloos is te vragen of we onszelf nog kunnen redden
Je hoort mij niet zeggen dat klimaatverandering niet angstaanjagend is. Integendeel, het kan zelfs bijdragen aan de ondergang van onze beschaving. Er is een onaangenaam grote kans (ongeveer 5 tot 10 procent) dat een worstcasescenario uitkomt dat onze beschaving helpt imploderen. Er is zelfs een zeer kleine kans dat de mens uitsterft als het allemaal echt uit de hand loopt.
Maar hoe nieuw is dat werkelijk? Tijdens de Eerste Wereldoorlog vreesden mensen voor een apocalyps met gifgas, in de Koude Oorlog vreesden anderen een totale atoomoorlog, rond de oliecrisis in 1973 voorzagen we een nieuwe steentijd door het opraken van de energie, zo schreef ik eerder. Al duizenden jaren fantaseert de mens over zijn einde, maar de voorspellingen van totale catastrofe zijn tot nu toe altijd overtrokken gebleken.
In een essay over de opwarming van de aarde stelde de Canadese auteur Margaret Atwood de vraag: ‘Kunnen we ons energiesysteem snel genoeg veranderen om te voorkomen dat het ons vernietigt?’ Ik denk dat dit een zinloze vraag is, omdat het antwoord alleen maar ‘ja’ of ‘nee’ kan zijn. De werkelijkheid is veel weerbarstiger. We weten niet precies wat de gevolgen van klimaatverandering zullen zijn. We weten wel dat het voor de meeste mensen die dit lezen gelukkig geen kwestie zal zijn van wel of niet overleven. Dat maakt onze verantwoordelijkheid voor de mensen die altijd al minder bevoorrecht waren en die ook nu weer als eerste de klappen zullen vangen, alleen maar groter.
De wereld zoals we die kennen gaat sowieso eindigen. Dat is al heel vaak gebeurd - klimaatverandering of niet - en dat zal ook nog heel vaak gebeuren. Het is goed om daarbij stil te staan. Iedereen zal wel iets gaan missen als het fossiele tijdperk ten einde komt, of het nu de ronkende motor van een Harley is, of het goedkope vliegticket naar een mooi land aan de andere kant van de oceaan. Maar dat betekent niet dat alles vanaf nu slechter wordt.
Wat dan wel?
We weten inmiddels zeker dat klimaatverandering nog deze eeuw veel erger zal worden en dat we dat proces al niet meer terug kunnen draaien. We weten dat delen van het Midden-Oosten nog deze eeuw onbewoonbaar zullen worden als we onze uitstoot niet verder terugbrengen, en dat het Amerikaanse leger meer conflicten verwacht op een warmere planeet. Maar we weten óók dat er een groene revolutie aan de gang is:
- De speelruimte van fossiele energiebedrijven wordt steeds kleiner, terwijl hun legitimiteit wordt ondermijnd. G7-landen hebben beloofd kolenstook en andere fossiele brandstoffen aan het einde van de eeuw volledig uit te bannen, maar de neergang in de kolenindustrie en de duurzame ambities van landen als China doen vermoeden dat het einde van de meest vervuilende brandstof steenkool al eerder zal plaatsvinden.
- Investeerders realiseren zich steeds beter dat hun investeringen in fossiele energiebedrijven risicovol zijn, omdat succesvol klimaatbeleid ervoor zal zorgen dat deze bedrijven op termijn verdwijnen.
- Overheden liggen onder vuur omdat ze veel meer subsidie geven aan fossiele energie dan aan duurzame energie.
- De winning van fossiele brandstoffen wordt steeds duurder terwijl de kosten van duurzame energie rap blijven dalen.
- De groei van groen wordt in gangbare scenario’s stelselmatig onderschat: zonne-energie groeide in de afgelopen 15 jaar bijvoorbeeld 18 keer sneller dan het Internationaal Energieagentschap in 2000 had gedacht. Batterijen die nodig zijn om groene energie op te slaan, lijken aan de vooravond te staan van eenzelfde ontwikkeling.
Niemand kan de impact van de groene revolutie voorspellen. Het is niet met zekerheid te zeggen hoeveel klimaatschade we nog weten te voorkomen en of we onderweg een betere wereld zullen bouwen.
Waar het om gaat, is dat we invloed hebben.
We kunnen hoop putten uit het feit dat veel mensen - als het ze wordt gevraagd - aangeven dat ze klimaatactie willen. We kunnen hoop putten uit het feit dat de (morele) redenen om in actie te komen steeds duidelijker worden vertolkt, door de Amerikaanse president Barack Obama, door leiders uit het bedrijfsleven en door de paus. We kunnen hoop putten uit het feit dat zelfs de baas van Shell zegt dat dit de eeuw van zonne-energie wordt.
Waar gaan we deze eeuw voor vechten?
Dit is, kortom, hét moment om na te denken over de toekomst die we willen. Om maar een voorbeeld te noemen: als dit inderdaad de eeuw van de zon wordt, willen we die zonnepanelen dan zelf in bezit hebben, zodat we invloed hebben op onze eigen energievoorziening, of besteden we de toekomst uit aan het bedrijfsleven? In Duitsland is bijna de helft van de duurzame energievoorziening in handen van burgers en boeren via coöperaties. Willen wij dat ook? Zo ja, hoe gaan we dat bereiken?
Het gaat hier dus niet alleen om technologie. In het fossiele tijdperk is macht centraal georganiseerd en berokkent onze consumptie altijd schade, ook als we dat niet zien. Een duurzaam tijdperk biedt de kans om die negatieve impact te minimaliseren en om macht te decentraliseren, zonnepaneel voor zonnepaneel. Dat impliceert een culturele en morele omwenteling: we kunnen doorgeschoten individualisme vervangen door wederzijdse afhankelijkheid, dominantie vervangen door wederkerigheid en hiërarchie door samenwerking.
Klimaatverandering gaat rampen veroorzaken, dat kunnen we al niet meer voorkomen. De vraag is hoe we daarop gaan reageren. Laten we ons leiden door angst, gaan we ons verschansen als de eerste klimaatvluchtelingen komen? Of laten we ons leiden door hoop, verbroedering en vertrouwen in de vindingrijkheid van de mens?
Het gaat nu (zoals altijd) om de keuzes die we maken
Ik denk dat we ons de toekomst tenminste moeten voorstellen als iets waar we invloed op hebben, niet als iets wat ons overkomt. Die invloed hebben we nu al, alleen kiezen we tot nu steeds weer fossiel. Overheden praten over groen en bouwen ondertussen vrolijk verder aan de fossiele infrastructuur (de Nederlandse overheid voorop), terwijl veel burgers zeggen dat ze duurzaamheid willen zonder hun persoonlijke levensstijl daarop aan te passen.
Maar dit hoeft niet altijd zo te blijven. Onze regering wilde bijvoorbeeld naar schaliegas gaan boren, maar daar is door burgers een stokje voor gestoken. Een kleine groep voortrekkers zet zich al keihard in voor de duurzame economie, en er zijn klimaatactivisten die de fossiele industrie aanpakken en de ene na de andere overwinning boeken. Zij zijn met relatief weinig, maar de geschiedenis leert dat ze grote invloed kunnen hebben - denk maar aan de mensen die in opstand kwamen tegen de slavernij, of die hebben gestreden voor het vrouwenkiesrecht. Ook zij waren aanvankelijk in de minderheid.
De toekomst is niet te vangen in een blauwdruk; het is een verhaal dat we samen maken. ‘Wie een rol gaan spelen, wordt nooit van tevoren aangekondigd, en de verhaallijnen zijn vol van afslagen, plotselinge wendingen, verrassende tweesprongen en onbedoelde gevolgen,’ schrijft de Amerikaanse essayiste Rebecca Solnit. Erkennen dat wij invloed hebben en dus verantwoordelijk zijn, is moeilijker dan berusten in een doemscenario. Maar het biedt ook perspectief, zeker als we ons herinneren hoe vaak de samenleving al radicaal veranderd en verbeterd is - niet door de krachten van de natuur, maar door mensen zelf.
Dit is het slot van mijn serie over doemdenken, de komende tijd kun je verhalen verwachten over en vanuit de klimaatconferentie in Parijs, waar massale manifestaties van klimaatactivisten gepland staan. Houd mijn tuin later deze week in de gaten voor een inspirerend groen visioen.
Eerdere verhalen in deze serie:
Lees ook:
Dit verhaal heb je gratis gelezen, maar het maken van dit verhaal kost tijd en geld. Steun ons en maak meer verhalen mogelijk voorbij de waan van de dag.
Al vanaf het begin worden we gefinancierd door onze leden en zijn we volledig advertentievrij en onafhankelijk. We maken diepgravende, verbindende en optimistische verhalen die inzicht geven in hoe de wereld werkt. Zodat je niet alleen begrijpt wat er gebeurt, maar ook waarom het gebeurt.
Juist nu in tijden van toenemende onzekerheid en wantrouwen is er grote behoefte aan verhalen die voorbij de waan van de dag gaan. Verhalen die verdieping en verbinding brengen. Verhalen niet gericht op het sensationele, maar op het fundamentele. Dankzij onze leden kunnen wij verhalen blijven maken voor zoveel mogelijk mensen. Word ook lid!