Meer ideeën dan tijd om die te realiseren? Dit is de oplossing
Je loopt over van creatieve ideeën, maar hebt te weinig tijd om er iets van te maken? Herkenbaar, vindt Elizabeth Gilbert. De schrijfster - bekend van Eat, Pray, Love - wijdde er een nieuw boek aan. Een zelfhulpboek van zo’n invloedrijk auteur mag in deze serie over zelfverbetering natuurlijk niet ontbreken.
Als Tom Waits een nieuw album opneemt, wil hij soms helemaal alleen zijn in de studio. Alle technici en muzikanten moeten de deur uit en weten precies wat er aan de hand is: een liedje ‘heeft moeite met geboren worden.’ Waits ijsbeert door de studio en roept het nummer tot de orde:
“Listen, you! We’re all going for a ride together! The whole family’s already in the van! You have five minutes to get on board, or else this album is leaving without you!”
Soms werkt zo’n tirade, soms niet. Sommige liedjes willen niet op dat moment geboren worden, weet Waits. Die komen later terug. En als dat niet gebeurt, dan is het liedje blijkbaar niet voor hem geschikt. Waits neemt dan afscheid van het liedje: ‘Ga Leonard Cohen maar lastigvallen’.
Ik las deze anekdote in Big Magic, het nieuwe boek van Elizabeth Gilbert (die je dus kunt kennen van Eat, Pray, Love ). Het gaat over ‘de kunst van creatief leven’ en vat alle lessen samen die de 46-jarige Gilbert in een leven lang schrijven opdeed. Ze haalt Waits aan, omdat ze net als hij gelooft dat ideeën - of het nu liedjes, romans of films zijn - streng toegesproken moeten worden. Die ideeën zweven rond, en komen alleen tot je wanneer zij denken dat jij er klaar voor bent. Zo kent Gilbert een dichteres die soms naar huis rende omdat er ‘ een gedicht tot haar kwam’.
Een prikkelende zienswijze natuurlijk. Maar Gilbert gelooft het écht, vertelt ze me tijdens een ontbijt in het Conservatorium Hotel in Amsterdam. Ik had op basis van haar boek en het feit dat ze in de verfilming van Eat, Pray Love vertolkt wordt door Julia Roberts een zweverig type verwacht. Maar ik zit tegenover een innemende vrouw, die - ook als ze over rondzwevende ideeën praat - behoorlijk nuchter overkomt (en echt niet alleen omdat ze de hele tijd ‘fuck’ zegt).
Fuck passie
Haar boek lijkt één lange afrekening met mythes over het kunstenaarschap ( zoals talent). Zo moedigt Gilbert de lezer aan het moderne adagium ‘volg je passie’ te negeren. ‘Passie impliceert volledige toewijding en is daardoor een intimiderend concept. Fuck that. Want wat als je niet weet wat je passie is? Dan begin je nooit ergens aan. Volg liever je nieuwsgierigheid. Dat vraagt echt niet meteen offers. Je kunt rustig onderzoeken of een idee bij je past. Als dat zo blijkt te zijn, heb je misschien je passie gevonden. Als het niet bij je past, ben je misschien een paar uur kwijt. Terwijl je als je blind je passie gevolgd had, nu misschien kaalgeschoren en ongelukkig in een klooster in Nepal zat.’
Volg liever je nieuwsgierigheid
Elke keer als iets je interesse prikkelt, is dat een hint. Onderzoek dus waar die prikkel vandaan komt, zegt Gilbert, en misschien vind je dan een prachtig nieuw project. Toen zij van de stad naar het platteland verhuisde, wekte tuinieren opeens haar interesse. Ze besteedde de weekenden aan het planten van nieuwe bloemen, raakte er steeds meer door gefascineerd en schreef uiteindelijk een roman over een botanist uit de negentiende eeuw.
Klinkt goed, maar ik voorzie ook een probleem. Als je altijd je nieuwsgierigheid volgt, maak je dan ooit weleens wat af? Ik vertel Gilbert dat ik bij mezelf en veel leeftijdsgenoten zie dat er zoveel mogelijkheden zijn - dankzij het web heeft iedereen een publiek - dat veel mensen van projectje naar projectje hoppen. Gilbert herkent dat: ‘Mensen maken bijna nooit iets af.’
Maar wat is dan de remedie? ‘Wees de baas van je ideeën,’ zegt ze, en er volgt een college van een kwartier.
Ideeën zijn als ministers, en jij bent de minister-president
‘Nadat je je nieuwsgierigheid hebt gevolgd,’ zegt Gilbert, ‘moet je uiteindelijk bepalen of je meer tijd aan een idee gaat besteden. Gedraag je als de minister-president van je creativiteit. Je ideeën zijn als ministers. Stel je voor dat jullie bij elkaar zitten tijdens een ministerraad. Elk idee vraagt om tijd en middelen, en jij moet bepalen of en hoeveel je aan ze toewijst. ‘Jij krijgt de helft van je aangevraagde budget. En jij, jij moet eerst je zaken eens goed voor elkaar krijgen. Kom later maar terug, als je idee beter is uitgewerkt’.’
Een goed idee blijft om je aandacht zeuren zoals een kind aan de mouw van zijn moeder kan blijven trekken
Zo voorkom je volgens Gilbert dat je het idee waar je op dat moment mee bezig bent niet afmaakt. ‘Alle creatieve projecten kennen een saaie fase. En als er dan zo’n sexy nieuw idee langskomt, is de verleiding groot om je daar op te storten. Maar dat verleidelijke nieuwe plan heeft uiteindelijk ook saaie kanten. Dus maak eerst af waar je mee bezig bent en vertrouw erop dat een goed idee om je aandacht blijft zeuren, zoals een kind aan de mouw van zijn moeder kan blijven trekken.’ Terwijl een idee rijpt, kunnen nieuwe gebeurtenissen er bijvoorbeeld voor zorgen dat zo’n idee opeens een stuk relevanter wordt.
Zo liep Gilbert al twaalf jaar rond met het idee voor een boek over creativiteit. ‘In de tussentijd schreef ik drie andere boeken, maar elke dag dacht ik ook eventjes over dit boekidee na. Ik wist alleen niet welke vorm het boek moest aannemen. Met andere woorden: de betreffende minister hield al die jaren een slap betoog in de ministerraad.’
Dat veranderde toen Gilbert lid werd van Facebook en daar een trouwe schare volgers opbouwde met wie ze dagelijks gesprekken voerde. ‘Opeens realiseerde ik me: ik schrijf het boek als een lange brief aan die Facebook-community. De ‘minister’ in kwestie vroeg om, pak ‘m beet, zes maanden schrijftijd. Hij had eindelijk een goed verhaal in de raad. En, voilà, nu zitten we hier!’
We moeten dus autoriteit uitstralen naar onze ideeën. Dat klinkt in eerste instantie als zweverig advies, maar als Gilbert het vervolgens uitlegt, lijkt het opeens common sense. Helemaal als ze er een anekdote van de schrijver Vladimir Nabokov bijsleept.
‘Toen een interviewer eens aan Nabokov vroeg of tijdens het schrijven zijn personages de regie wel eens overnamen, antwoordde hij: ‘Mijn personages zijn galeislaven.’ Zo gedisciplineerd als Nabokov met zijn personages omging, moeten wij met onze ideeën omgaan,’ aldus Gilbert, ‘en op een gegeven moment weet je: zo moet ik het idee aanpakken.’
En als een idee nooit meer terugkomt, dan is het zoals met het onwillige liedje van Tom Waits. Dat was dan blijkbaar voor Leonard Cohen bedoeld.