In de moordhoofdstad van Amerika wordt gewandeld voor meer wapens
In de Amerikaanse stad Ferguson demonstreerden deze week zwaarbewapende witte mannen voor het recht op wapenbezit. Omdat ze vinden dat zwarte jonge mannen zich ook moeten kunnen wapenen. Hun argument? De aanslagen in Parijs.
Voor een stoplicht in Ferguson, Missouri wacht een groepje grijze mannen met geladen machinegeweren in de hand. Verkeer is er nauwelijks, deze late maandagochtend. Toch blijft het groepje keurig op de stoep staan tot het stoplicht groen kleurt.
Het gaat richting het politiebureau, waar vorig jaar zware rellen plaatsvonden, nadat een politieagent een zwarte man had doodgeschoten. Sommige winkelpuien zijn nog altijd dichtgetimmerd.
Openlijk machinegeweren dragen is toegestaan in deze staat, maar het is een zeldzaam tafereel.
Heel af en toe zie je iemand in een restaurant met een pistool op de heup. De meeste wapenbezitters bergen hun wapen op in nachtkastjes, kluizen of handtasjes.
‘We komen de inwoners van Ferguson steunen,’ zegt Sam Andrews, organisator van de wandeling en eigenaar van een wapenwinkel in het nabijgelegen Eureka. Andrews was enige tijd de lokale woordvoerder van de Oath Keepers , een in 2009 opgerichte landelijke club die zegt op te komen voor de Amerikaanse grondrechten, zoals wapens dragen. (Dat ‘Oath Keepers’ betekent zoiets als: ‘zij die de eed van trouw aan de grondwet nakomen.’) Veel leden zijn oud-militairen en agenten. Ze kennen hun rechten op hun duimpje en testen ze regelmatig uit op straat.
Andrews en enkele metgezellen waren tijdens de rellen ook al in Ferguson. Toen ‘beschermden’ ze winkels tegen brandstichting en plundering. Je kon ze zien staan op de daken in camouflagekleding, met machinegeweren. De politie was not amused met hun aanwezigheid. Veel activisten ook niet.
‘Veel jonge, zwarte inwoners van Ferguson vertelden me toen: de politie zal me meteen executeren als ik net als jij een wapen draag,’ zegt Andrews nu. ‘Mijn hart brak toen ik dat hoorde.’ De wet zou immers voor iedereen gelijk moeten zijn.
Stel dat je een groep van tien witte Oath Keepers en tien zwarte activisten bij elkaar kon krijgen, en ze allemaal machinegeweren gaf, zo mijmerde hij deze zomer tegenover een verslaggever van het populaire blog Gawker. ‘En dan gaan we voor de politie staan zo van: ‘Wat nu? Wat nu, bitches?’’
Vandaag is het zover. Althans, één zwarte man is bereid gevonden mee te lopen met een wapen. Geen activist, ook niet uit Ferguson zelf, maar een conservatieve kandidaat-politicus, Paul Berry III, uit een naburig voorstadje. Ferguson is een ‘frontlinie’ in de strijd om grondrechten, zegt hij in een korte speech. ‘Niet alleen het recht om te protesteren, maar ook het recht om wapens te dragen.’
St. Louis zou niet de moordhoofdstad van de VS zijn, als meer mensen wapens zouden dragen, meent hij.
Er is ook één vrouw met een machinegeweer aanwezig, Rainey Livingston. De zwarte inwoners van Ferguson worden ‘psychologisch onderdrukt’ door de regering, zegt ze. ‘Ze denken dat ze doodgeschoten zullen worden als ze hun rechten uitoefenen.’ Een misverstand, volgens haar. Vandaar die mars: die moet aantonen dat zwarten dat wel degelijk kunnen.
Tony Petruso, een oud-luchtmachtmilitair, en eigenaar van een winkel in militaire parafernalia, meent dat de wereld veiliger is met meer wapens. Hij stuurde eens een brief aan de lokale overheid, waarin hij ageerde tegen de bordjes met ‘WAPENS VERBODEN’ bij scholen en in de metro.
Zulke bordjes zijn een vrijbrief voor de schurken, vindt Petruso. Die weten dan dat de mensen binnen hulpeloos zijn. ‘Wapenvrije zones zijn de gevaarlijkste plaatsen in Amerika.’ Zelf draagt Petruso een AR-15 (de burgerversie van het M16-machinegeweer). En voor de zekerheid nog extra magazijnen. En op de heup een Beretta 92-pistool.
Net als Petruso noemen de meeste deelnemers de aanslagen in Parijs als reden om wapens op straat toe te staan. ‘Europeanen worden onderdrukt door hun regering,’ vindt een van de wandelaars.
Bekende argumenten, maar ze geven de wandeltocht iets absurdistisch: in de moordhoofstad van de VS demonstreren zwaarbewapende, voornamelijk oudere, witte mannen, voor het recht van zwarte jonge mannen om óók wapens te kunnen dragen op straat. Met als argument de aanslagen van Islamitische Staat in Parijs.
In de Verenigde Staten vallen dagelijks gemiddeld ongeveer 90 doden door vuurwapens. Jaarlijks zijn het er 33.000 - veel meer dan bij oorlogen of door terrorisme. In de VS is er qua doden elke twee dagen een ‘Parijs’ of ‘Beiroet’. Er is bijna één wapen per inwoner.
Zoveel wapenbezitters kunnen natuurlijk niet allemaal gekken zijn. Verschillende vrienden van me hebben wapens in hun nachtkastje of in een kluis, tegen inbrekers. Ze gebruiken dat als inbraakalarm of als een vervanger van pepperspray (een goed wapen voor beginners, zo adviseerde een vriend, is de Taurus Judge , een revolver die hagelpatronen kan afvuren, zodat je geen geoefend schutter hoeft te zijn).
Zelfs de mars in Ferguson heeft een interne logica. Want hoewel de wet inderdaad voor iedereen gelijk zou moeten zijn, is die dat in praktijk niet. Tijdens de opstand in Ferguson werden zwarte demonstranten gearresteerd omdat ze stilstonden op de stoep, terwijl de (voornamelijk) witte Oath Keepers vrij konden rondlopen met machinegeweren.
Zowel de demonstranten in Ferguson als de Oath Keepers koesteren een wantrouwen richting de overheid, om weliswaar totaal verschillende redenen.
‘We zeggen tegen de zwarte bevolking van Ferguson: we staan naast je, schouder aan schouder,’ zegt Andrews. Maar op één activist na, een burgerjournalist die de optocht filmde met zijn telefoon, zijn er vandaag geen activisten uit Ferguson die zich willen lenen als symbool voor de wapenliefhebbers. Zwarte inwoners zijn bang voor de overheid, bang om hun rechten uit te oefenen, denkt Andrews. Dat bewijst volgens hem alleen maar het nut van hun optocht.
Dat de politie niet uitrukt voor bewapende witte mannen, blijkt ook vandaag weer. Bij het politiebureau is geen agent te bekennen. Zelfs geen bewaker. Een confrontatie blijft dus uit. ‘Zie je,’ zegt Paul Berry III. ‘We zijn naar het politiebureau gelopen en we leven nog steeds!’
De burgerjournalist wijst op het geweer van Berry: de enige zwarte man met een wapen heeft geen magazijn in zijn geweer. De andere mannen wel. ‘Berry weet wel beter.’