Dit stadje in de VS heeft nog altijd koppijn van de atoombom

Arjen van Veelen
Correspondent Natuur

Na de Tweede Wereldoorlog sprong men in de Verenigde Staten met nucleair afval nogal losjes om. Het gevolg: een berg radioactief restafval vlak bij het stadje Bridgeton, nabij St. Louis. Ik sprak er de inwoners en ontdekte dat ze vooral koppijn van de overheid kregen.

Vlak na de Tweede Wereldoorlog leken Amerikanen niet zo bang voor nucleaire straling. In de jaren vijftig en zestig waren de atoomtesten in Nevada, in de woestijn niet ver van Las Vegas, zelfs een toeristische trekpleister. Veiligheidsbrilletje op tegen de flits, dat wel, en dan genieten van de paddenstoelenwolk. Het leger pronkte met vrijwilligers die live vanaf ground zero naar een ontploffing in de lucht keken, zoals te zien in dit propagandafilmpje. Het aftellen begint vanaf ongeveer 50 seconden. Daarna de knal en de bewonderende woorden van de commentator. ‘Dit ding ontplofte met een witte flits... Het was gewoon prachtig!’ Net een vuurwerkshow.

Youtube plaatst cookies bij het bekijken van deze video Bekijk video op Youtube
Vrijwilligers kijken naar de ontploffing van een kernraket (1957)

Ook met het nucleair afval sprong men zacht gezegd nogal losjes om. In St. Louis, Missouri stond een chemische fabriek die materiaal leverde voor onder meer de bommen die op Hirosjima en Nagasaki werden geworpen. Tot in de jaren zestig werden er uranium en thorium verwerkt. In de jaren er na, tot in de jaren zeventig, werd het afval illegaal gedumpt op een afvalberg in Bridgeton, Missouri, een voorstadje van St. Louis. In het geniep, onder het mom van nationale veligheid. Gele aarde, met radioactief uranium en thorium, vrachtwagenlading na vrachtwagenlading. De chauffeurs wisten niet wat ze vervoerden.

Pas halverwege de jaren zeventig kwam naar buiten welk kunstje de overheid en de chemische bedrijven hadden geflikt. De berg ligt er tot op de dag van vandaag.

Een berg des doods

Laatst maakte ik in de avondschemering een wandeling langs de berg, de West Lake Landfill geheten. Atoomtoerisme in de eigen achtertuin. Het gebied rond de berg is inmiddels druk bewoond, in de omgeving vind je een McDonald’s, kerken en woonwijken. Op de hekken rondom zie je waarschuwingen (‘Caution - Radiation Area’). Verder merk je er weinig bijzonders. Behalve dan een merkwaardige stank, de geur van aangebrande boerenkool.

De stank komt van een andere vuilstort, direct naast de nucleaire berg. In die tweede berg, met ‘gewoon’ afval, woedt al jaren een vuur. Geen echt vuur, maar een soort ondergronds smeulen, ongeveer zoals onder in een composthoop. Vandaar de stank.

Eveneens niet direct gevaarlijk, zeggen deskundigen, zolang het vuur maar niet in aanraking komt met het nucleaire afval. Dan zouden er namelijk giftige dampen kunnen vrijkomen. Dus wordt het vuur goed gemonitord. En zijn er een soort damwanden aangebracht.

Maar misschien kun je je inbeelden dat de inwoners van Bridgeton er niet gerust op zijn. Velen denken zelfs dat ze kanker hebben gekregen door de berg. Dat is niet bewezen - volgens overheidsrapporten lopen omwonenden - maar het staat vast dat de berg voor hoofdbrekens zorgt.

De milieudienst die over de berg gaat, de Environmental Protection Agency (EPA), kwam in 2008, na jaren gesoebat, met het voorstel om een soort kap over de berg te storten van rotsen en aarde. Om voorgoed van het probleem verlost te zijn. Het zou ook veiliger zijn dan afgraven, want dan komen er stofdeeltjes vrij. Maar de omwonenden willen het liefst dat de berg des doods helemaal verdwijnt.

‘St. Louis, still glowing strong’

Al in de jaren tachtig werd er tegen deze afvalstort geprotesteerd. En tegen andere dumpplekken in de regio. Pas recent kwamen de protesten in een stroomversnelling. Dat komt deels door de virale kracht van een Facebookpagina die onderhouden wordt door twee inwoners uit Bridgeton: Dawn Chapman en Karen Nickel. ‘Just Moms STL’, doopten ze de club waarmee ze actievoeren. Want ze zijn ‘gewoon moeders’. Een van hun slogans: ‘Kinderen zouden moeten groeien, niet gloeien.’ Hun ‘West lake Landfill’ telt ruim 18.000 leden. Dat is anderhalf keer zoveel als het aantal inwoners van Bridgeton (12.000).

De ‘moeders’ en hun vrijwilligers zamelen geld in voor meetapparatuur. Ze inventariseren kankergevallen in de regio. Ze demonstreren en lobbyen. En elke maand organiseren ze een informatiebijeenkomst voor inwoners - ze doen eigenlijk alles wat de verantwoordelijke instanties in hun ogen nalieten.

Deze maand bezocht ik zo’n avond, in een kerkgebouw niet ver van de berg. In de hal liggen flyers over hoe je je voorbereidt op een ramp. Binnen veel ‘lotgenoten’. Zoals vrijwilliger en activist Christen Commuso. Ze heeft schildklierkanker. Ook is haar galblaas verwijderd, net als haar baarmoeder en een bijnier. Ze is slachtoffer van de berg, denkt ze. ‘Straks zijn er geen lichaamsdelen meer over om te verwijderen.’

Ze vertelt dat ze een Facebook-pagina onderhoudt, (geïnspireerd op de beroemde ‘Humans of New York’-pagina), met foto’s en korte verhalen van andere slachtoffers.

Ze laat een T-Shirt zien met de tekst ‘St. Louis, still glowing strong since World War II’. Humor houdt haar op de been, zegt ze, net als haar geloof.

Binnen zit de kerkzaal vol met enige honderden inwoners, waaronder verschillende mensen in rolstoel en een kind met een kaal hoofd dat speelt op de grond. Eerst gaat een dominee voor in gebed, daarna nemen ‘de moeders’ Karen en Dawn het woord. Vandaag is een goede dag: na jaren lobbyen hebben senatoren van Missouri, van zowel rechts als links, een wetsvoorstel ingediend om het beheer van de berg over te dragen aan het Army Corps of Engineers. Die overheidsdienst heeft veel andere verontreinigde plekken gesaneerd. Niet met een kap, maar door de plekken te verwijderen.

‘Deze gemeenschap is emotioneel en fysiek misbruikt,’ zegt Dawn met een snik in haar stem. ‘Maar vandaag geeft ons hoop.’ De zaal staat op, applaudiseert.

‘We zijn ‘gewoon moeders’, onze doelen in het leven waren altijd moeder zijn, onze kinderen beschermen,’ zegt Karen, eveneens met vochtige ogen. ‘De strijd is nog niet gestreden.’

Er zijn bloemen voor een activist van begin tachtig die al in de jaren negentig protesteerde tegen de berg. De ‘moeders’ tonen dia’s met diagrammen van de verontreiniging, want de strijd gaat door. Daarna beantwoordt een lokale brandweerman, zelf ook betrokken bij de strijd, vragen over eventuele nucleaire rampen. Ook hij noemt zich ‘gewoon maar een brandweerman’, maar hij moet ingewikkelde vragen beantwoorden: wat als een tornado de berg raakt, wat als de Missouri-rivier overstroomt, wat als er een aardbeving is.

Een inwoner vraagt of de straling het DNA verandert. Ja, klinkt het, ‘als je eenmaal bent blootgesteld, blijf je blootgesteld, het is niet als de griep, we kunnen naar Canada verhuizen, maar we nemen West Lake met ons mee.’

Twee uur duurt de bijeenkomst. De sfeer is opgetogen door het nieuws, maar tegelijk verdrietig. Zoals Christen zegt: ‘Zoveel mensen zijn al ziek geworden en gestorven.’

Experts en instanties spreken elkaar tegen

Je zou zeggen: meet gewoon wat er in de grond zit. Of in de lucht, het grondwater. Dat is ook wel gebeurd. Volgens de instanties is de berg alleen ongezond als je erin gaat wroeten. Vergelijk het met asbest in een gebouw: geen direct gevaar, zolang je er niet in gaat zagen.

Het is ontzettend lastig om kankergevallen te herleiden tot de berg. Al was het maar omdat kanker krijgen zo ontzettend is: het is de doodsoorzaak nummer één. Een recente studie gaat er bijvoorbeeld van uit dat Britten kanker zal krijgen gedurende zijn of haar leven. Dat komt vooral omdat andere ziekten, zoals hart- en vaatziekten, zijn teruggedrongen. Mensen leven langer. En grof gezegd: je moet ergens aan dood.

In en rond Bridgeton kijgen mensen vaker kanker dan gemiddeld, dat staat vast. Maar onderzoekers verklaarden dat vermeende ‘cluster’ met sociaal-economische factoren. Ongezondere levensstijl. Of gebrek aan toegang tot gezondheidszorg.

Hoe moeilijk te bewijzen is dat je ziek bent van de atoombom, blijkt ook aan de andere kant van de Mississippi, in Venice, Illinois. Ook hier stond een fabriek waar met gevaarlijk radioactief materiaal werd gewerkt. Het is een van de andere plekken in de regio St. Louis waar inwoners denken dat ze ziek zijn door de atoombomproductie.

Ik ging er langs bij de voormalige fabrieksarbeider Larry Burgan. Hij lijdt aan artritis en heeft een huidziekte. Hij denkt dat het komt omdat hij in een fabriek werkte waar - voor zijn tijd - uranium was verwerkt. Hij richtte het ‘Committee of Concerned Citizens’ op, samen met omwonenden van de fabriek.

Al meer dan tien jaar probeert hij zijn zaak te bewijzen. In zijn trailer toonde hij zijn uitgebreide documentatie. En de brieven die hij schreef aan president Obama. Tot dusver vergeefs.

Ten oosten van Bridgeton ligt weer een andere dumpplek van kernafval. Ook hier, rond het riviertje Coldwater Creek in het noorden van St. Louis, zijn inwoners bang dat ze kanker krijgen van het gifriviertje. De staat deed tussen 1996-2004. Wat bleek: ja, inderdaad is hier zorgwekkend veel kanker. Maar nee, er was geen verband met straling. Wel met levensstijl.

Conclusie: lokale instanties moeten gezonder leven promoten. Minder cola, minder sigaretten, meer sporten.

‘Kanker is je eigen schuld’ - leg dat maar eens uit aan de inwoners. Hoe zou jij je voelen als je naast een stortplaats woont waar in het geniep radioactief afval illegaal is gedumpt? Naast een berg die stinkt omdat er een vuur smeult?

En: waarom zouden burgers experts vertrouwen die eerder tegen hen hebben gelogen?

De VS lijkt een land dat geobsedeerd is met veiligheid. Je kunt je vloer niet dweilen zonder er een waarschuwingsbord naast te zetten. Op straat struikel je over de bordjes ‘pas op dit, pas op dat’. Tegelijk is het een land waar zowel de overheid als de bedrijven aanvankelijk glashard durfden te beweren dat het afval dat ze dumpten

En dat er zo grootschalig gedumpt was, werd pas in de jaren zeventig bij het brede publiek bekend. Daarna werd er decennia gesteggeld over de beste manier om de berg op te schonen: een kap erover of afgraven. Intussen ligt die berg er nog. Zonder kap. Wat niet helpt is dat die experts en instanties bijvoorbeeld over de plekken waar radioactief materiaal is aangetroffen.

Er bestaan mythen over de berg, bijvoorbeeld dat het drinkwater in St. Louis gevaarlijk radioactief is. Maar ook fabels kunnen ongezond zijn. Je kunt letterlijk ziek worden omdat je dénkt dat iets schadelijk is (wie allergisch is voor rozen kan een reactie ontwikkelen bij het zien van een plastic roos). Er bestaat zoiets als , een soort omgekeerd placebo-effect.

De overheid heeft de angsten eerder gevoed dan weggenomen. Dat is de erfenis van de atoombom in dit stadje: een vertrouwensbreuk.

De noodtoestand

Afgelopen zomer was er een nieuw overheidsrapport dat stelde dat het vuur in de afvalberg in Bridgeton naar het besmette deel kroop. Binnen een half jaar zou het vuur er kunnen zijn. Dat nieuws werd later weer afgezwakt - maar de paniek was al geboren.

Ook lekte er dit najaar een rampenplan uit, een evacuatiedraaiboek voor het geval het vuur die andere berg zou bereiken. Bedoeld om zorgen weg te nemen, maar eveneens olie op het vuur. Want waarom zou er een rampenplan klaarliggen als er niets te vrezen valt?

Voor ‘Just Moms’ was het aanleiding een petitie te starten: de gouverneur moest de noodtoestand uitroepen. Tienduizend omwonenden zetten hun handtekening.

Tegenover die spontane burgerbeweging staat een actiewebsite met de ‘Coalition to keep us safe’ - maar die is gesponsord door het bedrijf achter de afvalberg.

De laatste keer dat de noodtoestand echt werd uitgeroepen? Toen er rellen waren in Ferguson, het andere voorstadje van St. Louis. Die rellen begonnen door een incident, maar legden een dieperliggende probleem bloot: misbruik door de lokale overheid van eigen burgers. Bridgeton is een overwegend wit stadje, Ferguson overwegend zwart, maar in beide plaatsen smeult dezelfde argwaan: dat de overheid niet het beste met je voor heeft.

Dat gevoel bleek in het verleden vaak gerechtvaardigd. Kanker krijg je daar niet per se van, maar koppijn op zijn minst.

Meer lezen over St. Louis?