Op deze school in Denemarken wordt geleerd door te LARP’en
Op de Østerskov Efterskole in Denemarken wordt lesgegeven door middel van rollenspellen. Met goede resultaten, juist bij ‘probleemleerlingen’. Terwijl 40 procent van de leerlingen leerproblemen heeft, doet de school niet onder voor reguliere scholen.
Zondagavond en het is een drukte van jewelste op Østerskov Efterskole. In de ene gang wordt een groepje groene monsters opgejaagd door iemand met een vervaarlijk uitziend geweer. Even verderop wordt een yeti-achtige door een groep serieus kijkende kinderen naar een aparte kamer geëscorteerd.
Voor Lukas, de vijftienjarige leerling die mij rondleidt, is dit business as usual. Achter vrijwel elke deur die hij voor me opent gaat een nieuwe verrassing schuil. In de eerste kamer wordt een Magic-kaartspel gespeeld, in de volgende zit een hele groep in het donker achter laptops gekluisterd voor een Fall Out-toernooi, in weer een andere kamer zit een aantal leerlingen in middeleeuwse kleding te smoezelen.
Østerskov Efterskole is de eerste LARP-school ter wereld. Op de school, waar de jongens verreweg in de meerderheid zijn, worden alle lessen gegeven in de vorm van live action role-playing, oftewel: rollenspellen. Efterskoles zijn een typisch Deens fenomeen. Zo’n 20 procent van alle Deense leerlingen bezoekt er een tijdens de laatste jaren van de middelbare school. Bijzonder aan deze kostscholen is dat er, naast het gewone curriculum, aandacht is voor een specifieke hobby. Zo zijn er efterskoles voor voetbal of dans, maar ook voor wiskunde, grafisch ontwerp, muziek en de maritieme wereld. En voor LARP’en dus.
Het idee achter de Efterskoles is dat kinderen leren op eigen benen te staan terwijl ze zich helemaal op hun hobby kunnen storten. En hoewel de Deense LARP-school er niet speciaal op is ingericht, blijkt leren door middel van rollenspellen een positief effect te hebben op leerlingen met leerproblemen. Ondanks het feit dat zo’n 40 procent van de leerlingen een of andere diagnose heeft, presteert de school even goed als normale scholen.
Een doorsnee-ochtend op een LARP-school
Maandagmorgen. Om tien over zeven verschijnen de eerste slaperige koppen op de gangen van de school. Niet lang daarna benen twee leerkrachten langs om de presentie op te nemen. Een kwartier later worden de leerlingen op het schoolplein verwacht voor de ochtendgymnastiek, deze morgen verschillende varianten van tikkertje. De docenten doen even fanatiek mee als de leerlingen.
In de eetzaal zitten docenten Jeppe Steensen (33) en Jakob Holm (40) ondertussen een kop laffe koffie te drinken. Steensen is een van de weinige docenten op de school die de lerarenopleiding heeft gedaan. Het overgrote deel van de leraren heeft een academische achtergrond en heeft later een zij-instromingstraject gedaan. Zoals Jakob Holm, die een master in speltheorie volgde.
Steensen merkte tijdens zijn opleiding dat het Deense schoolsysteem verouderd is. Na zijn afstuderen ging hij op zoek naar een vernieuwende vorm van onderwijs. ‘Deze school heeft eigenlijk geen grenzen. Bijna alles kan, en dat werkt heel motiverend voor leerlingen.’ Volgens Holm zit daarin de kern van het succes van Østerskov. ‘Door een veilige en stimulerende omgeving te creëren met een spel, raken leerlingen die het op andere scholen moeilijk hebben weer gemotiveerd om te leren.’
Elke week een nieuw thema
Na het ontbijt verzamelen alle leerlingen zich in de grote Freja-zaal. Hier wordt elke maandagmorgen het spel van de week geïntroduceerd en uitgelegd. Kriskras door de zaal heen zitten, liggen en hangen leerlingen, zeker de helft heeft zijn laptop voor zich. Toch lijkt iedereen op te letten als het thema van deze week bekend wordt gemaakt: de Olympische Spelen.
Het spel is deze week een beetje atypisch, vertelt docent Jeppe Steensen. ‘Normaal gesproken zijn alle lessen onderdeel van een spel, maar het thema brengt deze week met zich mee dat in elke les een ander spel centraal staat.’ Na een korte openingsceremonie, waarin de leerlingen worden verdeeld over zes landenteams - Denemarken, Zweden en Noorwegen en sportgrootmachten Rusland, China en de VS - kan de schoolweek beginnen.
Oliver (17), Karl-Emil (15) en Nicolaj (15), de laatste met de resten schmink van gisteravond nog in zijn nek, vertegenwoordigen Rusland. En dat mag de rest van de klas weten. Met dik aangezette Russische accenten verkondigen ze hun liefde voor ‘mother russia’ en spreken ze elkaar en de anderen aan met kameraad, wat de Amerikanen een tafel verder niet erg waarderen. Het oplaaiende brandje is echter snel geblust als de opdracht voor de komende uren wordt verstrekt.
Het is opvallend hoe vrij de leerlingen worden gelaten. Door het hele gebouw heen zitten groepjes achter laptops de opdracht te maken
De landenteams krijgen een uur de tijd om in een PowerPoint-presentatie hun landen op verschillende niveaus te vergelijken met de aartsrivalen. De Russen beginnen met een vergelijking van hun presidenten. ‘Poetin is zoveel stoerder dan Obama!’ schamperen ze. Het is opvallend hoe vrij de leerlingen worden gelaten. Door het hele gebouw heen zitten groepjes achter laptops de opdracht te maken. Lang niet iedereen gaat evenveel op in zijn rol als Oliver, Karl-Emil en Nicolaj. Maar dat hoeft ook niet, iedereen is vrij om zijn rol naar eigen inzicht in te vullen.
Het Deense ministerie van Onderwijs stelt voor leerlingen tussen de 14 en de 18 jaar een vast curriculum op waar scholen hun eigen invulling aan kunnen geven. Elke week bedenkt een andere docent een spel waarin een aantal onderdelen van het curriculum worden behandeld. Tijdens de Olympische Spelen is er extra aandacht voor het menselijk lichaam en sport. Het spel van de week daarop, waarin het Wilde Westen centraal staat, biedt ruimte voor natuurkundige concepten en wiskundige berekeningen. In dit spel werken de leerlingen aan een groot spoorwegproject, waarbij ze bruggen moeten bouwen en een dienstregeling opzetten.
Bij het woordendarttoernooi, waarbij landen punten verdienen door tijdens een dictee met een dartpijltje het juiste vakje te raken, is het inmiddels tijd voor de medaille-uitreiking. De Noren hebben de grootste schare fans meegenomen - dat is aan het andere eind van de gang al te horen. Maar het zijn de Russen die met de eer strijken. Nicolaj kan zijn geluk niet op en laat het oude Sovietvolkslied hard door de gangen schallen.
De eerste spelschool ter wereld
Directeur Mads Lunau (52) komt af en toe even kijken in de lessen. Iedereen die hij tegenkomt, knikt hij met zijn zachtaardige glimlach toe. Lunau omschrijft zichzelf als volbloed nerd, al zijn hele leven is hij fanatiek LARP’er en speler van bordspelletjes. Østerskov Efterskole is zijn levenswerk. Tijdens zijn studie aan de universiteit van Århus organiseerde hij begin jaren tachtig regelmatig toernooien en beurzen.
‘Het viel me op hoeveel moeite en tijd de spelers investeerden in deze spellen,’ vertelt hij. ‘Ze deden uitgebreid research naar de achtergronden, maakten attributen en namen de tijd om vaak ingewikkelde spelregels te doorgronden. Ik merkte dat de spellen vooral jongeren aanspraken en hen motiveerden om zich te verdiepen in onderwerpen die ze normaal helemaal niet interessant zouden vinden.’
‘Daar moeten we meer mee kunnen,’ dacht Lunau. In 1985 richtte hij met een compagnon een bedrijfje op gespecialiseerd in het ontwerpen van educatieve spellen. Jarenlang waren ze bezig met de ontwikkeling van het idee om een heuse school te beginnen op basis van educatieve LARP’s. In 2006 startten ze met de zegen van het Deense ministerie van Onderwijs Østerskov Efterskole, de eerste school ter wereld waar uitsluitend spelend les wordt gegeven.
Mikkel, Emil en Søren, alle drie zestien jaar oud, zijn druk met het schoonmaken van hun kamer, onderdeel van de wekelijkse corveetaken. Emil is net aan het uitleggen hoe de extra begeleiding eruitziet en wat hij daaraan heeft als er gejoel op de gang ontstaat. Mikkel sprint naar de gang en brult: ‘Confrontatie, confrontatie!’, ondertussen Søren wegduwend om bij zijn schuimrubberen zwaard te komen. Op de gang gaat hij de strijd aan.
Emil vertelt intussen onverstoorbaar door over de strakke dagplanning die hij en zijn kamergenoten hebben, en dat ze te allen tijden beroep kunnen doen op een van de onderwijsassistenten als ze iets moeilijk vinden. Wat er op de gang aan de hand is, weet hij ook niet. ‘Ik doe niet mee aan dit spel. Ik heb niet zulke mooie wapens, anders had ik wel meegedaan.’ Søren zit inmiddels aan zijn computer gekluisterd, de laatste aflevering van zijn favoriet animeserie is net uit.
Bewezen succes, ondanks de vele leerproblemen
De drie jongens behoren tot de kleine groep leerlingen die extra veel aandacht krijgt. Ze kampen met autisme, waardoor ze maar moeilijk meekwamen in het normale schoolsysteem. Je merkt het niet direct als je rondloopt op Østerskov, maar ruim 40 procent van de leerlingen heeft een leerprobleem dat varieert van ADHD tot hoogbegaafdheid en van concentratieproblemen tot zware vormen van autisme.
‘Dat verbaasde ons ook,’ zegt directeur Lunau. ‘Toen we de school opzetten hebben we ons niet speciaal op deze groep gericht, maar de verhoudingen liggen al sinds jaar één op dit niveau. We hebben ons daaraan aan moeten passen, op organisatorisch vlak, niet op het educatieve vlak. Het leren in spelvorm bleek al vanaf het begin een schot in de roos voor leerlingen met leerproblemen. Maar we hebben wel een aantal extra mensen in dienst genomen die de meest behoevende gevallen begeleiden.’
Onderwijskundige Lisa Gjedde van de Universiteit van Aalborg deed jarenlang onderzoek naar de leermethodes op Østerskov Efterskole. Het succes van Østerskov ligt volgens professor Gjedde voor het grootste deel in het creëren van een omgeving waarin iedereen zich veilig voelt. Zij kwam erachter dat de school even goed scoort als gewone scholen, ondanks het feit dat 40 procent van de leerlingen leerproblemen heeft. Op reguliere Deense scholen ligt dat percentage op 5,5 procent. ‘Het geheim van leren in een spelomgeving is dat leerlingen fouten kunnen maken zonder dat ze die op zichzelf hoeven te betrekken, het is de rol die de fout maakt. Ook niveauverschillen tussen leerlingen vallen minder op omdat in het spel iedereen een bijdrage kan leveren op zijn of haar niveau.’
Ook andere scholen zijn enthousiast
Dit schooljaar experimenteerde Gjedde met een aantal op spellen gebaseerde lesmethodes op gewone scholen. De resultaten vielen haar niet tegen. ‘Zowel leraren als leerlingen waren enthousiast. Natuurlijk hoeven niet alle scholen te worden als Østerkov, maar er zijn elementen in de veilige omgeving van een spel die op elke school toepasbaar zijn. Ook in Nederland, waarom niet?’
Na het avondmaal stormt een grote groep leerlingen de verkleedkelder in. Het lijkt erop dat elk vrije uurtje hier besteed wordt aan spelen. Vanavond staat er een groot post-apocalyptisch spel op het programma, meer dan de helft van de leerlingen doet eraan mee. Ze komen met gescheurde broeken en schapenvachten om de trap weer op. IJzeren kettingen ratelen overal. Een hele vleugel van het gebouw wordt afgezet met grote zwarte doeken. In de eetzaal blijft een groep achter voor een gametoernooi.
In een donker hoekje tegenover zijn kamer zit Emil in zijn eentje achter zijn laptop. Hij is bijna niet aanspreekbaar, zo diep zit hij in zijn spelletje. ‘Af en toe heb ik wat tijd voor mezelf nodig,’ zegt hij. En ja, hij heeft een goede dag gehad. ‘Ik hoop eigenlijk dat ik volgend jaar nog mag blijven.’ Gewoon een extra jaar op school omdat het er zo fijn is.