Thuis ben je waar je geliefde je niet hoeft te volgen
Mijn vriend George Prochnik schreef een boek over de romancier Stefan Zweig, The Impossible Exile.
‘It’s clear that Stefan Zweig’s suicide had been all but inevitable for a long time. And to me, the truly harrowing aspect of the event is not his death, but the fact that he created a situation where his young wife, whom he did deeply love, felt no choice but to accompany him,’ schrijft George.
Niet Zweigs dood is aangrijpend, maar het feit dat zijn jongere vrouw, die ooit zijn secretaresse was, zich gedwongen zag Zweig te volgen.
Zweig, tijdens zijn leven een van de succesvolste schrijvers ter wereld, verdroeg het ballingschap niet. Of althans: minder goed dan andere exilschrijvers. In Brazilië, waar zijn leven en zijn exil eindigden, schrijft hij dat hij zich nog Europeser voelde dan ooit tevoren.
En dat terwijl hij zich al zo Europees voelde in Europa, noteert George droogjes.
Een paar jaar lang was ik op Thanksgiving niet in New York, maar dit jaar kon ik het feest eindelijk weer vieren. Traditiegetrouw ga ik naar George en zijn vrouw Rebecca en traditiegetrouw zorg ik voor het dessert. Ik bak het niet zelf, ik koop het.
Dat is misschien flauw, maar het wordt toch op prijs gesteld.
Mijn geliefde verklaarde nog even hoe ze aan haar blauwe oog kwam. Ik had haar niet geslagen. Misschien moest het toch maar even worden gezegd
Hoewel George niet meer met Zweig bezig is, moet ik altijd aan Zweig denken als ik aan de lange tafel zit en de kalkoen gesneden en uitgeserveerd wordt. Mijn vorige geliefde was een groot liefhebber van het werk van Zweig, en dan vooral van de novelle Brief einer Unbekannten, het verslag van een onbeantwoorde liefde die eindigt met de dood.
Mijn huidige geliefde, die dit jaar in New York was rond Thanksgiving, heeft nog niets van Zweig gelezen, maar met haar eruditie is verder niets mis. Ze had prachtige schoenen aangetrokken en ze droeg een van de twee taarten die ik altijd meebreng als ik bij George voor Thanksgiving word uitgenodigd. Ze maakte zich zorgen dat ze ‘overdressed’ was, maar ik zei dat New Yorkers tolerant zijn, zeker op Thanksgiving.
Het gezelschap was gemêleerd: schrijvers, de eigenaar van een klein mediabedrijf, moeders, kinderen. En hoewel Zweig niet of nauwelijks ter sprake kwam, moest ik toch weer aan hem denken.
Volgens sommige mensen met smaak is Zweig een b-schrijver. Geheel ongelijk hebben ze daar niet in. In allerlei opzichten is hij niet radicaal genoeg, maar tegelijkertijd geloof ik dat het beste werk van de b-schrijver ook onsterfelijkheid verdient.
Rond negen uur waren de kinderen verdwenen. Om half tien spraken we nog even over Oostenrijk, het geboorteland van Zweig, het geboorteland van veel belangrijke mensen.
Om tien uur gingen we naar huis. Mijn geliefde verklaarde nog even hoe ze aan haar blauwe oog kwam. Ik had haar niet geslagen. Misschien moest het toch maar even worden gezegd. Misverstanden kunnen het best preventief worden voorkomen.
De Uberchauffeur die ons naar huis bracht was een Chinees. Mijn geliefde spreekt een beetje Chinees, maar ik dacht nog aan Zweig.
Thuis ben je waar je je geliefde niet dwingt je te volgen.