Waarom duurzaamheid de echte realpolitik van deze tijd is
Detectiepoortjes op Thalys-perrons in Parijs, Lille, Keulen, Brussel en Amsterdam. Meer agenten en marechaussee in internationale treinen. Strengere paspoortcontroles in heel Europa. Massasurveillance op niet eerder vertoonde schaal. Verregaande verruiming van de bevoegdheden van de veiligheidsdiensten. Een semi-permanente noodtoestand met 115.000 militairen in de straten van liberté, egalité en fraternité. Zware bombardementen op de instabielste regio ter wereld, met bijbehorende angst- en haatzaaiende oorlogsretoriek. Een premier die vluchtelingen vergelijkt met barbaren verantwoordelijk voor de val van het Romeinse Rijk.
George Orwell was, naar nu blijkt, een verdomd optimistisch figuur.
Waarom het gezonde verstand de verliezer is
De respons van onze Europese politieke leiders op de aanslagen in Parijs begint langzaamaan angstwekkender te worden dan de terreurdaden zelf. Zonder pardon worden oorlogen verklaard, bommen geworpen, grondwetten opgeschort, afluisterapparaten uitgebreid, grondrechten geschonden, fundamenten van de rechtsstaat bij het grofvuil gezet, bevolkingen angst aangejaagd.
Het lijkt wel een circulaire economie van machtsuitbreiding: terwijl aan de ene kant drones nieuwe generaties haatdragende jihadisten helpen rekruteren, timmert men aan de andere kant de grenzen, stations en openbare ruimten dicht. De grote winnaars: het militair-industriële complex, de surveillancestaat en de onderbuik. De grote verliezers: onze grondrechten, onze kernwaarden en het gezonde verstand.
Terwijl aan de ene kant drones nieuwe generaties haatdragende jihadisten helpen recruteren, timmert men aan de andere kant de grenzen, stations en openbare ruimten dicht
Want dat gezonde verstand leert: meer controle en massale surveillance helpen niet in de bestrijding van terrorisme. De Verenigde Staten hebben afgelopen zondag nota bene, na veertien jaar de halve wereld te hebben bespioneerd, de stekker uit het sleepnet van de beruchte NSA getrokken. Want: ongrondwettelijk en volstrekt ineffectief.
Bovendien kan iedere veiligheidsmaatregel die na een aanslag wordt getroffen bij de volgende poging doodeenvoudig worden omzeild. Het verbod op vloeistoffen in vliegtuigen weerhield niemand ervan een vlucht uit Egypte op te blazen. De extra controle op busstations, treinperrons en metrohaltes voorkwam geen aanslag op twee Parijse restaurants en een theater. En geen honderd poortjes voor de Thalys voorkomen een aanslag op de trein van Enschede naar Apeldoorn.
Vier redenen waarom IS het meeste te vrezen heeft van duurzaamheid
Een aardige test voor de houdbaarheid van politiek beleid is doorgaans hoeveel oplossing ervoor nodig is voordat de oplossing zélf het probleem begint te worden. Je hoeft geen raketgeleerde te zijn om te zien dat het inwisselen van onze bewegingsvrijheid, privacy en onschuldpresumptie voor een beetje meer schijnveiligheid belabberd scoort op deze duurzaamheidstest.
En dat terwijl de duurzame oplossing wel degelijk voorhanden is: duurzaamheid zelf.
Natuurlijk, een paar zonnepanelen op ons dak vrijwaren ons heus niet van de ene op de andere dag van IS & co. Maar, wie ook maar een millimeter verder kijkt dan de 24-uurs-wurggreep waarin onze nieuwsvoorziening én politiek zijn beland, kan niet anders dan concluderen dat er geen effectievere manier bestaat om terrorisme de kop in te drukken dan een economie op zon, wind en biogas. En wel om vier redenen.
Ten eerste: terroristische groeperingen als Islamitische Staat zijn financieel bijna volledig afhankelijk van oliegeld. Volgens Amerikaanse inlichtingendiensten heeft IS zijn status als een van de rijkste terroristische groeperingen ter wereld voor het overgrote deel te danken aan de handel in olie. Nu al heeft de groepering zo’n 60 procent van de olieproductie van Syrië in handen. Hoe harder de vraag naar olie daalt, hoe harder groepen als IS worden geraakt waar het - ja, ook voor terroristen - het meeste pijn doet: in de portemonnee.
Ten tweede: terroristische groeperingen gedijen nergens beter dan in en rondom oliedictaturen. Het is geen toeval dat landen als Saoedi-Arabië, Irak en Iran niet alleen tot de grootste exporteurs van olie, maar ook tot de grootste exporteurs van terroristen behoren. De olie verschaft hun de macht en de middelen om terrorisme te financieren en te verspreiden. Hoe duurzamer onze economie, hoe zwakker de tirannieën waarin IS groeit en bloeit.
Ten derde: de olie dwingt ons naar het Midden-Oosten. Je kunt het ‘linkse zelfkastijding’ noemen, maar feit is: onze permanente militaire aanwezigheid in het Midden-Oosten is een van de belangrijkste redenen voor de haat jegens het Westen waar terroristische organisaties hun manschappen mee mobiliseren. En die aanwezigheid is heus niet uit nobelheid of mensenrechtenlievendheid: die is om strategische energiebelangen veilig te stellen. Hoe minder olie of gas onze economie verbrandt, hoe minder noodzaak er overblijft politieagentje te spelen in deze regio.
Ten vierde: klimaatverandering zelf wordt in toenemende mate gezien als een katalysator van sociale onrust en geweld. De wetenschap is er niet eenduidig over, maar niettemin zijn er wel steeds meer aanwijzingen dat er op z’n minst een correlatie is tussen klimaatverandering en groeiend extremisme in de wereld. En dat stellen niet alleen hippies van Greenpeace, maar ook het Amerikaanse defensieapparaat.
Duurzaamheid is zo bezien een mes dat aan meerdere kanten snijdt: niet alleen voorkom je er de opwarming van de aarde mee, je koelt er ook broeinesten van sociale onrust mee af.
Hoe politiek realisme en idealisme van betekenis hebben gewisseld
Goed beschouwd heeft duurzaamheid dus alles waar hardliners graag mee dwepen: het raakt de vijand rechtstreeks in de portemonnee; het maakt ons onafhankelijker van het buitenland; het draagt zelfs rechtstreeks bij aan de zo geliefde ‘politieke stabiliteit in de regio’.
Alleen, bizar genoeg betekenen politiek realisme en idealisme tegenwoordig in de verste verte niet meer wat een normaal mens eronder zou verstaan. Een volledig duurzame samenleving? Daar geloven alleen naïeve, tofu-etende, Tesla-rijdende utopisten in. Zero tolerance en maximum surveillance: dat is ‘realisme’.
Terwijl het precies andersom is. De hermetisch afgesloten, repressieve controlestaat die terroristen bombardeert tot ze opgeven of allemaal dood zijn, is veiligheidsdenken van het meest naïef-utopische soort. Zonnepanelen op daken en elektrische auto’s op de snelweg: dát is de echte realpolitik van deze tijd.