Oekraïne voor beginners: hoe de Tweede Wereldoorlog hier een wapen voor alle partijen werd
Wat is dat eigenlijk voor land, waarover we ons dit voorjaar in een referendum mogen uitspreken? Ik stel jullie de komende maanden voor aan Oekraïne en de Oekraïners. Om te beginnen: hoe de twintigste-eeuwse geschiedenis van dit land telkens opnieuw het heden beïnvloedt.
In de hal van het Museum van de Tweede Wereldoorlog in Kiev, verstopt onder het standbeeld ‘Moederland’ aan de oever van de Dnepr, is een kleine tentoonstelling ingericht over de oorlog in het oosten van het land.
Naast koffers, brieven en bezittingen van gesneuvelde soldaten van driekwart eeuw geleden hangen foto’s, doorboorde helmen en uniformen van mannen die het afgelopen jaar zijn omgekomen.
De opstand, militair gesteund door Rusland, heeft al minstens 8.000 doden gekost en anderhalf miljoen mensen op de vlucht doen slaan. Als Nederland op 6 april volgend jaar ‘voor’ of ‘tegen’ een associatieverdrag met Oekraïne zal stemmen zal het onherroepelijk ook over dit conflict gaan.
Maar om dit te begrijpen, zul je eerst iets van de geschiedenis moeten weten.
Hoe de geschiedenis doorwerkt in het heden
Neem bijvoorbeeld de Oekraïense hoofdstad Kiev. Die stad is ouder dan Moskou en het middeleeuwse ‘Kiev-Rus’ (882 - 1240) wordt beschouwd als de voorloper van Rusland.
De tiende-eeuwse Kievse vorst Vladimir kerstende de Slaven en wordt door Russen én Oekraïners gezien als aartsvader. Deze ‘Vader des Vaderlands’ liet zich dopen in een kerk op de Krim. Daarom noemde Poetin de Krim ‘heilige grond, vergelijkbaar met de Tempelberg in Jeruzalem.’ Hij rechtvaardigde er de annexatie in de zomer van 2014 mee.
Nu Oekraïne wegdrijft van Rusland, wordt in Moskou een standbeeld van Vladimir de Heilige opgericht, dat zijn bescheiden monument in Kiev in omvang verre moet overtreffen. Het laat zien hoe belangrijk Oekraïne voor Rusland is. En hoe hard de klap aankomt dat het land nu voor Europa lijkt te kiezen.
De ontstaansgeschiedenis van het land dat we nu Oekraïne noemen staat bol van dit soort historische paradoxen.
Eeuwenlang was Oekraïne gewoon onderdeel van het Russische tsarenrijk, maar het waren de communisten die het land in 1921 na drie jaar onafhankelijkheid promoveerden tot de ‘Oekraïense Socialistische Sovjetrepubliek’, een van de vijftien republieken die de Sovjet-Unie vormden. De ironie van de geschiedenis wil dus dat het communistische bewind Oekraïne eigenlijk zijn eerste ‘serieuze’ staatsvorm heeft gegeven.
De geschiedenis speelt ook in het conflict tussen Oekraïne, het Westen en Rusland een niet te onderschatten rol. Ze wordt namelijk constant als wapen gebruikt. Door alle partijen.
Waarom noemde Moskou de omwenteling in Kiev bijvoorbeeld een ‘staatsgreep van een fascistische junta’?
Hoe Rusland het frame ‘fascisme’ als wapen gebruikt
‘Op de Krim en in de pro-Russische oostelijke mijnenstreek bereiden Oekraïense neonazi’s en strafbataljons een genocide voor op de Russischtalige bevolking,’ toeterde de Russische staatstelevisie in 2014 dag in dag uit. Die dreigende taal miste haar effect niet, want dit ‘frame’ riep herinneringen op aan duistere episoden uit de geschiedenis van het land.
De honderdduizenden demonstranten op het Majdanplein in Kiev werden weggezet als ‘Bandérovtsy’. Geen compliment: zo worden de aanhangers van de extreemrechtse terrorist Stepan Bandera genoemd, die in 1941 met Hitler collaboreerde in de hoop op een onafhankelijke staat Oekraïne.
Als ik energiespecialist Michail Gontsjar in Kiev vraag hoe hij het vindt om door Moskou als ‘fascist’ betiteld te worden, begint hij over de Sovjettijd. ‘Mijn opa vocht in het Rode Leger tijdens de slag om Stalingrad in 1942 en ‘43. Dat was de hel op aarde. Nooit heeft hij erover kunnen praten. Snap je hoe beledigend het voor ons is om voor fascisten uitgemaakt te worden?’ Terwijl hij het zegt, krijgt hij tranen in de ogen.
De beschuldiging van fascisme komt niet uit de lucht vallen. Ook in de Sovjettijd werd ze geregeld van stal gehaald.
De Joodse fotograaf Matvej Weisberg, die in de winter van 2013 maandenlang bivakkeerde op het Majdanplein in Kiev, vertelt me hoe hij en zijn Oekraïense mederekruten al in 1978 bij aankomst voor hun militaire dienst in Siberië werden begroet met de zin: ‘Kijk, de Bandérovtsy zijn aangekomen!’
‘Het zijn de oude Sovjetclichés,’ zegt Weisberg. ‘Geloof me, de échte fascisten stonden tijdens de Majdanrevolutie aan de andere kant van de barricaden, aan de kant van president Janoekovitsj .’ En hoewel hij de extreemrechtse gemaskerde mannen van de Rechtse Sector destijds al met argwaan bekeek, zegt Weisberg: ‘Vijand nummer 1 is Poetin. Laat ons zelf maar afrekenen met onze eigen neonazi’s, die Stepan Bandera verheerlijken.’
De Amerikaanse historicus Timothy Snyder zei het zo in zijn meesterwerk Bloodlands: ‘Veel, veel meer mensen uit Oekraïne hebben tégen de Duitsers gevochten dan mét de Duitsers.’ Maar het Kremlin gebruikte het etiket ‘fascistisch’ om de eigen bevolking op te zetten tegen de ‘coup’. Het vormde de rechtvaardiging voor talloze Russische patriotten om in Oekraïne te gaan vechten tegen het ‘bruine gevaar.’
De Russen zijn gewend aan de dreiging van smerige fascisten
Russen zijn vertrouwd met dat simplistische goed-foutschema: op de Russische televisie zijn al decennialang Sovjetseries te zien over smerige fascisten die strijden tegen edelmoedige Russen. Daarom werkt dit predicaat in Rusland als een rode lap op een stier. Poetin had het nodig om de annexatie van de Krim en de opstand in Oost-Oekraïne te rechtvaardigen. In werkelijkheid gaat het conflict niet om het fascistische gevaar, maar om invloedssferen. Door het Associatieverdrag met de Europese Unie te tekenen, dreigt Kiev van Rusland weg te drijven en in de toekomst wie weet zelfs wel lid te worden van de NAVO, vreest Moskou. Dat is een gevoelige klap.
Waarom valt Rusland in dit conflict toch steeds terug op de erfenis van de Tweede Wereldoorlog?
Dat heeft alles te maken met Poetins ideologie van de ‘Roesski Mir’ (Russische wereld), zoals hij Ruslands invloedssfeer heeft gedoopt. In Oekraïne wonen 7 miljoen Russen (zo’n 17 procent van de bevolking ) en Rusland heeft gezworen hun rechten te beschermen. Voor Poetin zijn Russen en Oekraïners overigens nog steeds één volk en de Roesski Mir omvat in zijn ogen dus eigenlijk heel Oekraïne. De meeste Oekraïners zijn het daar niet mee eens: zij willen niet dat Poetin hun eer komt redden.
Die Roesski Mir heeft een ideaal nodig. Maar in een land dat in de twintigste eeuw zo getekend is door revolutie, oorlog en terreur als Rusland is het moeilijk historisch houvast te zoeken. De Grote Vaderlandse Oorlog, zoals de Russen de Tweede Wereldoorlog nog steeds noemen, is het enige positieve wapenfeit dat de Russen hebben: Jozef Stalin was de grote overwinnaar van nazi-Duitsland.
Eén probleem: diezelfde Stalin was natuurlijk de kwade genius achter de terreur tegen miljoenen landgenoten. Die twee rollen gaan moeilijk samen. Omdat Poetin Stalin-de-Triomfator nodig heeft voor het herboren Russische nationalisme, probeert hij de misdaden van Stalin langzaam uit de geschiedenis te filteren.
Hoe de Russische propaganda tot een Oekraïens tegenoffensief leidt
Voor de Oekraïners, daarentegen, is Stalin allereerst de dictator die 3 miljoen Oekraïense boeren liet verhongeren tijdens de hongersnood van 1932 en 1933, toen hij alle landbouwbedrijven in handen van de staat probeerde te brengen. Het is een gotspe, zeggen Oekraïners, dat onze onderdrukkers juist óns betichten van fascisme.
In het oorlogsmuseum in Kiev zag ik dat de expositie nog helemaal beantwoordt aan de regels van de communistische geschiedschrijving. Veel wapentuig, heldendom, partizanen en veldslagen, maar slechts beperkte en selectieve aandacht voor de uitroeiing van de Joden, die zich hier heeft afgespeeld.
Er zijn plannen om de inrichting van het oorlogsmuseum geheel op de schop te nemen. Dat gebeurt voorlopig niet: Oekraïne heeft er geen geld voor.
De Russische propaganda roept intussen een Oekraïens tegenoffensief op: hoe harder Moskou schreeuwt dat de terrorist Stepan Bandera een fascist was, hoe onschuldiger hij wordt in de ogen van de Oekraïners.
De nieuwe Oekraïense president Pjotr Porosjenko ondertekende dit voorjaar vier wetten die de geschiedenis betroffen. Zo gingen de archieven van de geheime dienst open, werd communistische en nazi-symboliek verboden en moet het land worden ontdaan van communistische standbeelden en stadsnamen. Het meest omstreden was de wet die veteranen van Bandera’s Organisatie van Oekraïense Nationalisten (OUN) en het Oekraïense Opstandelingenleger (UPA) de status gaf van ‘strijders voor de onafhankelijkheid van Oekraïne’.
Maar de OUN nam in 1941 deel aan anti-Joodse pogroms in West-Oekraïne. En de UPA voerde in 1943 een anti-Poolse etnische zuivering uit, die tienduizenden Polen het leven kostte. Nu was niet alleen Moskou boos, tientallen internationale historici waarschuwden ook dat onafhankelijk onderzoek in gevaar zou komen.
Oekraïne wil nu zélf haar geschiedenis schrijven
De wetten zijn opgesteld op het Instituut voor Nationale Herinnering aan de Lindenlaan in Kiev. Ik vraag de jonge directeur Volodymyr Viatrovytsj of zijn instituut de Russische versie van de geschiedenis niet gewoon vervangt door een Oekraïens propagandaverhaal. Nee, zegt hij. ‘Het is niet onze opdracht een nieuwe nationale mythe te creëren. Maar laat ons nu eindelijk eens onze eigen geschiedenis schrijven. Dit is een proces van dekolonisering.’
Volgens Viatrovytsj kan de samenleving niet tot rust komen zolang zij is omringd door totalitaire beelden uit het verleden. ‘Gelukkig leren onze kinderen nu dat Lenin een misdadiger was die de dood van miljoenen mensen op zijn geweten heeft. Maar het is schizofreen als diezelfde leerling dan over de Leninstraat langs een Leninstandbeeld naar school loopt.’
Er zijn in de Tweede Wereldoorlog geen legers geweest die géén oorlogsmisdaden hebben gepleegd. En die oorlogsmisdaden moet je onderzoeken
UPA en OUN waren in de ogen van Viatrovytsj typische nationale bevrijdingsbewegingen, zoals je die ook hebt in Ierland en Israël. ‘Natuurlijk hebben zij oorlogsmisdaden op hun geweten, maar dat geldt ook voor het Rode Leger. Er zijn in de Tweede Wereldoorlog geen legers geweest die géén oorlogsmisdaden hebben gepleegd. En die oorlogsmisdaden moet je onderzoeken. Daarom stellen we de archieven ook open.’
De bekritiseerde wet maakt van de UPA-partizanen geen helden, zegt de directeur. Ze stelt slechts vast wat hun historische rol is geweest. ‘Daarmee laten we zien dat de Oekraïense staat voortborduurt op eerdere staatsvormen. Rusland doet het voorkomen alsof Oekraïne een toevallige ‘scherf’ is van de Sovjet-Unie, maar wij zijn in 1921 gewoon bezet door de bolsjewieken. Dat gebeurde met dezelfde hybride oorlogstechnieken als nu: in de Oekraïense stad Charkov werd destijds gewoon een alternatieve regering in het leven geroepen die de bolsjewieken te hulp riep. Net zoals het nu gegaan is in het pro-Russische oosten van Oekraïne.’
Met Russen valt over de geschiedenis alleen te strijden, niet te praten
De oorlogen uit het verleden zetten niet alleen Oekraïnes relatie met de Russen zwaar onder druk. Ook met Polen hebben de Oekraïners rekeningen te vereffenen. Om de waarheid boven tafel te krijgen is daarom een Pools-Oekraïense commissie in het leven geroepen. Viatrovytsj erkent dat er in 1943 etnische zuiveringen hebben plaatsgevonden. Maar, zo zegt hij, laat duidelijk zijn dat het hier om wandaden van beide zijden ging.
De samenwerking met de Polen is goed, vindt hij. Maar met de Russen valt over geschiedenis niet te praten.
De UPA heeft de strijd tegen het Rode Leger tot begin jaren vijftig voortgezet. Daarbij zijn de Oekraïense partizanen meedogenloos vervolgd door de Russische geheime dienst. Viatrovytsj vindt Ruslands selectieve verontwaardiging ronduit stuitend.
‘De Russische propagandisten redeneren als volgt: als er misdaden zijn begaan door de UPA, betekent dat dat het hele leger misdadig was. Als de UPA misdadig was, dan was de hele Oekraïense bevrijdingsbeweging misdadig. En als die bevrijdingsbeweging misdadig was, dan is het idee van de Oekraïense onafhankelijkheid op zichzelf al misdadig. Dus heeft de Oekraïense staat geen bestaansrecht.’
Discussie met westerse historici brengt ons dichter bij de waarheid, zegt Viatrovytsj, maar de Russen weten al hoe het zit. ‘Zij gebruiken de toon van de openbaar aanklager, die weet dat de man die voor hem staat een misdadiger is en dat het zijn taak is de aanklacht te formuleren.’
Viatrovytsj ontkent ook niet dat Oekraïners hebben deelgenomen aan de anti-Joodse pogroms in 1941. ‘Die hebben plaatsgevonden van Letland tot aan de Zwarte Zee,’ zegt hij. ‘Maar ze werden geprovoceerd door de nazi’s. De Duitse propaganda zei: alle bolsjewieken zijn Joden. Veel Polen en Oekraïners geloofden dat.’
Maar is al dat praten over het verleden wel verstandig?
Op een terras in herfstig Lviv, niet ver van de gevangenis waar de Sovjets in 1941 Oekraïners vermoordden, waarna de lokale bevolking wraak nam op de Joden, spreek ik met historicus Jaroslav Hrytsak. Een vijftiger met een ringetje in zijn oor. Het klinkt wellicht vreemd voor een historicus, maar hij moet niets hebben van de kunstmatig opgerakelde discussies over het verleden.
Hij verwijt zijn vakbroeder Viatrovytsj dat die ideologische spelletjes speelt en noemt de vier historische wetten ‘pure symboolpolitiek’. De boze brief van de westerse historici vindt hij totale flauwekul. ‘Ook de Duitsers begonnen pas in de jaren zestig serieus met de verwerking van hun oorlogsverleden, toen de economie weer voldoende was hersteld.’
‘Wie er ook uit het Westen komt: ze beginnen allemaal over collaborateur Bandera, alsof híj nu de belangrijkste historische figuur in Oekraïne is. Dat maakt me razend. Poetin probeert ons met die discussie terug te trekken naar het verleden en jullie gaan daarin mee. Rusland leeft in het verleden omdat het geen toekomst heeft. Wij hebben hier heel wat belangrijkere problemen op te lossen. Er is een grote generatie goedopgeleide jongeren die dit land grondig op de schop wil nemen. Als de politieke hervormingen mislukken, zullen zij het land verlaten. Dan krijgt Poetin zijn zin.’
Als iets duidelijk is geworden in de oorlog tussen Rusland en Oekraïne, dan is het hoe onverwerkt het verleden is en hoe dat politiek wordt misbruikt voor directe agressie. Rusland kan geen afstand nemen van zijn kolonies en kan zijn eigen historische rol niet in perspectief plaatsen. Het klampt zich vast aan de gloriedagen van de overwinning op het fascisme. En Oekraïne eist het recht op na een eeuw van bloed en geweld eindelijk zijn eigen geschiedenis te mogen schrijven.