Thuis ben je waar je je lichaam niet verwaarloost
Een vriend vertelde me dat de opera Lulu van Alban Berg in de regie van William Kentridge zeer de moeite waard was. Ik had eigenlijk twee dagen voor Thanksgiving willen gaan, toen mijn geliefde nog in de stad was, maar het kwam er niet van.
Donderdag was de laatste kans en volgens mijn vriend moest ik die nemen. Hij overwoog zelf voor een tweede keer te gaan.
Ik plaatste een oproep op mijn site: ‘Wie heeft zin met mij naar de opera Lulu te gaan?’
Onder anderen ene Rebekka reageerde. Zij schreef:
Geachte heer Grunberg,
Ik ben zeer geïnteresseerd om naar ‘Lulu’ te gaan. (...) Ik ben google-baar. (...) Doft men zich op voor de opera? Ja, hè.
Wat doet u aan? Wellicht tot vanavond.’
Het leek me een serieuze reactie. Ik schreef dat de opera in New York zeer democratisch is, althans qua klederdracht. Je komt wel eens mensen in smoking tegen maar er lopen ook mensen in coltrui en op gympen rond.
Er is een grens aan intimiteit
Ik vervolgde met de mededeling dat ze maar om 6 uur in Franchia moest zijn, het Koreaanse theehuis op Park Avenue waar ik vaak met bekende en minder bekende mensen afspreek. Wat ik zelf zou aantrekken had ik in het midden gelaten. Er is een grens aan intimiteit met mensen die je verder niet kent.
De afspraak was niet meer bevestigd dus ik hield er rekening mee dat ik mijn tweede ticket zou moeten weggeven of verkopen. Mijzelf kennende zou het weggegeven worden, ik zag mijzelf niet voor de opera gaan staan om het te verkopen.
Om tien over zes verscheen een jonge vrouw met een bril. Ze straalde een vrolijk soort intelligentie uit. ‘Ik had je niet meer verwacht,’ zei ik. ‘Je hebt de afspraak niet meer bevestigd.’
‘Ik heb op Wikipedia gekeken,’ zei ze. Dat vond ik een matige voorbereiding, maar ach, beter dan niets.
‘Dat lukte niet meer,’ zei ze, ‘want ik ben komen lopen uit Brooklyn. Ik heb er bijna vier uur over gedaan en nu ben ik bekaf want ik heb sinds mijn vijfde geen lichaamsbeweging meer gehad.’
Ze beschikte in elk geval over een goed gevoel voor humor. Ze bleek schrijfster en theatermaakster te zijn en haar laatste voorstelling ging over moppen.
‘Weet je waar Lulu over gaat?’ vroeg ik. ‘Ik heb op Wikipedia gekeken,’ zei ze. Dat vond ik een matige voorbereiding, maar ach, beter dan niets.
Het verwaarloosde lichaam
We reden naar de opera. Lulu zou inclusief twee pauzes vier uur duren. Rebekka maakte zich zorgen omdat ze niets gegeten had, maar ik vertelde dat er in de pauze chocolade en voorverpakte sandwiches te koop zouden zijn.
Rebekka vond Lulu een tikkeltje hysterisch. ‘Bestaan zulke vrouwen?’ vroeg ze in de eerste pauze.
‘Er zit een Lulu in iedereen,’ antwoordde ik. Maar of dat antwoord haar bevredigde kon ik niet zeggen. Het leek alsof er iets anders in haar zat. Geen Lulu, zoveel was zeker.
Na een wat mij betreft zeer geslaagde uitvoering van Lulu nodigde ik haar uit om wat te gaan eten. Japans vond ze goed. De keuken was al dicht, maar sushi, sashimi en miesoep werden nog geserveerd.
Aan de sushibar zat een vrouw alleen sushi te eten, zo te zien was ze van Oost-Europese afkomst, en ik kon me voorstellen dat ze net als Lulu uiteindelijk in handen zou vallen van een lustmoordenaar.
Terwijl ik dat dacht vertelde Rebekka dat ze haar lichaam in 2014 verwaarloosd had, maar dat mede dankzij een aantrekkelijke bioloog in 2015 aan die verwaarlozing een eind was gekomen.
Ik dacht nog even aan de lustmoordenaar. Het is beter om niet in zijn handen te vallen en toch kon er geen twijfel over bestaan: thuis ben je waar je je lichaam niet verwaarloost.