De man in de gebreide onderbroek
De Nederlandse verhalentraditie leeft. Speciaal voor de feestdagen heb ik ’s lands bekendste verhalenvertellers gevraagd hun mooiste verhalen aan ons te vertellen. Vandaag Eric Borrias, met een ijskoud verhaal over een man die te graag bij het haardvuur zat. ‘Tot op die ene dag...’
Schrijver J.J. Voskuil, die ook volkenkundige was, trok er in de jaren zestig met bandrecorder op uit om in heel Nederland volksverhalen te verzamelen voor wat nu het Meertens Instituut is. Hij richtte zich op oeroude, oraal overgeleverde verhalen en meende die vooral te kunnen vinden bij stokoude boeren, vissers en andere idyllisch geïsoleerde lui.
Theo Meder, een opvolger van Voskuil, die nu de volksverhalenbank van het instituut beheert, houdt er een heel andere visie op na. Hij ziet het vertellen niet, zoals Voskuil, als een haast uitgestorven volkskunst, maar als iets dat nooit ophoudt en altijd evolueert. Meder is ook geïnteresseerd in moppen, niet-Nederlandse vertellingen en allerlei mengvormen. Verhalen van nu dus.
De volksverhalenbank van het Meertens Instituut is uitgebreid en interessant, maar helaas niet al te rijk aan audio. In de geest van Voskuil, maar met Meders vrije benadering in gedachten, stelde ik me daarom, samen met radiomaakster Katharina Smets, de taak om een aantal Nederlandse verhalen te vereeuwigen. We nodigden vier van Nederlands meestgevraagde verhalenvertellers uit en één Vlaamse, nestelden ons in de bibliotheek van het Ambassadehotel in Amsterdam, lieten de bandrecorder draaien en de vertellers hun gang gaan.
Ik vroeg ze om traditionele Nederlandse verhalen maar, in lijn met de opvattingen van Meder, vatten de vertellers dat ruim op. De verhalen die ze vertelden, variëren van persoonlijke anekdotes en multiculturele observaties tot Amsterdamse legendes en Roald Dahl-achtige winterverhalen. Juist in Nederland, vonden zij, is het traditie om vrij om te gaan met verhalen en ze naar je hand te zetten.
Het zijn verhalen geworden zoals velen ze misschien voor het laatst gehoord zullen hebben in hun kindertijd. Gespeend van ironie, klassiek opgebouwd qua spanning, mysterieus moralistisch. De meeste bestaan niet op papier, zijn overgenomen van vaders, moeders of bewonderde collega-vertellers. De komende dagen zal ik ze alle vijf laten horen in mijn tuin, met daarbij – waar mogelijk – een kleine ontstaansgeschiedenis van het verhaal en wat achtergrond over de verteller.
De vijf verhalen zijn gemonteerd door Katharina Smets en alle muziek is van de Vlaamse muzikant Tim Vandenbergh.
Vandaag bijt verteller Eric Borrias het spits af met een verhaal dat hij ooit oppikte op een festival in Engeland. ‘Zo gaat dat met verhalen,’ zegt hij. ‘Je neemt ze mee, je vraagt degene van wie je ze hoort of je ze mag doorvertellen. Bijna altijd luidt het antwoord: ‘Het is niet mijn verhaal, ik heb het slechts geleend.’ Het speelt zich af in een winter zoals we die nu niet meer kennen, een winter zoals die van 1963. Luister en huiver.