De schrijver neemt plaats achter zijn bureau, knakt zijn vingers en typt dan fluitend een stuk of twintig verbijsterende pagina’s. Dat houdt hij maanden vol, totdat hij de laatste punt achter zijn nieuwste meesterwerk heeft gezet. Daarna gaat hij iets écht actiefs doen. Bijvoorbeeld vogels kijken.

Dat is de indruk die we willen hebben bij het lezen: dat het boek moeiteloos is geschreven. We willen niet hoeven denken aan prullenbakken vol mislukte aanzetten en flip-overs met verhaalschema’s. De beste schrijvers wissen alle sporen van frustratie, wanhoop en doorwaakte nachten – kortom: alle sporen van werk – uit.

Als Jonathan Franzen op zijn best is, lijkt hij zonder enige aarzeling te schrijven. Soepel, natuurlijk, het verhaal dendert voort, niet alleen dankzij de goedgetimede cliffhangers en de onheilspellende vooruitwijzingen, maar vooral dankzij de personages. Hun levens grijpen je zo aan dat je baalt als Franzen weer eens overschakelt op een ander personage. Dat balen duurt zo’n anderhalve pagina: dan ben je alweer in de greep van de nieuwe verhaallijn.

Wat is de zwakste plek in Zuiverheid?

In deze tweede bespreking van Zuiverheid richten we ons vooral op het plot en de personages. Het plot is complexer dan in zijn vorige romans. Franzen duikt in het nabije verleden, verdiept zich in een samenleving die niet de zijne is, en hij stelt zelfs diagnoses, die hij vervolgens afzet tegen de kwalen van onze tijd. Ook de personages lijken extremer: gestoorder, machtiger, beroemder.

Heeft een roman onsympathieke personages nodig?

In eerdere reacties zeiden lezers al dat ze zich ergerden aan de hoofdpersonen – in het bijzonder aan Pip en Andreas. Termen als ‘oppervlakkig,’ ‘stereotypisch’ en ‘doorzichtig’ kwamen een paar keer terug. Het plot deed ‘enigszins geforceerd’ aan. ‘Te complex,’ vond de ene lezer. Een hoog ‘en toen… en toen’-gehalte, vond de andere.

Illustratie: Gill Chantler

Maar Zuiverheid is ook ‘prikkelend’ en ‘spannend.’ De ene lezer vindt Franzen op zijn best in de introspectieve passages. De ander vindt hem juist daarin zwak – als Franzen de tijdgeest beschrijft, is hij op zijn best.

Kortom, meer dan genoeg aanknopingspunten voor een volgende discussie. Een paar vragen als voorzet:

  • Heeft een roman onsympathieke personages nodig?
  • Wanneer wordt een personage té onsympathiek?
  • Kan een plot wel echt tot leven komen als de personages dat níet doen?
  • Wat is de zwakste plek, of het zwakste personage in Zuiverheid?

Zeven bijna-novellen vol geheimen

De structuur van Zuiverheid is niet veel anders dan die van Zeven net niet op zichzelf staande delen – een methode die Franzen zelf, in een de ‘interlocking-novellas structure’ noemde. De bijna-novellen worden steeds verteld vanuit het perspectief van een van de hoofdpersonen:

  • De miserabele twintiger Purity Tyler (Pip),
  • de charismatische internetactivist Andreas Wolf,
  • de verstandige onderzoeksjournaliste Leila Helou,
  • en haar man, de intelligente, naïeve Tom Aberant.
Illustratie: Gill Chantler

Via omzwervingen naar Oost-Duitsland, Bolivia, Texas en Denver, komen we te weten hoe hun trauma’s en geheimen met elkaar verbonden zijn. Alle hoofdpersonen worden gestuurd, verteerd door hun geheimen: Pip, die niet weet wie haar vader is, vrijwel niks weet van haar afkomst en nog minder van die van haar moeder. Andreas, die minstens één duister geheim heeft en zijn macht en roem dankt aan het lekken van vertrouwelijke informatie. Leila en Tom, die er hun levensdoel van hebben gemaakt om geheimen te onthullen, maar niks weten van de geheimen die hun eigen levens omver dreigen te werpen.

Overigens wordt alleen het vijfde deel, getiteld ‘[le1o9n8a0rd],’ vanuit de eerste persoon verteld – de andere delen vanuit de derde persoon. De verteller (Tom) heeft minder afstand tot zijn verhaal over een vorige, krankzinnige relatie. Het probleem daarvan is: Tom is zó overduidelijk de lievige sukkel in de relatie en zijn ex-vrouw Anabel zó godsgruwelijk onmogelijk, dat elke spanning ontbreekt. Anabel is buitengewoon intelligent, maar volstrekt onredelijk. Ze verdraait Toms woorden, weet in elke vriendelijke opmerking een belediging te ontdekken, wil alleen seks bij volle maan. Ze eist totale overgave van de ander, maar doet geen enkele concessie aan haar bijna fundamentalistische moraal. Dat had allemaal nog verteerbaar kunnen zijn, vermakelijk zelfs, als ze niet zo bloedserieus en humorloos was geweest.

Plotelement of personage?

Nog een probleem: Anabel speelt een essentiële rol in het verhaal. En laat haar nou net de enige hoofdpersoon zijn die geen eigen deel, geen eigen bijna-novelle krijgt. Van haar perspectief komen we niks te weten, we leren haar totale hysterie alleen van buitenaf kennen. Dat maakt haar tot een veel onsympathieker personage dan Pip en Andreas. Hun diepste ellende, hun vreemdste, slechtste eigenschappen, worden tenminste nog invoelbaar gemaakt.

Hun levens komen voort uit het verhaal, in plaats van andersom. Dat doet een deel van de magie teniet

Anabel is zo vervelend dat je eigenlijk geen pagina, laat staan een bijna-novelle, met haar door wilt brengen. Dat kan nooit de bedoeling zijn. Of de schrijver zijn personages expres onsympathiek heeft willen maken of niet – de fascinatie moet het bij het lezen altijd winnen van de irritatie. Het medeleven van de afkeer. En de wil om verder te lezen van het verlangen om het boek dicht te slaan.

Illustratie: Gill Chantler

Anabel, en Toms tweede vrouw Leila in mindere mate, doen te vaak aan als plotelementen vermomd als personage. Leila heeft zo’n beetje dezelfde rol als Lalitha in Vrijheid: ze is de gematigde tegenhanger van de extremere vrouwelijke hoofdpersonen. Net als Lalitha is Leila toegewijd, capabel en verstandig. ‘Altijd naar Leila luisteren,’ wordt er over haar (en door haar) gezegd. ‘Jij vergist je nooit,’ zegt Tom tegen haar.

Toms ex-vrouw is een ramp, Leila is een halve heilige - en allebei verbleken ze bij de overige hoofdpersonen. Hun levens komen voort uit het verhaal, in plaats van andersom. Dat doet een deel van de magie teniet.

Opeens zien we de prullenbak vol mislukte aanzetten voor ons. De flip-over vol verhaalschema’s. We zien de schrijver ploeteren en zweten, we lezen zijn harde werk dwars door het verhaal heen.

Volgende week: een opzettelijke non-stijl

Grote kans dat jullie hier heel anders over denken. Ook dit keer hoor ik weer graag waarom. In het volgende stuk zal ik dieper ingaan op Franzens stijl in Zuiverheid – of het gebrek aan een duidelijke stijl. Collega-auteur Colm Toíbin sprak in een al van ‘a sort of deliberate non-style.’

Heeft hij gelijk? Hebben jullie je daaraan gestoord? Of juist helemaal niet? Welke zinnen of passages vonden jullie kenmerkend voor Franzens stijl?

Eerder in deze serie:

Jonathan Franzen is komiek en chagrijn tegelijk, maar wie is hij in zijn nieuwste boek? Samen met jullie lees ik deze maand een van de belangrijkste boeken van het jaar. Jonathan Franzens Zuiverheid. Om te beginnen stel ik de vraag: is de nieuwe Franzen een echte Franzen? En zo ja, wat is dat precies? Lees hier mijn bespreking van Zuiverheid terug Laten we samen een boek lezen. Deze maand: ‘Zuiverheid’ van Jonathan Franzen De veellezer en de weiniglezer zijn allebei te-weinig-lezers. De veellezer klaagt dat hij hoogstens één roman per week leest. De weiniglezer klaagt dat hij alleen nog maar op vakantie leest. Voor allebei de groepen roep ik nu een leesclub in het leven voor lezers die samen tenminste een roman per maand willen lezen. Lezen jullie mee? Lees hier de oproep van deze serie terug