Ik zag de afgelopen jaren honderden, zo niet duizenden verhalen voorbijkomen. Hartverscheurende, indringende, ontroerende, ontwrichtende, ingetogen, ontnuchterende stukken en analyses.

Ik zag in het afgelopen jaar beelden voorbijkomen van slachtpartijen, hongersnoden en, verdomme, duizenden vluchtelingen in alle stadia van hun vlucht.

En waar ik ook keek dit jaar, overal zag ik dat peutertje Aylan liggen. Hij had zo’n beetje de leeftijd van de mijne nu.

Verdomme.

Voorbij de gebeurtenissen het grote gebeuren laten zien, dat was telkens mijn streven

En ik bleef professioneel onaangedaan, o wat bleef ik verdomde professioneel onder dit alles.

Een jaar lang heb ik de rug recht, het hoofd koel en het hart warm proberen te houden. Zoals te verwachten valt van een journalist die de waan van de dag wil overstijgen.

Voorbij de gebeurtenissen het grote gebeuren laten zien, dat was telkens mijn streven.

Toen ik op de dag van de aanslag op de Charlie Hebdo-redactie onze eigen redactie op liep en tot diep in de nacht stukken analyseerde uit de Charlie Hebdo om hun woorden

Toen ik in de bioscoop bij Spectre, de nieuwe Bond, in de pauze op mijn telefoon keek en Parijs angstvallig veel zag lijken op de film die ik aan het kijken was. Ik besloot in allerijl de geplande stukken van de dag erop terug te trekken omdat zwijgen soms meer zegt dan spreken.

Tot ik, toen ik op kerstavond twitterend over weer een uitgevallen trein, mijn oog liet vallen op een klein berichtje uit De Gelderlander:

Mijn woede won het - eindelijk? - eens van mijn verstand.

Ene Y.F. Bouma uit Lunteren, ouder van vier kinderen, had in een open brief in het lokale sufferdje de burgemeester met gedreigd.

Want - hoor hier de stem van Calimero bij - hij of zij moest wel betalen voor het zwemmen van zijn kinderen en de vluchtelingen mochten gratis.

Gratis zwemmen in een land waar je geen geld mag verdienen. Hoe is het mogelijk?

Enfin, het meest ontluisterende was niet het briefje, maar de gevolgen daarvan: het COA blies het zwemmen maar gewoon af.

‘Het is geen dorp, het is geen stad’

Het voorval deed me denken aan een klein profiel dat ik ooit maakte van de enige Turk van Lunteren, de lokale - hoe kan het ook anders? - shoarmaboer. Hij vertelde me hoe hij daags na elke aanslag in Europa de tomaten en eieren van zijn winkelruit moest vegen.

Aan de varkenskop die lokale onverlaten achterlieten op de bouwplaats van

Aan Hans Dorrestijn, die zijn woonplaats (een paar weinig gelukkige jaren lang ook de mijne, overigens)

‘k Woon in Ede, boze droom

Het leven is daar saai en sloom

En tevens woest.

[...]

‘t Is geen dorp, ‘t is geen stad

Maar een groot en gapend gat

[...]

Elke burger, burgeres

Heeft er een woordenschat van zes

[...]

Als zich een grote knal laat horen

Veroorzaakt door een zware bom

Dan is aan Ede niks verloren

Als ik levend uit de krater kom

Zo, dat is eruit.

Maar na de boosheid kwam het verdriet. Want waar was de burgemeester, die immers in de ingezonden dreigbrief werd aangesproken?

Wat deed de burgemeester?

De burgemeester, Cees van der Knaap (CDA, oud-staatssecretaris van Defensie) waste op de avond voor kerst op Twitter zijn handen in onschuld: ‘Ik wou dat ik de sleutel van het zwembad heb, maar ik wist van niets.’

Dat lijkt me nauwelijks geloofwaardig, aangezien het besluit van het COA al een dag eerder genomen was, na een brief gericht aan de burgemeester zelf.

Bovendien, wat aan de woorden ‘opvang asielzoekers’ uit hun eigen naam begrijpt het COA niet?

Deze vluchtelingen klommen over heuvels, trokken door woestijnen, kropen samen op gammele bootjes om hier te geraken. Ze zwommen het laatste stukje, tussen boot en kuststrook.

Waarom? Op de vlucht voor de bommen van zo’n beetje iedere denkbare grote mogendheid en een keur aan tirannen en rebellengroepen in hun thuisland.

Waarvoor? Om hier de toegang tot het zwembad geweigerd te worden - een initiatief van welwillende vrijwilligers, nota bene - vanwege...

Een ingezonden brief in het lokale sufferdje.

Dorrestijn overdreef niet:

‘‘t Is geen dorp, ‘t is geen stad

Maar een groot en gapend gat.’

Open de poort!

Ik kan maar een conclusie trekken: Geert Wilders heeft de macht al in handen, nog voor hij de verkiezingen goed en wel heeft gewonnen. Zijn oproepen tot verzet sorteren zelfs effect als het slechts bij de suggestie van verzet in het lokale sufferdje blijft.

Als we dat tenminste laten gebeuren. Het lijkt me daarom van het grootste belang als de burgemeester morgen het zwembad opent. Daar gaat hij immers over, als bewaker van de openbare orde. En bovendien: het zwembad zelf heeft geen enkel probleem met de badgasten.

Daarom, de burgemeester (zoals u graag genoemd wilt worden, begreep ik), doe open die poort en laat zwemmen wie zwemmen wil met kerst.

En anders weet ik - die mijn puberteit immers in Ede genoot - nog wel een manier om stiekem over het hek van het zwembad, mij wel bekend, te klimmen.

Want, dit leerde deze affaire mij in elk geval: dreigen helpt.

Waarom wij best een beetje meer van Oranje mogen houden De zogenoemde ‘vluchtelingencrisis’ verloopt volgens een voorspelbaar patroon. Van verbijstering via ophef naar boze burgers, die zich afvragen wat hen in vredesnaam overkomt. Wat als we dit nu eens omdraaien en de discussie beginnen bij deze burgers zelf?
Lees mijn eerdere column hier terug