Ook dit jaar zullen duizenden deze gevaarlijke reis weer maken
Drie miljard euro beloofde de Europese Unie Turkije om de vluchtelingenstroom in te dammen. Maar op het eiland Lesbos is weinig van een vermindering te merken. Al 23.664 mensen bereikten Europa de eerste twee weken van dit jaar. Duizenden mensen, met elk hun eigen verhaal. Dit is het verhaal van Hala Mohammed en haar familie.
De zon kwam op toen Hala Mohammed (22) op de boot naar Griekenland stapte. Er heerste chaos aan de waterkant. De Turkse smokkelaars bleven maar meer mensen de lichtgrijze rubberen boot op sturen. Zo ook broertje Mohammed (8), de tweeling Risad en Ishar (17), haar ouders Mohammed (54) en Bana (50) en haar tweejarige nichtje Rayam.
Haar vader had in Syrië willen blijven, maar Hala had maandenlang aangedrongen dat ze weg moesten. Weg van de oorlog, op naar veiligheid en stabiliteit. Nu wilde ze dat ze haar familie nooit had overgehaald om naar Europa te reizen.
Want even later zaten ze met zestig mensen in een bootje voor zestien. De smokkelaar in Izmir, een man die ze kenden uit Damascus, had nog wel beloofd dat er maximaal 35 mensen mee zouden gaan.
Hala was bang. Ze was nog nooit buiten Syrië geweest - laat staan op het water. Ze kon niet zwemmen en de rest van haar familie ook niet. En ze wist dat het gevaarlijk was. Dit jaar waren er al vijftig doden gevallen, vorig jaar waren dat er volgens de International Organisation for Migration meer dan 3.700.
‘Twee families weigerden in te stappen,’ zegt ze vier dagen later op de veerboot naar Athene. ‘Anders hadden we het misschien nooit gehaald.’
Ze heeft donkere ogen, lange wimpers en speelt met de zwarte bolletjes aan haar fleecetrui. In haar armen haar handtas: daarin zit alles wat er nog over is van haar leven in Syrië. Zoals, in een plastic zakje, omwikkeld met tientallen lagen plakband, haar grote trots: haar opleidingspapieren – naar het Engels vertaald door een beëdigd vertaler. Verder heeft ze alleen nog haar schoolpas, oude sim- en beltegoedkaarten en wat briefjes Syrisch geld in haar beha.
Je denkt misschien: waarom weer een verhaal over een vluchteling lezen? Maar het verhaal van Hala staat voor al die duizenden anderen die dit jaar nog op de vlucht zullen slaan. Er is geen einde in zicht voor de conflicten in Syrië, Irak en Afghanistan. En opvang in de regio betekent voor Syriërs nog steeds leven in een buurland zonder legale status, recht op werk, recht op scholing voor je kinderen of de kans om te studeren. Alleen Turkije heeft afgelopen vrijdag aangegeven werkvergunningen te gaan verstrekken aan Syrische vluchtelingen, en daarmee de kans op een toekomst in het land.
Dit verhaal is ook het begin van een drieluik over Lesbos, het Griekse eiland dat de dupe is van het gebrek aan oplossingen voor de conflicten en een veilige vluchtelingenstroom. De 85.000 inwoners zagen zodoende vorig jaar bijna een half miljoen vluchtelingen aankomen. Al die vluchtelingen - of ‘reizigers,’ zoals Hala ze noemt - ondernemen dezelfde tocht.
Hoe de overtocht verliep...
De tocht met de rubberen boot dus. Hala: ‘De Syriër die hem bestuurde, was een slimme man. We hebben zoveel geluk gehad. De motor hield er slechts een keer mee op. Er was een jas van een van de passagiers in vast komen te zitten, maar gelukkig kreeg de bestuurder hem snel weer aan de praat.’ Ze zag zelfs twee dolfijnen, die een tijdje meezwommen met het overvolle bootje dat traag naar Griekenland koerste.
Hala zag twee dolfijnen, die een tijdje meezwommen met het overvolle bootje dat traag naar Griekenland koerste
Maar de golven waren hoog. Water klotste over de rand – iedereen werd nat en koud, vooral de kinderen in het midden. ‘We waren vier uur lang op het water.’ In een ideale situatie duurt de reis anderhalf uur.
Uiteindelijk kwam er een reddingsboot in zicht. Een golf van opluchting spoelde over de boot. De Spaanse vrijwilligers van de Proactiva Open Arms-reddingsbrigade begeleidden hen naar de kust waar eerst een wit kerkje en toen de haven van het pittoreske dorp Skala Sykaminea in zicht kwam.
...en de familie in Griekenland aankwam
Die zonnige ochtend kwamen er nog 1.871 mensen aan op Lesbos. Plus de vijf vrouwen en twee mannen van Hala’s familie. Meer dan de helft van de mensen die aankomen op de Griekse eilanden zijn nu vrouwen en kinderen.
Dat komt door de verharding van de gezinsherenigingsregels in Europa én door de dalende kosten voor de reis omdat het winter is. En wie ’s nachts of in slecht weer de oversteek waagt, betaalt nog minder. De illegale bootreis van Turkije naar Griekenland kost nu 700 euro per persoon, in plaats van 1.200 euro gedurende de zomer. Syriërs zijn relatief rijk, Afghanen en Marokkanen betalen minder - 500 euro.
Op het rotsachtige strand wachtte een horde vrijwilligers hen op, zich in rap tempo over de groep ontfermend. Ze stabiliseerden de boot terwijl kinderen over de rand werden getild. Mensen strompelden de boot uit, velen stonden nog wat wankel op de benen door de lange tijd op het water. De vluchtelingen kregen droge kleren. Ze werden meegenomen naar een geïmproviseerd kamp en kregen warme thee en sandwiches en een moment om bij te komen.
Waarom vluchten?
Zeven maanden eerder had Hala voor het eerst over vluchten naar Europa nagedacht. Hun huis in de Damascaanse buitenwijk Qaboun sneuvelde tijdens de gevechten van 2012. Sindsdien verhuisde het gezin twee keer – eerst binnen de stad zelf, in 2013 naar Hama.
Hala bleef in Damascus bij haar grootvader wonen. Daar volgde ze immers een opleiding tot naaister, die ze vorige zomer afrondde. Haar vader wilde haar uithuwelijken aan Salah, een arts in Istanbul, zodat ze veilig zou zijn. Maar ze wilde haar familie niet achterlaten en begon op haar vader in te praten. Zo verder leven kon toch niet, in de oorlog.
We leefden onder constante bombardementen en beschietingen
‘We leefden onder constante bombardementen en beschietingen,’ zegt ze er nu over. Qaboun, een buitenwijk van Damascus, werd in 2012 door de rebellen overgenomen. Het Syrische regime bombardeerde de wijk hevig en er waren vuurgevechten tussen rebellen en het leger; de wijk ligt in puin. Hun ‘superluxe appartement,’ - weg. De zes panden die de familie in de stad bezat - ook weg. De elektronicazaak van haar vader, waarvoor hij regelmatig naar Dubai en zelfs naar China reisde, idem dito.
‘Ik wilde Syrië niet verlaten, het is mijn vaderland,’ zegt hij. Mohammed is een bezorgd uitziende man van 54 met een bril zonder montuur. Hoe het verder moest in Syrië, werd steeds moeilijker voor te stellen. De school van de tweeling – Risad en Ishar – sloot haar deuren nadat de directeur zijn beide zonen verloor tijdens bombardementen. Andere scholen waren er niet – de meisjes hebben hun eindexamen nog steeds niet kunnen doen. ‘Hala heeft me uiteindelijk overgehaald.’
Verder naar Duitsland
Eenmaal aangekomen op Lesbos wilde de familie zo snel mogelijk weer verder. Snel leerde Hala dat ze zich moesten registreren. Een papier met een paspoortfoto en stempel moesten bemachtigen. Pas dan konden ze een kaartje voor de veerboot naar het vasteland kopen. Of in een hotel slapen.
Hala en de rest hebben geluk – Syriërs en Irakezen hebben hun eigen registratiebalie. Die gaat sneller dan die van de Afghanen en een handjevol andere nationaliteiten – Marokkanen, Pakistanen, Iraniërs.
Ze hebben nog meer geluk. Sinds december mogen alleen Syriërs, Afghanen en Irakezen Macedonië in. Daarnaast is er een levendige handel in vervalste documenten ontstaan. Voor 100 euro kreeg je een vals registratiepapier waarop staat dat je een van de felbegeerde drie nationaliteiten hebt.
Na registratie moet de familie nog een ticket voor de boot weten te bemachtigen. Er vaart dagelijks een boot naar Athene. Vaak zijn de boten dagen van tevoren uitverkocht. Zij die het kunnen betalen logeren in een hotel – alle hotels in de haven zijn standaard vol. Ook Hala en haar familie brengen een nacht door in een hotel, voordat ze eindelijk, vier dagen na aankomst, op de boot stappen.
Op het dek mengt iedereen zich. Maar in de boot zitten de vluchtelingen beneden, de Grieken en buitenlandse bezoekers – nu veelal vrijwilligers - zitten boven.
Terwijl Lesbos aan de horizon verdwijnt, haalt Hala herinneringen op aan vroeger. ‘Elk weekend gingen we ijs eten bij Bakdash – een beroemde ijswinkel in Damascus,’ zegt ze verlangend. ‘Maar nu gaan daar alleen nog mensen heen die de dood niet vrezen,’ zegt ze.
Twee weken die een leven veranderden
Tien dagen geleden begon haar tocht naar de Syrische Arabische Republiek van Duitsland, zoals ze hun bestemming grappend noemen. Daar was de veiligheid en stabiliteit die ze zochten, daar zouden ze een nieuw leven op kunnen bouwen. Mohammed verkocht hun auto, nam hun laatste spaargeld op en leende geld van de man van hun oudste dochter.
Vanuit Hama reisde de familie naar Idlib, een stad in handen van de rebellen in Noordoost-Syrië. Haar vader betaalde een smokkelaar in Idlib 150 euro per persoon om het land uit te komen. ‘Ze brachten ons naar een kamp in de buurt van de Turkse grens waar we moesten wachten tot het donker was. ’s Avonds werden we meegenomen de bergen in.’
Ze moesten een steile bergpas over, een zware klim. ‘Dat was nog erger dan het water,’ zegt Hala terugkijkend. ‘We hoorden kogels en de raketten schoten over ons hoofd. De smokkelaars sloegen ons om te zorgen dat we opschoten.’ Twee uur later waren ze in Turkije. ‘Wij hebben geluk gehad, we haalden het de eerste keer. Velen moeten het twee of drie keer proberen. En er zijn mensen door kogels geraakt die het niet overleefden.’
Nu is het ergste achter de rug. ‘Als ik had geweten hoe dit was, zou ik het niet gedaan hebben,’ zegt ze nu. Ze maakt zich zorgen over de weg die ze nog moet afleggen. Dromen over de toekomst in Duitsland durft ze nog niet. ‘Ik wil eerst aankomen.’
Nog vier dagen duurt de reis naar Duitsland vanaf Athene. Ze heeft een busticket naar de grens met Macedonië. Vanaf daar zal ze zelf naar het Servische Sid moeten komen – een reis van ongeveer twintig uur, die rond de zestig euro zou moeten kosten. Van daaruit is de rest van het parcours geregeld door overheden – Servië, Kroatië, Slovenië en Oostenrijk zorgen voor gratis bussen en treinen tot in Duitsland. Hala en haar familie hopen daar over vier dagen aan te komen. Waar, dat weet ze nog niet. De reis heeft dan twee weken geduurd. Twee weken die haar hele leven voor eeuwig zullen veranderen.