In dit atelier worden enkel andere kunstenaars gekopieerd
Een van de leukste dingen van werken in de kunstwereld vind ik op atelierbezoek gaan. Het is een groot voorrecht om een inkijkje te krijgen in de wereld waar kunstwerken ontstaan. Voor de eerste editie in een reeks atelierbezoekverhalen ging ik op bezoek in het grote, lege atelier van kunstenaar Céline Manz, die volgende week te gast is op Artfest: de Copyrighteditie.
Om het atelier hangt een zweem van romantiek. Het is de plek waar de kunstenaar zich afzondert met een fles wijn, tot diep in de nacht zwoegt en dan door een briljante ingeving wordt getroffen, of juist een schilderij vernietigt waar hij maanden aan heeft gewerkt.
De werkelijkheid is een stuk minder romantisch: het atelier is een professionele werkplek als vele anderen, waar mailtjes op antwoord wachten en administratie moet worden afgehandeld.
Toch is een atelier geen saai kantoor: hier ontstaan kunstwerken. Het goed observeren van de werkplek levert zodoende een schat aan informatie op. Waar omringt een kunstenaar zich mee tijdens het werken? Wat hangt er aan de muren? Welke boeken liggen er op tafel?
Krantenknipsels, romans, schetsen en afgekeurde experimenten zeggen veel over het technische en intellectuele proces dat aan een kunstwerk voorafgaat. Informatie die je als museumbezoeker niet krijgt, maar kan helpen bij het begrip van het werk.
Voor curatoren, galeriehouders en verzamelaars is het atelierbezoek een manier om nieuw werk te ontdekken. Voor de kunstenaar is het een kans is om nieuw werk op buitenstaanders te testen. In het beste geval is zo’n bezoek voor beide partijen inspirerend. Inspiratie die ik graag met jullie wil delen in een reeks atelierbezoekverslagen.
Daarnaast wil ik documenteren hoe de atelierpraktijk aan verandering onderhevig is. Niet dat de klassieke, naar verf en terpentine ruikende ateliers helemaal zullen verdwijnen. Maar kunstenaars brengen wel meer en meer tijd door achter hun laptop en besteden het fysieke productieproces van de kunstwerken steeds vaker uit.
Het atelier
Voor deze eerste editie ging ik langs bij Céline Manz (1981). In 2013 zag ik haar eindexamenwerk op de Gerrit Rietveld Academie: glossy collages gebaseerd op foto’s van Terry Richardson, modieuze reclamefotografie die tegen de porno aan schuurt. Manz is gefascineerd door auteursrecht en tijdens mijn onderzoek voor Artfest: De Copyrighteditie trok haar werk weer mijn aandacht en besloot ik haar als spreker uit te nodigen. Hoe ziet de werkplek eruit van iemand die zich bezighoudt met het kopiëren van andere kunstenaars?
Ik zag het als onderdeel van mijn onderzoek naar eigendom en auteursrecht: wat gebeurt er als ik andere kunstenaars, mijn eigen domein zou laten bezetten?
Het atelier van Manz zit op de bel-etage van een grachtenpand aan de Amsterdamse Kloveniersburgwal. Wanneer ik door de imposante marmeren entreehal naar binnen loop, besef ik dat ik er al eens ben geweest: tijdens een kleine expositie van een bevriend kunstenaar. Er hing toen een enorme print van een wolkenlucht door de ruimte, maar nu is het helemaal leeg. Manz is niet zo’n kunstenaar die onder de verfvlekken zit – ze draagt rode lippenstift en een blazer in dezelfde kleur als haar hooggehakte suède laarsjes. Ze schenkt zelfgemaakte gemberthee in en we nemen plaats aan een langwerpig bureau dat een perfect uitzicht biedt op de natte sneeuw die in de gracht valt.
Hoe ben je in dit atelier terechtgekomen?
‘Naar aanleiding van mijn afstudeerwerk aan Rietveld Academie kreeg ik de 3Package Deal van het Amsterdam Fonds voor de Kunsten en via Bureau Broedplaatsen kon ik hier terecht. Het is duur, maar dankzij mijn bijbaan als boekhouder kan ik het me veroorloven.’
‘Het was een droom die uitkwam: ik liep al lang rond met het idee voor een soort open studio, en nu kreeg ik daar eindelijk de ruimte voor. Ik richtte meteen Studio 47 op door van mijn atelier een platform te maken waar ik ook andere kunstenaars uitnodigde om iets te doen, pop-uptentoonstellingen bijvoorbeeld.’
Die wolkenlucht die ik destijds zag was dus niet van Manz zelf, maar van een kunstenaar die haar atelier tijdelijk gebruikte.
Waarom wilde je je atelier openstellen?
‘Ik zag het echt als onderdeel van mijn onderzoek naar eigendom en auteursrecht: wat gebeurt er als ik andere kunstenaars mijn eigen domein zou laten bezetten?’
Manz wijst naar de felrode linoleumvloer en de kale, lichtgele wanden. ‘Het is een Rijksmonument, dus je mag niets veranderen. Maar voor de rest heb je alle vrijheid: ik liet de kunstenaars doen wat ze wilden. Doordat ik voor die evenementen al mijn eigen spullen steeds uit het atelier moest halen, ontstond er letterlijk ruimte. Na afloop van de tentoonstellingen heeft alles in mijn atelier weer een andere plek. Dat kan me weer op nieuwe ideeën brengen.’
Zijn er veel kunstenaars die zo werken?
‘Niet precies op deze manier, hoewel het wel in de lucht hangt dat kunstenaars minder ieder-voor-zich werken. Maar Studio 47 kost veel tijd: ik moet flyers maken, de website programmeren. Dus dit jaar focus ik me meer op theoretisch onderzoek. Ik ga eindelijk alles lezen wat ik altijd wilde lezen, maar waar ik nooit de tijd voor had.’
De werkwijze
Er staan hier bijna geen boeken. Waar haal je je informatie dan vandaan?
‘Ik had veel meer boeken, maar die moest ik weggooien vanwege een muizenprobleem. Gelukkig had ik ze al uit, maar ik mis ze wel. Mijn flat in Bazel, waar ik deels woon, staat juist helemaal vol met boeken. Ik ben van plan er een aantal naar Amsterdam te halen. Verder zit ik veel in bibliotheken, bijvoorbeeld die van kunstcentrum De Appel. De kunstacademie in Bazel heeft ook een heel goede bibliotheek. En ik lees veel online.’
Heb je al die ruimte eigenlijk wel nodig als je vooral onderzoek doet?
‘De ruimte is juist heel belangrijk. Een deel van mijn werk kan ik op de computer doen, maar als ik met nieuwe werken bezig ben, gebruik ik echt het hele atelier. Dan maak ik testprints die ik aan de muur hang of op de vloer leg, om te zien hoe iets er fysiek uitziet.’
‘Tijdens het maken van de Banners bijvoorbeeld. Ik had er wekenlang aan gewerkt in Photoshop, maar pas toen ik alles printte en op ware grootte zag, kon ik zien of ze wel goed waren. Dat kan ik alleen in het atelier doen. En hierachter is een donkere kamer waar ik foto’s ontwikkel.’
Hoe zit je werkdag eruit?
‘Als ik in Amsterdam ben, zit ik hier bijna elke dag. Afspraken buiten de deur plan ik ’s ochtends in, want ’s middags is het licht hier het mooist. Ik word nog altijd blij als ik de ruimte binnenkom. Ik zet eerst een kop koffie, daarna ga ik hier aan het bureau zitten werken. Als ik in de doka werk, moet ik mezelf echt dwingen om tussendoor pauze te nemen. Ik maak vrij lange dagen en het fysieke werk doe ik het liefste ’s avonds. Maar als het buiten donker is en ik hier achter die grote ramen in het felle licht zit te werken, word ik soms afgeleid door de toeristen die van de Wallen komen en dingen roepen. Maar het uitzicht is fantastisch. Ik vind het heel leuk om die mix van toeristen en Amsterdammers langs te zien komen.’
Het kunstwerk
Het is hier zo leeg! Met welke werken ben je nu bezig?
‘In ateliers van andere kunstenaars vind ik het altijd heel fijn om al hun werk te zien, maar zelf omring ik me niet graag met mijn werk. Ik werk nu aan Le Domaine Public, waarmee ik voortborduur op mijn onderzoek naar auteursrechten binnen de beeldende kunst.’
Die imperfecties laat ik bewust toe: ze maken het juist een interessant en dynamisch geheel
We lopen naar een tafeltje waar fotospullen, tekenmappen en allerlei andere materialen op liggen. Manz slaat een boek open en wijst een kleine zwart-witte afbeelding van een abstract schilderij aan. ‘Dit plaatje is mijn uitgangspunt. Ik heb het ingescand en in Photoshop tot wel vijf meter uitvergroot. Vervolgens heb ik het stukje voor stukje gekopieerd door vellen fotopapier tegen het beeldscherm van mijn computer te houden. Het zijn dus fotogrammen.’
Ze trekt witte handschoenen aan en haalt zwart-witte fotovellen uit vloeipapier. De afbeelding is zo ver uitvergroot dat je er op de losse vellen niets meer van herkent. Wel zijn vlekken en verkleuringen te zien, de sporen van het handmatige ontwikkelproces. ‘Die imperfecties laat ik bewust toe: ze maken het juist een interessant en dynamisch geheel.’
Waarom koos je ervoor om juist deze afbeelding na te maken?
‘Het beeld is al een reproductie van een kopie van het origineel - en heeft een interessante geschiedenis. Maar als ik daar nu te veel over vertel, hebben we tijdens Artfest niets meer om over te praten!’
Le Domaine Public wordt komende zomer in De Appel tentoongesteld.