Factcheck: ‘Oekraïne is een opkomende economie’

Floris Akkerman
Journalist, gespecialiseerd in Oekraïne

ABN Amro schreef eind vorig jaar dat Oekraïne ‘de nummer één is onder de opkomende economieën.’ Goed nieuws voor de Oekraïeners en voorstanders van een associatieverdrag tussen de Europese Unie en dat land, die het bericht veelvuldig deelden. Eén probleem: het klopt niet.

Jubelende geluiden klinken van de voorstanders van het associatieverdrag tussen de Europese Unie en Oekraïne. Vorige maand kwam ABN Amro namelijk met een webartikel waarin Oekraïne werd beschouwd als een opkomende economie.

Dankbare munitie voor de voorstanders van het associatieverdrag met Oekraïne die in het kader van het referendum op 6 april hierover elk argument goed kunnen gebruiken, want de tegenstand is fel. Maar klopt de publicatie van ABN Amro wel?

Wat staat er in het bericht?

ABN Amro bracht op 14 december vorig jaar een bericht naar buiten waarin de bank Oekraïne beschouwt als nummer één onder de opkomende economieën. Ze baseert dit oordeel op de woorden van de Nederlandse bewindvoerder Paul Vlaanderen van de Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling (EBRD). Hij zegt in het betreffende artikel dat ‘Oekraïne nog op gespannen voet leeft met Rusland. Maar het overgrote deel van het land is veilig. Oekraïne hoort tot de belangrijkste en meest vruchtbare landbouwgebieden in de wereld. Daarom is het land aantrekkelijk voor Nederlandse agribedrijven. De vraag naar buitenlandse producten als landbouwmachines en veevoeder is groot. Andersom kan Nederland een nieuwe afzetmarkt vormen voor Oekraïense ondernemers, aangezien ook de exportmogelijkheden naar Rusland zijn weggevallen door sancties.’

Hoe werd het bericht verspreid?

In eerste instantie via het web. ‘Vergeet - dit zijn de nieuwe veelbelovende landen,’ luidt de kop van het bericht op insights.abnamro.nl. Bij de aankondiging staat een wereldkaart, waarop het blauw-geel van de Oekraïense vlag prijkt. De andere gelukkige landen zijn Mexico, Ghana en Vietnam.

Vijf dagen later volgt een aanmoedigende tweet van ABN Amro Zakelijk: ‘BRIC is passé. Dit zijn de nieuwe landen waar je als ondernemer moet zijn. Lef is vereist!’ 41 mensen retweeten het bericht.

Een dag na de tweet pikt de Oekraïner Jevgen Vorobijov, een analist van internationale betrekkingen, het nieuws op en plaatst een bericht op zijn twitteraccount met een link naar het artikel op de ABN Amro-website. Eén in het Engels en één enthousiaste in het Nederlands: ‘Hartelijk welkom voor #Nederland’se ondernemen in #Oekraïne! Met betere regulaties door EU-Associatieverdrag is er makkelijker te investeren.’

Er valt veel te investeren voor het Nederlandse bedrijfsleven in Oekraïne. In december omschreef ABN Amro Oekraïne als een van de perspectiefrijkste landen

Blijdschap over dit bericht valt ook te lezen op de van Natalija Mikolska, Oekraïens viceminister van Handel en Economische Ontwikkeling. Voordat zij in Brussel in gesprek gaat met haar collega’s van de Europese Unie en Rusland schrijft ze: ‘Ondertussen, goed nieuws - Oekraïne bekleedt # 1 positie in de veelbelovende markten voor investeringen voor het Nederlandse bedrijfsleven. Dit is vooral te danken aan het exportpotentieel en een vrijhandelsovereenkomst met de EU. De minister en ik hebben altijd gezegd dat het akkoord niet alleen draait om vrijhandel, maar ook om het aantrekken van investeringen. Daarom zal niemand en niets ons tegenhouden!’ Bij de tekst plaatst ze een link naar het artikel op de ABN Amro-website. Oekraïense media publiceren haar statement als

Dat de Oekraïense regering de publicatie dankbaar aangrijpt, blijkt uit de woorden van Dmytro Koeleba tegenover Joost Bosman van de site Reporters Online in vorige week. Koeleba is de Oekraïense gezant van het ministerie van Buitenlandse Zaken. Hij moet de Nederlandse sceptici van het associatieverdrag over zien te halen. ‘Er valt veel te investeren voor het Nederlandse bedrijfsleven in Oekraïne. In december omschreef ABN Amro Oekraïne als een van de perspectiefrijkste landen.’

Ook in Nederland, waar in april met een referendum gestemd zal worden over het EU-associatieverdrag met Oekraïne, valt het nieuws in goede aarde. Op 11 januari journalist Laura Starink, die ook voor De Correspondent actief is, in een opinieartikel voor de Volkskrant: ‘Vergeet de BRIC-landen (Brazilië, Rusland, India, China), dat is zó 2015,’ schreef ABN Amro begin deze maand. Bij de opkomende markten staat Oekraïne voor de bank nu bovenaan.’ Ze verwijst daarbij ook naar de argumenten van de Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling.

Wat klopt er van het bericht over Oekraïne als opkomende economie?

Wie nu op het bewuste ABN Amro-bericht klikt, komt uit op een pagina waarop bovenaan staat: ‘Heeft u op een link geklikt? Staat de link op deze of een andere website van ABN Amro? Meld dan aan ons dat de link niet werkt. Zo kunnen we de fout snel

Wel is er een over de opkomende markten van ABN Amro gepubliceerd op 16 december. De titel: ‘Opkomende markten - De top zestien van 2015.’ Daarin stelt de bank dat de BRIC-landen hun glans hebben verloren en noemt de bank zestien landen die economisch in de lift zitten. Daar zit Oekraïne niet tussen.

Een andere maakt het er niet veel beter op. Oekraïnes economie is met 10 procent gekrompen, schrijft de bank. Verderop valt er te lezen over de risicofactoren voor 2016 op geopolitiek gebied, waaronder de spanningen tussen Oekraïne en Rusland.

Ook uit een blijkt ABN Amro somber over het land. Desgevraagd spreekt woordvoerder Ariën Bikker van een ‘menselijke fout, een foutieve interpretatie waardoor Oekraïne als opkomende markt is beschouwd.’

Hoe kwam het bericht bij ABN Amro tot stand?

ABN Amro geeft toe dat dat het bericht op de website heeft gestaan, maar inmiddels verwijderd is. Oekraïne had volgens de bank niet als nummer één van de opkomende economieën mogen worden ingeschaald.

Senior econoom Peter de Bruin, die voor de bank de voormalige Sovjetlanden in zijn portefeuille heeft, stelt aan de telefoon dat de Oekraïense economie met te grote problemen te maken heeft om het een opkomende markt te noemen. ABN Amro heeft daarom het bericht op de site teruggetrokken, waardoor de link van het bericht niet meer werkt. De Bruin betreurt de ontstane situatie. ‘Het artikel is te snel en te ongenuanceerd op de site gezet. Daarom hebben we het ervan afgehaald.’

Het artikel is te snel en te ongenuanceerd op de site gezet. Daarom hebben we het ervan afgehaald

Woordvoerder Bikker stelt dat het artikel ‘komt van iemand op de afdeling Grenzeloos Ondernemen. Een medewerker van het economisch bureau had ernaar moeten kijken. De fout is een samenloop van omstandigheden. Een econoom kwam erachter en toen is het van de site gehaald.’

Een dag later belt Bikker nog eens. Hij heeft intussen uitgezocht hoe het precies zit. ‘Het artikel valt onder de verantwoordelijkheid van de bank. We hebben het bericht verwijderd omdat er te veel licht zit tussen de mening van de economen van ABN Amro en de strekking van het artikel. Op de site wil je de visie uitstralen die hoort bij ons economisch bureau. Ook hebben we geen ranking gehanteerd, maar een opsomming, waarbij Oekraïne als eerste is genoemd.’

Hoe zit het dan wel?

Wie naar De Bruin luistert, kan concluderen dat Oekraïne de stempel van ‘opkomende economie’ niet verdient. Het land is verre van stabiel, mede door de oorlog in het oosten, de gespannen relatie met Rusland en de verdeeldheid door een pro-Europese en pro-Russische bevolking. ‘De dreiging van een oorlog trekt geen investeerders aan. Je gaat dan niet zaaien. Dat neemt niet weg dat er voor sommige bedrijven best kansen kunnen liggen,’ aldus De Bruin.

De Nederlandse bewindvoerder Paul Vlaanderen, van de Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling, is er niet van op de hoogte dat ABN Amro het artikel van de site heeft gehaald. Hij staat nog altijd achter zijn woorden. Al snapt hij de analyse van de bank. ‘Ik ben niet naïef. Oekraïne heeft te maken met enorme moeilijkheden. Maar als iedereen het van een zwarte kant bekijkt en er wordt niet geïnvesteerd, wordt het een self-fulfilling prophecy. Ik denk niet dat Europa daarmee wordt geholpen. De EBRD geeft het voorbeeld door in de afgelopen drie jaar circa 1 miljard euro per jaar in Oekraïne te investeren.’

Oekraïne lijkt voor dit jaar net het hoofd boven water te kunnen houden. Over 2014 kende het Oost-Europese land een krimp van 7 procent en vorig jaar 10 procent. De Bruin verwacht voor 2016 een groei van 1 procent en voor volgend jaar 3 procent. ‘Je kunt hooguit zeggen dat de economie zich stabiliseert. Er is geen sprak meer van krimp. Maar deze getallen [zijn voorspellingen voor 2016, FA] zijn wel op basis van de verwachting dat er geen oorlog uitbreekt.’

Er valt geen positief cijfer te noemen, concludeert De Bruin. Hij somt een rijtje op: de inflatie in het afgelopen jaar lag op vijftig procent als gevolg van een zwakke munt, een tekort op de lopende rekening, een hoge buitenlandse schuld, een tekort op de overheidsbegroting, dit jaar een inflatie van 14 procent en volgend jaar 8 procent. Oekraïne heeft hulp nodig van het Internationaal Monetair Fonds om erbovenop te komen. ‘Eigenlijk is het land in de afgrond gevallen.’

Dus?

ABN Amro ziet Oekraïne niet als een opkomende economie, terwijl dat wel steeds is aangehaald in de berichtgeving naar aanleiding van de publicatie van het artikel. De bank vindt het niet verstandig om te investeren in Oekraïne.

De stelling dat Oekraïne een opkomende markt is, is daarom grotendeels onjuist.

Lees ook: