Ik probeer zoveel mogelijk tentoonstellingen te bezoeken, want het belang van veel kunst in het echt zien kan wat mij betreft niet overschat worden. Ik kan ze niet allemaal uitgebreid bespreken, maar op deze plek deel ik iedere vrijdag welke tentoonstellingen ik de voorgaande week heb gezien. Voor jullie als tips, voor mezelf als archief. Deze week ging ik een aantal musea aan de Keizersgracht af, om te eindigen bij de Hermitage.
Bij Huis Marseille, een fotografiemuseum gevestigd in twee gigantische zeventiende-eeuwse grachtenpanden, zag ik Imperial Courts, 1993 – 2015 van de Nederlandse fotografe Dana Lixenberg. Imperial Courts is een beruchte wijk in Los Angeles. In de jaren zestig en negentig vonden er rassenrellen plaats en de bloederige strijd tussen de gangs the Crips en the Bloods werd er op straat uitgevochten. De afgelopen 22 jaar bracht Lixenberg verschillende bezoeken aan de wijk om de bewoners te portretteren. Ze fotografeerde regelmatig dezelfde mensen, waardoor je inzicht krijgt in de ontwikkeling van de gemeenschap. Het zijn krachtige portretten: het is verfrissend dat de mensen centraal staan, en niet het geweld van de wijk waar ze leven. Te zien tot en met 6 maart.
Verderop aan de gracht zit nog een museum voor fotografie: Foam. Hier bezocht ik On being an Angel van Francesca Woodman, een fotografe die op 22-jarige leeftijd zelfmoord pleegde en een invloedrijk oeuvre achterliet. Woodman maakte bijna uitsluitend zelfportretten, vaak naakt, die door haar vroege dood allemaal iets droevigs hebben. Een meisje in een glazen kast met opgezette dieren, een meisje in een stoffige kamer waar het bloemetjesbehang van de muren krult: de foto’s komen uit de jaren zeventig maar zouden zo in een modetijdschrift of Instagramfeed kunnen staan.
De kleine tentoonstelling When the Twins were still beautiful van Thomas Kuijpers - ook in Foam - vond leuker: het is een bizarre collectie Twin Towersparafernalia. Vóór de aanslagen van 2001 werden de gebouwen veelvuldig afgebeeld op de uiteenlopendste objecten: kalenders, borden, puzzels, lampjes, sokken, spiegels, sleutelhangers, shirts. De kitscherige toeristische prullen vormen een interessant contrast met de loodzware politieke lading die ze onbedoeld kregen. De tentoonstelling van Kuijpers loopt tot 31 januari, die van Woodman tot 9 maart.
Wil je zien hoe zo’n pand aan de Keizersgracht er vroeger vanbinnen uitzag? Dat kan bij Museum van Loon, recht tegenover Foam. Het grachtenpand uit 1672 werd onder meer bewoond door schilder Ferdinand Bol voordat het in bezit kwam van de rijke handelsfamilie Van Loon. Delen van het huis zijn opengesteld voor publiek en al ronddwalend door de rijk gedecoreerde vertrekken krijg je een mooi beeld van hoe welvarende Amsterdammers geleefd moeten hebben. De Van Loons omringden zich in ieder geval graag met marmer, zilver, porselein, en heel veel kunst. Dagelijks geopend.
Waar de Keizersgracht de Amstel kruist, vind je de Hermitage. Daar loopt nu de tentoonstelling Spaanse Meesters. Zwaargewichten als El Greco, Velázquez en Goya zijn nauwelijks te zien in Nederlandse musea. Gelukkig mag de Hermitage Amsterdam putten uit de gigantische collectie van de Hermitage in Sint-Petersburg. Ik werd een beetje slaperig van de Spaanse Meesters, maar gelukkig werd ik wakkergeschud door een serie etsen van Goya. De kunstenaar maakte de wrede bezetting van Napoleon mee, begin negentiende eeuw. Tot dan toe beeldden kunstenaars oorlog als iets heldhaftigs en glorieus uit, maar Goya liet juist de verschrikkingen zien en uitte zo een stille vorm van politiek protest.