Wie zich leert concentreren, heeft direct een voorsprong op anderen

Ernst-Jan Pfauth
Mede-oprichter De Correspondent
Illustratie: Peter Berkowitz (voor De Correspondent)

Iedereen is druk, dus iedereen lijkt productief. Maar wat gebeurt er als je je onttrekt aan die volle inbox en agenda en je richt op werk waar je al je denkkracht voor nodig hebt?

Schrijver Garth Risk Hallberg praat niet graag over het recordvoorschot van twee miljoen dollar dat hij voor zijn debuutroman kreeg. Liever vertelt de auteur tijdens over de zeven jaar onderzoek die hij voor het boek deed.

Halverwege zijn verhaal valt Hallbergs telefoon van de katheder. Zo hard, dat zijn scherm wel kapot moet zijn.

Maar nee, Hallberg heeft nog een openklaptelefoon. Als Hallberg de verbaasde blikken in de zaal ziet, legt hij uit dat hij ook niet op sociale media zit. E-mail checkt hij alleen op de computer van zijn vrouw, die van hem heeft geen internet.

‘Ik probeer het nutteloze, waar ik mezelf in kan verliezen, te vermijden,’ vertelt hij. ‘Anders zou ik na elke schrijfdag denken: wat heb ik vandaag gedaan? O ja, ik heb de tweets gelezen van honderd mensen die ik niet ken. Dan was ik waarschijnlijk nu op bladzijde 100 van dit boek geweest.’

Hallbergs boek telt er 1.100.

Ik moest aan Hallberg denken toen ik het nieuwe zelfhulpboek Deep Work van Cal Newport las. Newport is een computerwetenschapper aan de Amerikaanse Universiteit van Georgetown die veel nadenkt over het belang van concentratie. Hij onderscheidt twee soorten werk:

  1. Diep werk: dit verricht je in opperste concentratie. Je benut al je cognitieve vaardigheden optimaal, waardoor je er veel van leert. Wat je creëert, is van grote waarde en moeilijk te repliceren. Zoals het schrijven van een ondernemingsplan, een rapport of een paper.
  2. Oppervlakkig werk: dit vraagt weinig van je cognitieve vaardigheden. Het zijn vaak klusjes van logistieke aard die je ook makkelijk kunt uitvoeren als je afgeleid bent. Zoals het wegwerken van e-mail of het bijwonen van onbelangrijke vergaderingen.

Newports hypothese is dat diep werk steeds zeldzamer wordt. Hij haalt onderzoeken aan waaruit blijkt dat kenniswerkers een groot gedeelte van hun tijd aan e-mail en chatten besteden. Modern werken is volgens hem vooral reactief. Want je hebt elke dag toch minstens die een antwoord behoeven. En terwijl je die inbox leegmaakt, komt er elke drie minuten een nieuwe vraag binnen via Wanneer je dan toch je concentratie gevonden hebt, pluk je de vruchten van het immens populaire

Zit je net als deze programmeur in een diepe gedachte, komt een collega naar dat ene mailtje vragen. Dag gedachte! Illustratie: Jason Heeris

Juist omdat diep werk zo zeldzaam wordt, kun je er je voordeel mee doen, betoogt Newport. Zie het zo: terwijl de hele wereld oppervlakkige mailtjes aan het wegwerken is, wend jij al je denkkracht aan voor je werk. Newport: ‘Oppervlakkig werk voorkomt dat je ontslagen wordt, diep werk zorgt voor een promotie.’

In de ideale situatie maak je met oppervlakkig werk je diepe werk mogelijk

Nog belangrijker: diep werk geeft meer voldoening. Je vraagt je niet meer aan het einde van de dag af wat je nu precies bereikt hebt - zoals je dat misschien wel doet na een dag van oppervlakkig werk.

Voor de duidelijkheid: vrijwel niemand ontsnapt aan oppervlakkig werk. Newport zegt dan ook niet dat je het volledig uit je leven moet bannen. Wel moet je voorkomen dat het je leven volledig overneemt. In de ideale situatie maak je met oppervlakkig werk je diepe werk mogelijk.

Hoe kom je dan aan diep werk toe?

Om zijn punt te onderbouwen, dist Newport vooral aanstekelijke anekdotes op van succesvolle mensen die hun werk rond concentratie laten draaien. Neem de legendarische psycholoog die runde een drukke praktijk in Zürich en bouwde in het nabijgelegen Bollingen een toren om het denkwerk te verrichten:

Hier kon Jung zich concentreren. Foto Flickr / Andrew T

De vraag is dan: hoe bouw je je eigen toren?

Newport onderscheidt vier strategieën:

  1. De kloosteraanpak. Deze werkt alleen bij mensen die de luxe hebben zich volledig te storten op hun diepe werk en bijvoorbeeld geen last hebben van zoiets triviaals als collega’s of familie. Denk aan de kunstenaar die in volledige afzondering werkt.
  2. De ‘dubbelmodus.’ Je gaat gewoon mee in oppervlakkig werk, maar eens in de zoveel tijd zonder je je voor een paar dagen of weken af om aan een project te werken. Denk aan een onderzoeker die zich opsluit om een paper af te maken, of een marketeer die een week in een hutje aan een marketingplan werkt. De rest van de tijd richt je je op oppervlakkig werk.
  3. De journalistenaanpak. Newport vertelt een anekdote over Walter Isaacson, de beroemde biograaf van onder anderen Steve Jobs, die tijdens weekendjes weg met vrienden zich af en toe een uur afzonderde om diep geconcentreerd aan een boek te werken. Deze strategie bestaat dus uit het pakken van werkmomenten als ze voorbijkomen. En ja, dat vergt veel discipline, want het diepe werk staat niet ingeroosterd.
  4. Ritmisch. Bij deze aanpak rooster je diep werk wel in. Elke dag maak je een paar uur vrij voor dat werk.

Ik denk dat de laatste strategie voor de meeste mensen het haalbaarst is. De kloosteraanpak is voor een kleine groep weggelegd, de dubbelmodus is zonde van je vakantiedagen en bij de journalistenaanpak vermoed ik dat diep werk er continu bij inschiet.

Stel dat je inderdaad voor de ritmische aanpak gaat. Volgens naar topviolisten van de Zweeds-Amerikaanse psycholoog K. Anders Ericsson ben je dan in staat vier uur per dag in opperste concentratie te werken. Maar hoe doe je dat?

1. Rooster afleiding in

Volgens Newport moet je niet langer pauzes nemen van afleiding, maar van concentratie. Wat hij hiermee bedoelt: ontworstel je niet van afleiding (e-mail en vergaderingen) om geconcentreerd aan iets te kunnen werken maar pauzes in voor oppervlakkig werk en maak van concentratie je standaardmodus. Dus check bijvoorbeeld je e-mail op twee vaste tijdstippen en kijk er verder niet naar.

2. Maak een afspraak met je baas

Het belangrijkste is dat je daadwerkelijk voor diep werk kíést. En bijvoorbeeld slechter bereikbaar bent. Daarom ontkom je bijvoorbeeld niet aan een gesprek met je manager. Vraag aan hem of haar: hoeveel procent van mijn tijd wil je dat ik besteed aan diep werk? Dan heb je een afspraak om je aan te houden.

3. Creëer tijdsdruk

Newport adviseert ook om jezelf tijdsdruk op te leggen. Werk niet meer over, maar stop altijd op een vast moment. Zelf gaat hij elke dag om halfzes naar zijn kinderen. Door die tijdsdruk dwingt hij zichzelf selectiever te zijn in waar hij zijn tijd aan besteedt.

Daarnaast krijg je met diep werk in minder tijd méér gedaan. Newport gelooft in de volgende formule: high-quality work produced = (time spent) x (intensity of focus). Hij stelt voor dat je ’s morgens elk halfuur van je werkdag inroostert. Niet om streng voor jezelf te zijn, maar om je bewust te zijn van waar je tijd aan opgaat.

Als je klaar bent met werken, stop dan ook volledig. Check niet meer je mail of telefoon, maar rust goed uit voor de volgende dag. ‘When you work, work hard.

Maar wat is mijn diepe werk eigenlijk?

Voor sommige beroepen is het essentieel om bereikbaar te zijn en is diep werk dus niet relevant. Denk aan de verkoop- en klantenservicemedewerker. Aan de andere kant overschatten veel mensen hoe belangrijk bereikbaarheid in hun werk is. En dat maakt Diep werk ook een confronterend boek. Het is makkelijk om je elke dag te verschuilen achter een volle inbox en agenda, het zo heel druk te hebben en daardoor productief te lijken. Maar wat ga je eigenlijk doen als je vier uur per dag vrijmaakt voor diep werk? Met welke klussen voeg je dan echt waarde toe?

Misschien is dat wel het waardevolste aan dit boek: dat ik me ging afvragen met welke werkzaamheden ik de meeste impact kan hebben.

Dus vraag jezelf af: wat voor Hallberg een roman van 1.100 pagina’s was, wat is dat diepe werk voor mij?

Lees ook mijn boek