Vluchtelingen helpen? Ga op vakantie naar het eiland dat de Nobelprijs voor de Vrede verdient
Een groep wetenschappers is een petitie gestart om ze genomineerd te krijgen voor de Nobelprijs voor de Vrede: de inwoners van Griekenland, die de tienduizenden vluchtelingen die hun land aandeden zo hulpvaardig opvingen. Op Lesbos zie ik wat dat met het eiland gedaan heeft.
Het is een zonnige ochtend in dit pittoreske dorpje pal aan de Egeïsche Zee. Het water is glad als een spiegel, de huizen klimmen de heuvel op boven de haven. De terrassen zijn nog leeg, wat vissers drinken koffie. Het is rustig in Molyvos.
Opeens rijden busjes de smalle straat naar de haven in. En begint een dozijn mannen en vrouwen met plastic bakken vol kleren te slepen. ‘Hier komt de medische post,’ zegt een jonge man met zwart haar terwijl hij naar een lege parkeerplaats wijst.
Dan varen twee reddingsboten van Greenpeace en Artsen zonder Grenzen de haven binnen. De eerste boot zit vol ouders en hun kinderen. Ze zijn allemaal nat en verkleumd. Baby’s worden aangegeven, krijgen nieuwe kleren en worden in folie gewikkeld. Een tweede boot brengt nog veertig mensen de haven binnen – ook hun rubberen bootje haalde de tocht van Turkije naar Griekenland niet.
Het hele gebeuren duurt ongeveer een halfuur en zal zich die ochtend nog vaak herhalen. In totaal komen die dag vierhonderd vluchtelingen aan in de haven van Molyvos. De eilandbewoners zijn blij dat iedereen veilig en levend het eiland heeft bereikt. En zo hulpvaardig dat een groep wetenschappers een petitie is gestart om ze voor de Nobelprijs voor de Vrede genomineerd te krijgen.
Aan de andere kant kwamen deze maand al twintig keer zoveel vluchtelingen aan als in januari een jaar geleden. Willen hier nog wel mensen op vakantie? Het is de dagelijkse worsteling voor de 85.000 bewoners van Lesbos, het derde grootste eiland van Griekenland.
Hoe reageren de Grieken hierop?
Want dat toerisme daalde vorig jaar met 25 tot 30 procent. Dit jaar zagen mensen die ik sprak al een afname in de boekingen van 40 tot 70 procent. In Molyvos wordt zelfs gesproken van 80 procent minder inkomsten tijdens de zomer van 2016.
‘Het is heel dubbel,’ zegt Tomas Zourzouvilys (59), een visser met een gezicht van leer. ‘We willen helpen, maar zelf ook nog rond kunnen blijven komen.’ Hij werd geboren in een huis met groene luiken in de haven van Molyvos. De meerderheid van de toeristen slaapt hier in de buurt, of bezoekt het veertiende-eeuwse kasteel dat boven het dorp uittorent.
Desalniettemin redt hij vaak genoeg vluchtelingen op het water. ‘Uit Irak, uit Afghanistan.’ Al jaren trouwens. ‘Maar daar praatten we nooit over, want het was illegaal.’ Pas in juli 2015 werd een Griekse antismokkelwet opgeheven die het niet toestond illegalen op wat voor manier dan ook te helpen. Zelfs een lift geven was verboden. Desalniettemin hielpen bewoners, clandestien, al jarenlang.Maar niet alleen de toeristische sector, ook de visserij lijdt onder de vluchtelingenstroom. Het vlakke water en goede weer dat het noorden van Lesbos zo populair maakt onder smokkelaars, is ook de plek waar het best gevist kan worden. Zourzouvilys: ‘Maar ik kan daar niet meer werken. We kunnen geen netten meer in het water leggen daar. Als de vluchtelingen er met hun boot overheen varen, gaan de netten kapot. Een groot probleem voor vissers in het noorden van het eiland,’ aldus Zourzouvilys.
Niet gek ook: 60 procent van Lesbos stamt van vluchtelingen af
Wellicht heeft het iets met de geschiedenis van het eiland te maken. Zourzouvilys stamt, net als 60 procent van de bewoners, af van vluchtelingen. In 1922 kwamen er ook honderdduizenden mensen aan op het eiland, nadat de nieuwe Turkse president Mustafa Kemal Atatürk de Grieken uit de resten van het Ottomaanse rijk verdreef.
In de schaduw van de kerk die in 1914 door deze nieuwkomers werd gebouwd, ligt het oudste restaurant van het vissersdorp Skala Sikaminea, een dorp met slechts 140 bewoners. De uitbater, Vangelis Stylianou, is ook een afstammeling van die stroom uit 1922, ‘van mijn vaders kant.’
En hoewel de aantallen nu hoger zijn dan ooit, ziet ook hij al jaren vluchtelingen aanspoelen op het eiland. ‘Ik zag mijn eerste bootlading vluchtelingen in 1996. Ze kwamen uit Irak, wel 52 mensen.’
Net als toen schuilen er tegenwoordig vaak genoeg vluchtelingen in zijn restaurant, nadat ze verkleumd van het water af worden gehaald. ‘Iedereen helpt, dat is al jaren zo. We deden er nooit moeilijk over – deze vluchtelingen zijn mensen en dus moet je ze helpen,’ zegt hij terwijl hij aan zijn sigaret trekt.
En wat zijn hier de gevolgen van?
Dat dachten ook de honderden vrijwilligers die naar het eiland zijn gekomen. En daar flinke resultaten boekten. Werden vorige zomer de wegen overspoeld door vluchtelingen die 70 kilometer naar het registratiepunt in het zuidelijker gelegen Moria liepen, tegenwoordig gaat het vervoer per bus. Ook wordt gewerkt aan meer opvangplekken en worden de stranden snel opgeruimd nadat er een boot is aangekomen. Hopelijk is het genoeg om toeristen te lokken voor het hoogseizoen.
In de tussentijd betekenen de vrijwilligers een goede extra inkomstenbron, zegt Stylianou. Hij schudt continu handen van helpenden die in zijn restaurant komen eten. ‘Veel mensen die enkel kwamen om te helpen, zien nu hoe mooi het eiland is. Ik zie een goed verdienmodel voor Lesbos: vluchtelingen helpen én op vakantie.’
Ik zie een goed verdienmodel voor Lesbos: vluchtelingen helpen én op vakantie
Ook de internationale non-gouvernementele organisaties (ngo’s) dragen hun steentje bij aan de economie. Door daar geld in te steken én door Grieken aan te nemen. Bij een café net buiten registratiepunt Moria staat bijvoorbeeld Mario te wachten op zijn vrouw. ‘Ze heeft sinds twee maanden een baan als schoonmaakster bij Artsen zonder Grenzen.’
En ook de vluchtelingen zelf zwengelen de lokale economie aan. Neem Damas, een Syrisch restaurant in de haven waar je Syrisch kunt eten en een waterpijp kunt roken. ‘Ik wil mensen het gevoel geven dat ze thuis zijn,’ zegt vluchteling Hassan Ataya (35) die mede-eigenaar werd van de Griekse tent. ‘De zaken gaan heel goed, misschien open ik wel een Damas 2!’ zegt hij lachend.
Maar niet alles is koek en ei
Toch is het niet genoeg. Er moeten meer toeristen komen, zegt ondernemer Dirk Braam, die hier al veertien jaar woont. ‘Er is niemand meer die nu een boottripje maakt.’ De Nederlander opende in 2014 club Oxy, om meer jongeren naar het eiland te trekken. De riante club ligt op een fantastisch punt, met uitzicht op zee.
Maar toen afgelopen zomer de vluchtelingen bleven komen, voelde Braam dat hij iets moest doen. Hij gaf de gigantische parkeerplaats aan vrijwilligers die haar omtoverden tot Camp Oxy, een kamp op de route naar het registratiepunt in Moria. Toen ik het afgelopen oktober bezocht, zaten er overal vluchtelingen in tentjes. De club erboven was onzichtbaar geworden.
Nu is het terrein leeg en het kamp gesloten. ‘Het was een tijdelijke oplossing,’ zegt Braam. Bovendien stuitte het kamp, zo aan de openbare weg, op weerstand van een groep dorpsbewoners. De ngo The International Rescue Committee ging op zoek naar een alternatieve locatie, maar elk plan werd afgeschoten. Dan lag het stuk land weer te dicht bij een hotel, dan weer te dicht bij een dorp. Pas na negen aanvragen bij de gemeente werd er een stuk grond goedgekeurd – aan een onverharde weg vlak bij de kust, ver uit het zicht van de toeristen.
‘Elk opvangcentrum moet buiten de dorpen zijn,’ zegt ook Marios Antonisis die de overheid adviseert op dit thema. ‘We willen niet dat er 200 of 300 vluchtelingen in een dorp zitten te wachten, terwijl een paar meter verderop toeristen zwemmen en eten.’
Braam ziet ook hoe andere landen hun poorten dichtgooien – Macedonië laat bijvoorbeeld nu tijdelijk geen mensen meer binnen en sinds november komen alleen Syriërs, Afghanen en Irakezen nog officieel het land in. Griekenland, en met name Lesbos – een eiland met een kust van 178 km, zit met de gebakken peren.
‘Europa ziet wat er gebeurt en doet niks!’ zegt hij boos. Zijn grootste angst is dat Athene het niet meer aankan en dan geen boten meer naar Lesbos stuurt om de vluchtelingen verder te vervoeren. De dagen dat de veerboten staken, is het chaos op het eiland. ‘En dan heb je er zo 100.000 mensen bij.’
Niemand op Lesbos denkt dat het aantal vluchtelingen zal verminderen. Vorig jaar januari kwamen er 729 vluchtelingen aan op Lesbos. Dit jaar alleen in de eerste drie weken al 23.113.
‘Ik wil dat het gewoon weer wordt zoals het vroeger was,’ verzucht Zourzouvilys, de visser. ‘Tot nog toe is er nog niemand vertrokken, maar als het zo doorgaat zullen veel mensen naar het vasteland trekken. Vooral de mensen die van toerisme afhankelijk zijn; er zijn niet veel banen.’ Dan worden de vluchtelingen van 1922 verdreven door de vluchtelingen van 2016.
António Gutterres, hoofd van vluchtelingenagentschap UNHCR, zei in een bezoek in oktober vorig jaar: ‘Het is verbazingwekkend dat jullie het op een klein eiland redden, terwijl ze het in groot Europa, met een half miljard mensen, zo moeilijk vinden.’