Alleen dit weekend op De Correspondent: een film die laat zien waarom je jihadist zou worden

Moeten we teruggekeerde jihadisten preventief insluiten, voor gek verklaren of het Nederlanderschap ontnemen? Daarover debatteerde de Tweede Kamer deze week. Daarom laten we je dit weekend de documentaire Warriors from the North zien. Een film uit het Movies that Matter-archief die inzicht geeft in de keuze om jihadist te worden. Hier geven we je vijf redenen waarom je de film niet mag missen.
Documentaires zijn doorgaans slechts in enkele zaaltjes te zien. Dat is natuurlijk zonde. Dus duiken we iedere maand in het Movies that Matter-archief om films te tonen die we zo goed zijn dat we ze niet mogen vergeten.
Deze maand kozen we voor Warriors from the North (2014). De film is dit hele weekend - vanaf vrijdagmorgen tot en met zondagnacht - hier te streamen. Ga er even goed voor zitten, laat je meevoeren en stel naderhand je vragen aan de regisseur. Op zondagavond tussen half negen en half tien zal hij je vragen beantwoorden.
Update: de film is nu niet meer te bekijken. Het laatste weekend van de maand komt een nieuwe film online. Hier vind je nu de trailer van Warriors from the North, die we in januari keken.
Waarom zou je kijken?
Warriors from the North vertelt het verhaal van Deens-Somalische jongeren die afreizen naar Somalië om zich bij terreurgroep Al-Shabaab te voegen. Hun leefwereld vertoont veel gelijkenissen met de alom besproken Syriëgangers, die het Westen inruilen voor Islamitische Staat.
Er zijn minstens vijf redenen waarom je Warriors from the North moet zien.
1. We praten niet óver hen maar mét hen
Elke maand reizen vijf personen vanuit Nederland naar een oorlogsgebied om zich aan te sluiten bij de heilige oorlogen van Islamitische Staat, Al-Shabaab of het Al-Nusra Front. Je kent het standaardriedeltje wel. Jongeren van immigrantenouders uit de onderklasse van de samenleving zien geen kansen op een goede toekomst. Ze worden gediscrimineerd, staan aan de rand van de samenleving en lopen in de armen van de radicale islam.
We worden dan ook overspoeld door analyses óver hen, vol grote woorden als ‘gemarginaliseerd,’ ‘voedingsbodem voor radicalisering’ en ‘extremisme.’ In deze documentaire zijn de jongeren die radicaliseren zélf aan het woord. Wat betekenen de woorden als ‘gemarginaliseerd’ en ‘radicalisering’ als ze deel uitmaken van je dagelijkse leven? Hoe voelt het om nergens bij te horen, geen doel te hebben en niet te kunnen voldoen aan de idealen van je ouders en de maatschappij?
2. We leren waarom je jezelf zou willen opblazen
Het lijkt een onvoorstelbaar grote stap: van een eenzaam bestaan in Europa tot jezelf opblazen aan de andere kant van de wereld. Deze documentaire geeft een weergaloze kijk op deze route. De Deens-Somalische hoofdpersoon - van wie slechts een silhouet zichtbaar is - blikt terug op de hechte vriendschap die ontstond tussen hem en andere Deens-Somalische jongens. Bij elkaar vonden ze voor het eerst in hun leven begrip, broederschap en betekenis. Drie van hen reisden af naar Al-Shabaab in Somalië. Eén is nog in leven.
3. We zien dat niet alle jihadstrijders hetzelfde zijn
De documentairemaker volgt niet alleen jongeren in Denemarken, maar is ook afgereisd naar Somalië om westerse jongeren die al voor Al-Shabaab vechten te interviewen. Hun ervaringen verschillen sterk. Een Nederlander is klaar om een zelfmoordaanslag te plegen. Een Noor wil zijn familie nooit meer zien. En een Brit gaat het liefst morgen nog terug naar huis. ‘De’ jihadstrijder bestaat kennelijk niet. En dat brengt ons bij reden vier om deze documentaire te kijken.
4. We leren dat spijt hebben geen zin heeft
Want afgelopen woensdag vond er een Kamerdebat plaats waarin maatregelen tegen teruggekeerde jihadisten werden besproken. Deze varieerden van preventief insluiten tot het ontnemen van de Nederlandse nationaliteit. Kortom: deze jongens zijn hier niet meer zomaar welkom. Zelfs als ze spijt betuigen. Maar het gevolg daarvan wordt in de documentaire ook pijnlijk duidelijk.
Neem Mohammed Ali Omar, een Brits-Somalische jongen die uit Al-Shabaab is gestapt. Hij vreest in Somalië voor zijn leven, want zijn ex-strijdmakkers zinnen op wraak. Het liefst zou hij teruggaan naar huis, wat vooralsnog onmogelijk is. ‘Mijn plan is nu om te proberen in leven te blijven,’ zegt Omar.
5. We stappen een wereld in die normaal voor ons gesloten is
Het vertrouwen van de geportretteerden in de documentairemakers is voelbaar. Dankzij de Deens-Somalische achtergrond van co-regisseur Nasib Farah gingen allerlei deuren open die voor de meeste journalisten altijd gesloten blijven. Desondanks kostte het filmen van de documentaire de makers vierenhalf jaar. Het eindresultaat is een rauwe en confronterende inkijk in de wereld van de jihadganger.
Dit artikel werd geschreven in samenwerking met onderzoeksassistent Lisa Peters.