Zes inzichten voor wie wil begrijpen waar bijna ieder apparaat in de wereld op draait
Het nieuws deed nogal wat techneuten de wenkbrauwen fronsen. Microsoft trad vorige week toe tot de Linux Foundation. Maar de keuze is niet zo gek. De hele wereld draait op het besturingssysteem Linux, van je smartphone tot 498 van de 500 snelste supercomputers. Daarom zette ik zes dingen die je over dit revolutionaire besturingssysteem moet weten op een rij.
De kop van technologiesite Ars Technica vorige week was veelzeggend: ‘Microsoft - yes, Microsoft - joins the Linux Foundation.’ De softwaregigant betaalt voortaan een half miljoen dollar per jaar om zich lid te mogen noemen van deze stichting. Het nieuws deed nogal wat techneuten de wenkbrauwen fronsen. Vijftien jaar geleden noemde Steve Ballmer, lang de nummer twee achter Bill Gates, Linux nog een ‘kankergezwel.’
De draai van Microsoft is niet zo verwonderlijk als je kijkt naar het belang van Linux dat dit jaar zijn 25ste verjaardag vierde. Ik overdrijf niet als ik zeg dat de wereld op Linux draait. Toch is het verwonderlijk dat veel mensen geen idee hebben wat Linux is en wat het zo succesvol en bijzonder maakt. Bij dezen daarom: zes dingen die je absoluut moet weten over Linux.
1. Linux is overal
Die smartphone in je broekzak? Die draait op Linux.
Het internet? Idem.
De enorme datacentra van Google, Facebook en Amazon? Maken gebruik van Linux.
498 van de 500 krachtigste supercomputers op deze wereld? Linux.
Het internet der dingen, dus slimme auto’s, barbies, thermostaten, koffiezetapparaten, horloges, camera’s, tv’s, vibrators, videospelers? Draaien op Linux.
Je Macbook, iPad of iPhone? Zelfs die draaien op een verre neef van Linux.
Grote industriële controlesystemen die in fabrieken en energiecentrales worden gebruikt? Steeds vaker Linux.
Er is maar één plek waar je Linux nauwelijks tegenkomt en dat is nou net de enige plek waar je de werking van je besturingssysteem direct ervaart. Slechts op 2 procent van de laptop- en desktopcomputers is Linux te vinden. Daardoor zitten we met deze gekke situatie dat maar weinig mensen Linux kennen, terwijl ze er voor hun dagelijks doen en laten enorm afhankelijk van zijn.
2. Linux is vaak geen Linux
We kennen Steve Jobs (Apple) en Bill Gates (Microsoft), maar wie kent Ken Thompson en Dennis Ritchie? In de jaren zestig en zeventig ploeterden zij bij telecomgigant AT&T jarenlang aan een nieuw besturingssysteem, Multics. Dat moest in die tijd iets ongekends doen, namelijk op meerdere soorten hardware werken. Toen het project mislukte, besloten ze een afgeslankte versie te maken die in 1969 werd gepresenteerd. Dat systeem heette Unix en dat vormt de basis van Linux. Als er een pantheon is van computerhelden, dan zouden Thompson en Ritchie wellicht boven Jobs en Gates staan.
Unix, de voorganger van Linux, was redelijk eenvoudig te gebruiken, geavanceerd en kon op verschillende apparaten draaien. In de jaren zeventig gingen onderzoekers en hackers ermee aan de slag. Ze waren op zoek naar software die nieuwe computers, zoals de pc die toen opkwam, kon aansturen. AT&T had de licentie niet helemaal op orde, waardoor anderen vrij makkelijk aan Unix konden sleutelen.
Aan de universiteit van Berkeley in Californië werd bijvoorbeeld een populaire Unixversie gebouwd, de zogenoemde BSD, Berkeley Software Distribution. Daar is een hele familie van besturingssystemen uit voortgekomen. Sommige zijn vrij te gebruiken, zoals FreeBSD. Andere zijn eigendom van bedrijven. MacOS en iOS van Apple zijn uit deze BSD’s voortgekomen.
Aan de andere kant van Amerika, aan het Massachusetts Institute of Technology, werkten onderzoekers en hackers aan een eigen Unixvariant. De belangrijkste van hen was Richard Stallman. Hij stoorde zich aan de opkomst van commerciële software die niet vrijelijk gebruikt en gedeeld en waar zeker niet aan gesleuteld mocht worden. Stallman was een ouderwetse hacker - iemand die met speels vernuft het meeste uit computers probeerde te halen.
3. Linux is ook een filosofie
Begin jaren tachtig stortte hij zich op de ontwikkeling van het GNU-besturingssysteem. De term GNU is een grapje en staat voor ‘GNU’s not Unix.’ Zijn systeem was namelijk wel Unix, maar door zo nadrukkelijk afstand te nemen van iedere gelijkenis hoopte Stallman de advocaten van AT&T uit zijn buurt te houden.
De slimste zet van Stallman was geen technische manoeuvre, maar een juridische. Hij besefte dat hij het open karakter van zijn besturingssysteem-in-wording (het vlotte niet zo) alleen kon beschermen door zelf gebruik te maken van het intellectueel eigendomsrecht. Hij kwam met een handige vondst: copyleft, in plaats van copyright. Zijn Unixsysteem en alle componenten zouden vallen onder de GNU Public License (GPL). Al zijn software zou ‘free’ zijn. Niet zozeer ‘free’ als in gratis, maar ‘free’ als in ‘freedom.’ Wie zijn software wilde gebruiken, mocht het naar eigen blieven delen en veranderen, mits alle toekomstige versies ook onder deze licentie zouden vallen.
Begin jaren negentig had Stallman al veel programma’s voor GNU geschreven, maar er ontbrak nog een kern, het deel van het systeem dat alle software en hardware aan elkaar verbindt. Daar was iemand anders voor nodig: Linus Torvalds.
In 1991 schreef de Finse student Torvalds een bescheiden bericht op het Usenetforum. Hij had een simpel besturingssysteem geschreven (‘voor de lol, niet zo groot en professioneel als GNU’) op basis van een andere Unixvariant. Hij was benieuwd wat de gemeenschap ervan vond.
Linus’ systeem bleek het missende puzzelstukje te zijn van het GNU-project. Tezamen vormden ze een rudimentair besturingssysteem. Torvalds besloot zijn code vrij te geven onder de licentie van GNU en al snel heette het besturingssysteem GNU/Linux, wat ook alweer snel verbasterde, tot groot ongenoegen van Stallman, tot Linux.
4. Linux is slechts een kern van een besturingssysteem
Als je besturingssysteem een hamburger zou zijn, dan is Linux het vlees en GNU het broodje en verschillende varianten (waarover zo meer) de garnering die de generieke hamburger een unieke smaak geeft.
Linux, zoals het nu wordt gebruikt, is geen volwaardig besturingssysteem. Het is de kern daarvan. Het is de software die er bijvoorbeeld voor zorgt dat wat je typt op je toetsenbord op de juiste manier op je beeldscherm verschijnt, die ervoor zorgt dat instructies op een efficiënte manier worden afgehandeld en meer van dat soort basale computertaken.
Deze kern wordt onderhouden door de Linux Foundation, waar Linus Torvalds lang de scepter over zwaaide. Sinds 2005, het jaar waarin de stichting statistieken ging bijhouden, hebben meer dan 14.000 ontwikkelaars aan Linux gewerkt. In het begin waren dat vooral vrijwilligers die in hun eigen tijd delen van Linux verbeterden. Tegenwoordig zijn dat programmeurs die van hun baas tijd krijgen om aan Linux te werken. Deze mensen produceren in een enorm tempo. Ongeveer iedere negen weken komt er een nieuwe versie uit.
Er zijn honderden Linuxversies in omloop
Deze versies zijn het fundament waarop anderen verder kunnen bouwen. De toepassingen zijn immers heel verschillend. Webservers hebben weer een ander besturingssysteem nodig dan smartphones. Desktops draaien op andere software dan slimme camera’s.
Het is dan ook niet verwonderlijk dat er honderden Linuxversies in omloop zijn, distributies of distro’s genaamd. Niet alleen hebben verschillende apparaten verschillende distributies, ook voor de laptop en desktop zijn er veel smaken beschikbaar. Wie een privacyvriendelijke computer wil, kan bijvoorbeeld Whonix of Tails gebruiken. Voor wie bang is om gehackt te worden en meer veiligheid nodig heeft dan Apple of Microsoft kan bieden, is er Subgraph, of Qubes. Wie zelf wil hacken kan terecht bij Kali Linux, Pentoo of Parrot Security OS. Wie van gamen houdt, doet er goed aan om Steam OS te gebruiken, waarin bijvoorbeeld veel aandacht is voor grafische prestaties van de computer. En ben je christen? Waarom installeer je niet Ubuntu Christian Edition?
De bekendste en belangrijkste distributie is zonder enige twijfel Debian. In 1993 begon programmeur Ian Murdock met de ontwikkeling hiervan. Gemiddeld werken zo’n duizend programmeurs aan de ontwikkeling ervan - de meesten onbetaald. Op zijn beurt vormt Debian weer het fundament voor andere Linuxversies, zoals de populaire besturingssystemen voor lap- en desktop Ubuntu en Mint, die beide zeer gebruiksvriendelijk zijn.
5. Linux is een gemeenschap
Linux is meer dan technologie, het is ook een gemeenschap, of liever gezegd, een verzameling gemeenschappen. Ook hier is Debian weer een goed voorbeeld. Het is een softwareproject, maar wel eentje met een grondwet en een sociaal contract. In de grondwet staat onder andere beschreven hoe het project wordt aangestuurd. Beslissingen worden bijvoorbeeld op basis van consensus genomen en als er conflicten rijzen over gekozen toepassingen dan worden die voorgelegd aan een technische commissie. Middels verkiezing wordt eens in de zoveel jaar een leider aangewezen. Nieuwe ontwikkelaars worden zeker een jaar begeleid door een ervaren collega, waarna ze verantwoordelijkheid krijgen voor een onderdeel van Debian.
In het sociaal contract staan garanties aan de ontwikkelaars en gebruikers:
- Debian blijft open en vrij. De code is altijd te raadplegen en kan gebruikt worden naar eigen inzicht;
- Verbeteringen in de code zijn beschikbaar voor iedereen;
- Problemen met de code of binnen de organisatie worden niet verborgen gehouden;
- De eindgebruiker staat altijd centraal;
- En Debian kan gebruikt worden in niet-vrije software.
Vorig jaar sprak ik Rutger van Sleen, voorzitter van de Nederlandse Linux-gebruikersgroep (NLLGG) en lang ontwikkelaar bij Debian. Volgens hem wordt er continu discussie gevoerd over technische oplossingen, vooral via mailinglijsten. ‘Je kunt je eigen mening uiten. Niet iedereen hoeft het daarmee eens te zijn, maar als je met goede argumenten komt, kun je zo’n discussie winnen.’
Als ik Van Sleen vraag wat een besturingssysteem goed maakt, antwoordt hij dat dat de gemeenschap is. ‘Als de gemeenschap achter zo’n systeem goed functioneert en er een vrije discussie is en naar mensen wordt geluisterd, krijg je ook sneller een goed systeem.’
6. Linux is een voorbeeld
Wat dat betreft is Linux, in de breedste zin des woords, een voorbeeld voor veel online projecten. De gemeenschappen erachter hebben bewezen dat dit soort los-vaste collectieven uitstekende software kunnen produceren, waar iedereen zijn voordeel mee kan doen.
De slimme juridische hack van Stallman heeft een wereld geopend waarin het voor hobbyisten en professionals de moeite waard is tijd te investeren in het ontwikkelen van software die nuttig is voor iedereen. Door de verstandige keuze van Torvalds om de Linuxkern beschikbaar te stellen, is een enorme rijkdom van besturingssystemen ontstaan die, letterlijk, onze wereld aandrijven.
Vooral de laatste jaren staan de internetreuzen in de rij om bij te dragen aan de ontwikkeling
Niet voor niets hebben veel softwarebedrijven het Linuxmodel omarmd. Vooral de laatste jaren staan de internetreuzen in de rij om bij te dragen aan de ontwikkeling ervan en stellen ze delen van hun eigen software vrij beschikbaar, zoals Microsoft steeds meer doet.
Recentelijk sprak ik Michael Boelen hierover. Hij is eigenaar van CISOfy en specialist in de beveiliging van Unixsystemen. Hij heeft zelf twee projecten opgezet voor Linuxsystemen en is actief in NLUUG, de vereniging voor professionele Linux- en Unixgebruikers (dus vooral bedrijven). Volgens Boelen zijn er een aantal redenen dat bedrijven het open ontwikkelingsmodel van Linux hebben omarmd. ‘Voor grote bedrijven is het deels pr, ze willen aansluiting vinden bij de opensourcebeweging en aantrekkelijk worden voor talent. Maar belangrijker is dat voor veel bedrijven Linux simpelweg de beste oplossing is.’
Bedrijven zien inmiddels dat het voordelen heeft om hun eigen software vrij te geven. ‘Ze krijgen veel feedback en hulp van allerlei vrijwilligers. Dat maakt het ontwikkelen van software goedkoper, maar ook beter.’
Iets wat Microsoft na 25 jaar ook heeft ontdekt.
Wil je meer weten over Linux?
De documentaire Revolution OS is nogal gedateerd en ook wat subjectief, maar geeft wel een interessant overzicht van de begintijd van Linux en de opensourcerevolutie.