Waar de Amerikaanse verkiezingen over gaan als je het niet over Trump of Clinton hebt

Arjen van Veelen
Correspondent Natuur

Dit jaar schrijf ik over de Amerikaanse verkiezingen zonder de woorden Trump, Sanders of Clinton te gebruiken. Maar toen Donald Trump het Nederlandse stadje Pella, Iowa bezocht, kon ik dat niet negeren. Want daar zag ik waar verkiezingen allemaal niet over gaan.

Ik had mij voorgenomen om hem en de rest van de verkiezingsfanfare te negeren. Verkiezingsnieuws is een povere spiegel voor de stand van een land. Als Hillary Clinton ergens een burrito eet, of als Marco Rubio nieuwe laarzen draagt, is dat voer voor essays en speculaties, ook in kwaliteitsmedia.

Maar wat zegt het over Amerika? De helft van de Amerikanen gaat niet eens stemmen. Nederlanders, is mijn indruk soms, volgen de verkiezingen intensiever dan veel Amerikanen zelf.

Maar toen ik hoorde dat Republikeins presidentskandidaat Donald Trump zou komen spreken in het stadje Pella, Iowa werd ik nieuwsgierig.

De inwoners van Pella stammen namelijk af van de Nederlanders. De tienduizend Pellanaren dragen vrijwel zonder uitzondering namen die beginnen met Vander- of eindigen op -stra. Er zijn verschillende historische windmolens, er is een gracht en een bakkerij waar je poffertjes en Wilhelminapepermuntjes kunt krijgen. Elk jaar organiseren de Pellanaren een tulpenfestival en vieren ze Sinterklaas - zij het zonder Zwarte Piet, want dit blijft Amerika.

Ze zijn in zekere zin beter in Nederlands-zijn dan de Nederlanders zelf. Het benieuwde mij hoe mijn verre neven en nichten zouden reageren op de über-Amerikaan Trump.

De reis

Het had gesneeuwd, de wegen waren leeg, ik gleed door de witte velden. Na anderhalf uur viel het signaal van de publieke zender weg, evenals het bereik van het mobiele internet. Ik was, als alle inwoners hier, aangewezen op de lokale radio.

Een leerzame ervaring. Ik beluisterde een interview met iemand die als held werd onthaald omdat hij de sheriff had gebeld toen hij een man met een baard een historisch gebouw had zien fotograferen.

Ook fascinerend waren de complottheorieën die de uitzending vulden, waarvan de minst extreme ging over het geheime plan van Barack Obama die, werkend aan een werelddictatuur, alle burgers volgt via chips in hun lichaam. Gevolgd door een item over de islam: wist je dat elke moslimman de geloofsplicht heeft een vrouw te verkrachten?

Een Amerikaanse vriend, wiens familieleden Trump zijn toegenegen, legde me eens uit dat hun wereldbeeld gevormd wordt door dit soort lokale radio — veel meer dan door bijvoorbeeld Fox News, de best bekeken kabelnieuwszender. Zelf in primetime bereikt Fox News gemiddeld maar dat is grofweg een half procent van alle Amerikanen.

De aankomst

Ik kwam anderhalf uur aan voor Trump zou spreken. De eerste kiezer die ik tegenkwam, was een bebrilde arts genaamd John, met een Bernie Sanders-sticker op zijn bumper. Zo’n burger die zijn democratische plicht zo ernstig nam dat hij alle kandidaten met eigen ogen en oren wilde waarnemen alvorens zijn keuze te maken. Of kwam hij voor de show? We liepen samen naar het Douwstra-auditorium, in de veronderstelling dat we ruimschoots op tijd waren.

Dat was buiten het enthousiasme van de Pellanaren gerekend. Bij de zaal had zich een lange sliert inwoners gevormd. Later hoorde ik dat de eerste belangstellenden zich al om halfnegen ’s ochtends hadden gemeld, voor een speech die om halfdrie ’s middags zou aanvangen. John en ik voegden ons in de rij.

Eenieder die iets wil proeven van het hardnekkige enthousiasme voor Trump raad ik aan anderhalf uur in de vrieskou met diens fans te verkeren. Ze worden weleens als gekken of boze oude mannen geportretteerd. Ik trof, toeval of niet, veel studenten en scholieren, relatief veel vrouwen en een enkeling in camouflagejack die zo van de winterse coyotejacht leek weggelopen.

Ze leken me ook minder verbitterd dan ik dacht. Eerder vol verwachtingen: hoop hing in de lucht.

De fans

Omdat ik niet gerekend had op buiten stilstaan, kocht ik een muts bij een van de verkopers van Trumpparafernalia: een rode muts met het opschrift ‘Let’s make America Great Again.’

‘Waar kom je vandaan?’ vroeg de verkoper.

‘St. Louis,’ zei ik.

‘Ja, maar je accent?’ zei hij, ‘ik kan horen dat je een accent hebt.’

Ik antwoordde naar waarheid. De Trumpmuts deed ik binnenstebuiten op, om neutraal te blijven. Het maakte me eerder verdacht, zeker in combinatie met mijn driedagenbaard.

‘Bomb the shit out of ISIS’-buttons! Twee voor vijf dollar!

‘‘Bomb the shit out of ISIS’-buttons! Twee voor vijf dollar!’ riep intussen een andere verkoper. Hij verkocht ook andere campagnebuttons, met teksten als ‘Hot chicks for Trump’ en ‘Hillary for prison.’ De populairste button besloeg Amerika’s buitenlandbeleid: ‘‘Bomb the shit out of ISIS’-buttons!’ riep hij weer.

De verwondering

Bevreemdend. We bevonden ons aan de rand van het vredige stadje, achter de verkoper strekte zich het besneeuwde boerenland uit en daarboven klonk de roep om IS te bombarderen.

Die roep klinkt ook in Nederland. Sterker, die Nederlanders zijn al bezig IS te bombarderen. Die zijn Trump ver vooruit.

Toch symboliseerde die IS-button voor mij het raadsel van de presidentsverkiezingen. Die verkiezingen gaan namelijk vaak niet waarover je zou verwachten dat ze gaan.

Namelijk? Ik woon nu anderhalf jaar in het midwesten, zeg maar het grotendeels rurale binnenland van de VS. Het mythische heartland, waar zogenaamd de echte Amerikanen wonen. De mensen die hier wonen hebben reden om boos te zijn. De zelfmoordcijfers zijn er het hoogst, de toegang tot ziekenhuizen is het moeilijkst, de heroïneverslaving piekt er meer dan in de grote steden, het aantrekken van de economie is er vaak niet voelbaar.

De inwoners worden ook nog eens vaak genegeerd in de media, die in de grote steden aan de kust zitten. Toen laatst de Mississippi overstroomde, met tientallen doden tot gevolg, was dat nauwelijks brekend nieuws. Als het sneeuwt in New York City, haalt dat zelfs in Nederland de krant.

Maar dat stond allemaal niet op de buttons. Daar stond dat we de poep uit IS moesten bombarderen. Hoe relevant was dat?

Ik legde de vraag aan verschillende Trumpfans voor, waaronder een vrouw van in de vijftig die voor de staatsloterij van Iowa werkte. Ze was sinds Steve Forbes in het jaar 2000 presidentskandidaat was niet meer wezen kijken.

IS vond ze een reële dreiging. Haar zoon leefde in de buurt van San Bernadino, Californië, waar december vorig jaar een aanslag plaatsvond waarbij veertien doden vielen. ‘Dus dan komt het wel dichtbij.’ En zelfs hier, in Pella — juist nu, hier, in de rij voor een Trumprally - moest je op je hoede zijn.

‘‘Bomb the shit out of ISIS’-buttons!’ klonk het weer.

Waarom Trump?

Vlak voordat we de ingang van de hal bereikten, vertelden Trumpmedewerkers dat de zaal dichtging op last van de politie. Minstens honderd mensen misten de show. ‘Ze hadden de Vermeerzaal moeten huren,’ mopperde iemand. De beteuterde fans dropen af, een enkeling kocht nog een button of een Trumponderbroek.

Ik liep het centrum in, op zoek naar wifi om de speech te bekijken: wie weet benoemde Trump dan toch de problemen van het heartland.

Het oude stadje had iets van Delft of Leiden. Bij de Jaarsma Bakkerij sprak ik een enthousiaste Trumpfan. Waarom hij fan was? Omdat Trump alles uit eigen zak betaalt en dus onafhankelijk is, zei hij. Hoe hij Amerika ging redden? De jongen gaf het voorbeeld van de ijsbaan in New York.

Een veelzeggend voorbeeld, opgetekend in Trumps boek The Art of the Deal. Er was begin jaren tachtig een verlieslijdende, kapotte ijsbaan in het New Yorkse Central Park. De gemeente slaagde er niet in de ijsbaan te repareren, ondanks twaalf miljoen belastinggeld en een al tweeënhalf jaar lopende renovatie.

Donald Trump zei: laat mij de ijsbaan fixen, ik betaal uit eigen zak en doe het in zes maanden. In drie maanden was-ie klaar, voor 75 procent van het budget. De ijsbaan maakte voortaan winst, die Trump aan een goed doel schonk.

‘Amerika heeft die zakenmentaliteit nodig,’ zei de jongen.

Wat ik ga doen

Ik reed terug naar huis door de bakermat van Trumps aanhangers. Ter hoogte van Ottumwa raakte ik de weg kwijt (geen internet) en belandde ik in de binnenstad, die vervallen bleek. Er was een seksclub, een pornobioscoop en een café en een bord met de tekst ‘Videogame Capital of the World.’

Van die straten die de slogan ‘Make America Great Again’ nodig hebben. Of in ieder geval een likje verf.

Even later vond ik de weg weer en passeerde ik megalomane plaatsnaambordjes als Rome, Palmyra, Old Alexandria. Ik dacht aan al die kapotte ijsbanen in dit land. En in mijn hoofd klonk: ‘‘Bomb the shit out of ISIS’-buttons.’

Woon een tijdje in dit kapotte land en het is geen verrassing dat mensen het weer great willen maken

Die witte, rurale delen van het heartland hebben qua problemen veel weg van de zwarte binnensteden. Er wonen verliezers, wat hier extra veel pijn doet omdat deze mensen zich de echte Amerikanen wanen.

Woon een tijdje in dit kapotte land en het is geen verrassing dat mensen het weer great willen maken. Trump presenteert zich als de winnaar voor de verliezers.

Niet dat hij over hun problemen praat. Later luisterde ik zijn speech terug. Trump sprak over Sarah Palin (fantastisch!), over de muur die hij op de grens met Mexico gaat bouwen, over journalisten (stom!) en over zichzelf (ook fantastisch!).

De dagen erna was Trump breaking news bij CNN omdat hij niet optrad bij een debat van Fox News. Televisie over televisie: het was vanwege dit soort ophef dat ik me voorgenomen had die presidentsverkiezingen te ontvolgen.

Maar wat dan wel?

Het afgelopen jaar sprak ik hier veel onbekende Amerikanen die zich inzetten voor een beter land. De burgemeester die het armzalige Brooklyn nieuw leven probeerde in te De lerares in Caïro die campagne voerde voor een beter leven voor haar De dominee in St. Louis die elk weekend wandelt tegen

Particuliere verhalen, maar op microniveau hebben zulke mensen veel meer impact op hun straat of stad dan de president. Zoals een sheriffverkiezing in een klein stadje het leven van de inwoners meer verandert dan duizend partijbijeenkomsten in Iowa.

Ergens bij die mensen moet het antwoord liggen op de vraag wat Amerikanen bezighoudt als ze de tv uitzetten. Daarom wil ik dit verkiezingsjaar de onbekenden gaan opzoeken die op hun manier Amerika weer great willen maken. Die kleine campagnes voeren in hun school of straat of bar.

Ik ga ze niet vragen wat ze van de kledingkeus van Clinton vinden of de bluf van Trump; ik vraag ze waar de verkiezingen over zouden moeten gaan. Wat er op hun campagnebuttons zou staan.

Dat is mijn belofte voor 2016: een schets van de VS in een verkiezingsjaar, zonder de woorden Trump, Sanders of Clinton te gebruiken. Make America small again.

Verder lezen?