Kunsttips voor het weekend: naar Rotterdam!

Tijdens beurzen laat de kunstwereld zich van haar meest hysterische kant zien: beroemdheden die miljoenen uitgeven tijdens de pre-previews, galeriehouders die elkaar de loef afsteken met de meest spectaculaire stands en doodongelukkige kunstenaars.

Want hun werk komt maar zelden tot zijn recht in de hokjes waar drommen mensen langs schuifelen. Toch kan je er niet omheen: beurzen zijn de ideale plek om in korte tijd alle belangrijke ontwikkelingen te zien. Dus of je nu een kunstverzamelaar bent of gewoon een liefhebber: dit weekend moet je naar Art Rotterdam, en wel om de volgende redenen.

1. Art Rotterdam is geen Art Basel. Je kan er geen Damien Hirst of Jeff Koons scoren. Dat betekent dat niet de hele internationale kunstjetset dit weekend in Rotterdam neerstrijkt en dat de beurs - in tegenstelling tot Art Basel - ook leuk is als je geen miljonair bent. Toch is Art Rotterdam de belangrijkste beurs voor hedendaagse kunst in Nederland. Alle gevestigde galeries laten het beste van hun kunstenaars zien, dus je bent in één klap op de hoogte van wat er speelt. Er is ook veel plek voor minder commerciële kunst: er zijn speciale delen voor nieuwe galeries, jonge kunstenaars, videokunst en performances. Speel je met de gedachte om zelf kunst te kopen? Dan is een bezoek extra leuk. Let maar op: je bekijkt kunst dan ineens met heel andere ogen.

2. De locatie alleen is al een bezoek waard. De Van Nelle Fabriek, ontworpen in de jaren twintig en in 2014 door UNESCO tot werelderfgoed verklaard, is het belangrijkste industriële monument van Nederland en een mooi voorbeeld van ‘Het Nieuwe Bouwen.’ Functionaliteit stond voorop bij het ontwerpen: de architecten weigerden onnodige ornamenten toe te voegen en gebruikten destijds moderne materialen als beton, staal en glas. Aan het welzijn van de arbeiders werd ook gedacht: de nadruk lag op licht, lucht en ruimte in de fabriek.

3. Er staat een verkrot huis uit Detroit. Toen fabrieken er hun deuren moesten sluiten, veranderde het welvarende Detroit binnen een paar jaar in een spookstad. Er zijn zoveel leegstaande huizen, dat ze voor een paar dollar geveild worden. De Amerikaanse kunstenaar Ryan Mendoza (1971) kocht zo’n huis en liet het in zijn geheel van Detroit naar Europa verschepen, waar hij het op Art Rotterdam weer opnieuw opbouwde.

4. Het randprogramma. Lokale kunstinstellingen maken altijd dankbaar gebruik van het feit dat zo’n beurs een publiek van professionals én liefhebbers naar de stad trekt. Onder de noemer ‘Art Rotterdam Week’ zijn allerlei openingen, feestjes en andere evenementen geprogrammeerd. Mijn tentoonstellingstips: Ulay in het Nederlands fotomuseum, Charlemagne Palestine in galerie Witte de With, sovjetdesign in de Kunshal en een tentoonstelling over de impact van digitale technologie op ons dagelijks leven in TENT. Ook is er een beurs voor vormgeving op de SS Rotterdam, het vlaggenschip van de Holland-Amerika Lijn.

5. AVL-Mundo. Vanaf Art Rotterdam rijden gratis pendelpussen naar het atelier van kunstenaar Joep van Lieshout, die onlangs te gast was bij Artfest. Van Lieshout is bekend om zijn felgekleurde polyester beelden, installaties en bizarre utopische machines. In 2001 richtte hij AVL-Ville op, een zelfvoorzienende vrijstaat in de Rotterdamse haven. Dat bestaat niet meer, maar inmiddels beslaat het atelier van de kunstenaar enkele duizenden vierkante meters en werkt hij met een team van zo’n twintig man aan nieuwe projecten, nog steeds in het havengebied. Er is een anarchistisch aandoende beeldentuin, een tentoonstelling van een residentkunstenaar en er worden rondleidingen gegeven. Op avontuur dus!